22 APRIL 1974. _ Koninklijk besluit betreffende de heffing van retributies bij toepassing van de reglementeringen betreffende de arbeidsbescherming, de gevaarlijke machines en de ioniserende stralingen en tot wijziging van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 30-01-2002).
Art. 1-11
Artikel 1. Een retributie van (37 EUR) ten bate van de Staat wordt geheven ter gelegenheid van de indiening : <KB 2000-07-20/65, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
1. van de vergunningsaanvragen, betreffende als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk ingedeelde inrichtingen van eerste klasse en bedoeld in de artikelen 2 en 14 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming;
2. van de beroepen, uitgaande van de aanvragers of de exploitanten, betreffende dezelfde inrichtingen en bedoeld in de artikelen 13 en 19 van hetzelfde reglement;
3. van de vergunningsaanvragen, betreffende stoomketels of machines en bedoeld in de artikelen 724, 737, 758, 798, 801 en 805 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming;
4. van de beroepen, uitgaande van de aanvragers of de exploitanten, betreffende stoomketels of -machines en bedoeld in de artikelen 731, 734 en 800 van hetzelfde reglement;
5. van de verklaringen, betreffende stoomketels, laagdrukstoomketels of stoomvaten en bedoeld in de artikelen 733, 736, 761, 783 en 792 van hetzelfde reglement;
6. van de aanvragen tot beproeving en tot hernieuwing van de beproeving van stoomtoestellen, bedoeld in de artikelen 771, 772, 789 en 795 van hetzelfde reglement.
(NOTA : art. 1 geldig voor het Waalse Gewest :
Een retributie van (37 EUR) ten bate van de Staat wordt geheven ter gelegenheid van de indiening : <BWG 2001-12-20/60, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002<
1. van de vergunningsaanvragen, betreffende als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk ingedeelde inrichtingen van eerste klasse en bedoeld in de artikelen 2 en 14 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming;
2. van de beroepen, uitgaande van de aanvragers of de exploitanten, betreffende dezelfde inrichtingen en bedoeld in de artikelen 13 en 19 van hetzelfde reglement;
3. van de vergunningsaanvragen, betreffende stoomketels of machines en bedoeld in de artikelen 724, 737, 758, 798, 801 en 805 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming;
4. van de beroepen, uitgaande van de aanvragers of de exploitanten, betreffende stoomketels of -machines en bedoeld in de artikelen 731, 734 en 800 van hetzelfde reglement;
5. van de verklaringen, betreffende stoomketels, laagdrukstoomketels of stoomvaten en bedoeld in de artikelen 733, 736, 761, 783 en 792 van hetzelfde reglement;
6. van de aanvragen tot beproeving en tot hernieuwing van de beproeving van stoomtoestellen, bedoeld in de artikelen 771, 772, 789 en 795 van hetzelfde reglement.)
Art.2. Een retributie van (124 EUR) ten bate van de Staat wordt geheven ter gelegenheid van de indiening van de aanvragen tot keuring, bedoeld in artikel 21 van het koninklijk besluit van 26 september 1966 betreffende de schiethamers. <KB 2000-07-20/65, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3. Een retributie van (100 EUR) ten bate van het erkend controleorganisme wordt geheven ter gelegenheid van de indiening van de aanvragen tot keuring, bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 27 oktober 1967 betreffende de veiligheidswaarborgen welke de acetyleenontwikkelaars, terugslagveiligheden en reduceertoestellen moeten bieden. <KB 2000-07-20/65, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Een retributie van (25 EUR) ten bate van de Staat wordt geheven ter gelegenheid van de afgifte van de certificaten van goedkeuring, bedoeld in artikel 6.2 van hetzelfde besluit. <KB 2000-07-20/65, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.4. Een retributie van 50 000 F, als het gaat om aanvragen betreffende inrichtingen van klasse I, en van 1 500 F, als het gaat om aanvragen betreffende inrichtingen van klasse II, wordt geheven ten bate van de Staat, ter gelegenheid van de indiening van de vergunningsaanvragen, betreffende inzake ioniserende stralingen ingedeelde inrichtingen en bedoeld in de artikelen 6, 7 en 12 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.
Een retributie van 1 500 F ten bate van de Staat wordt geheven ter gelegenheid van de indiening van de beroepen, uitgaande van de aanvragers of van de exploitanten, betreffende dezelfde inrichtingen en bedoeld in de artikelen 7, 13 en 16 van hetzelfde reglement.
Art.5. De retributie ten bate van de Staat wordt gestort of overgeschreven;
1° op de postrekening nr. 000-2.005.840-74 van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, - Onderzoekskosten betreffende de aanvragen van ingedeelde inrichtingen Brussel aangaande :
a) de inrichtingen vermeld op de lijst A van titel I, hoofdstuk II, van het algemeen reglement voor arbeidsbescherming, geplaatst onder het toezicht van de Administratie van de arbeidsveiligheid;
b) de stoomketels, laagdrukstoomketels, stoomvaten en stoommachines, geplaatst onder het toezicht van de Administratie van de arbeidsveiligheid;
c) de schiethamers en de acetyleenontwikkelaars, terugslagveiligheden en reduceertoestellen;
d) de inrichtingen van klasse I en II vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
2° op de postrekening nr. 911.82 van het Ministerie van Economische Zaken, wat betreft :
a) de inrichtingen vermeld op de lijst A van titel I, hoofdstuk II, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, geplaatst onder het toezicht van de Administratie van het mijnwezen;
b) de stoomketels, laagdrukstoomketels, stoomvaten en stoommachines, geplaatst onder het toezicht van de Administratie van het mijnwezen;
3° op de postrekening nr. 000-2.005.917-54 van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, wat betreft de inrichtingen vermeld op de lijst B van titel I, hoofdstuk II, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming.
Art.6. Het bewijs van de storting of overschrijving wordt bij de aanvraag, het beroep of de verklaring gevoegd.
Art.7. <Wijzigingsbepaling>
Art.8. <Wijzigingsbepaling>
Art.9. <Wijzigingsbepaling>
Art.10. Het koninklijk besluit van 24 mei 1965 tot vaststelling van het bedrag der belasting voor het beproeven van stoom- en persluchttoestellen en van de wijze van inning ervan wordt opgeheven.
Art. 11. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Onze Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin, Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.