2 APRIL 1974. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden en modaliteiten voor de erkenning van de laboratoria en lichamen die, in het kader van de bestrijding van de geluidshinder, belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en inrichtingen. (NOTA : Opgeheven, wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, bij BESL1994-06-23/48, art. 13, 2°, 002; Inwerkingtreding : 25-07-1994) (NOTA : Opgeheven, wat het Waalse gewest betreft, bij BWG2010-07-01/07, art. 26, 005; Inwerkingtreding : 27-08-2010 ; zie ook art. 27) (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Overheid bij BVR2010-11-19/21, art. 87, 1°, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2011) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-1994 en tekstbijwerking tot 01-02-2011)
Art. 1-10
1986025183 1986025189 1989029263 1991031114 1991031120 1993036213 2009035825 2010204340 2011035078
Artikel 1.(Federaal) De erkenning door de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin van de in de artikelen 5 en 7 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, bedoelde laboratoria of lichamen, wordt onder de in dit besluit gestelde voorwaarden verleend.
Zij kan worden beperkt tot :
a) één of meer van de in de artikelen 5 en 7 van deze wet genoemde opdrachten;
b) een bepaald object dat in het kader van die opdrachten valt.
Art. 1. (Vlaamse Overheid) De erkenning door de [1 Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid]1 van de in de artikelen 5 en 7 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, bedoelde laboratoria of lichamen, wordt onder de in dit besluit gestelde voorwaarden verleend. Zij kan worden beperkt tot : a) één of meer van de in de artikelen 5 en 7 van deze wet genoemde opdrachten; b) een bepaald object dat in het kader van die opdrachten valt.
----------
(1)<BVR 2009-05-29/33, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.2.(Federaal) De erkenningsaanvraag moet worden gericht aan de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin; erbij worden gevoegd de bescheiden bestemd om te staven dat de in artikel 3 vereiste voorwaarden vervuld zijn.
In de aanvraag moeten de opdrachten waarvoor men erkend wenst te worden nader bepaald zijn.
Art. 2. (Vlaamse Overheid) De erkenningsaanvraag moet worden gericht aan de [1 Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid]1; erbij worden gevoegd de bescheiden bestemd om te staven dat de in artikel 3 vereiste voorwaarden vervuld zijn. In de aanvraag moeten de opdrachten waarvoor men erkend wenst te worden nader bepaald zijn.
----------
(1)<BVR 2009-05-29/33, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.3.(FEDERALE TEKST)
De erkenning is van de volgende voorwaarden afhankelijk :
1° de aanvrager moet het bewijs leveren dat :
a) hij beschikt over de lokalen, het materiaal, de wetenschappelijke apparatuur en documentatie, die nodig zijn om de in de aanvraag vermelde opdrachten te vervullen;
b) hij beschikt over het technische personeel dat vertrouwd is met de aard en de omvang van de in de aanvraag vermelde opdrachten;
c) het laboratorium onder de werkelijke leiding staat van een persoon die een universitair diploma bezit, waardoor hij de opleiding heeft ontvangen die met de in de aanvraag vermelde opdrachten overeenstemt.
2° de aanvrager moet de verbintenis aangaan :
a) aan de met het toezicht en controle belaste ambtenaren steeds toegang te verlenen tot de lokalen van het erkend laboratorium of van het erkende lichaam;
b) aan de met de inspectie van de milieuhinder belaste ambtenaren, en aan die van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie, al de inlichtingen betreffende de aangewende technieken en methoden mede te delen, wanneer zij er om verzoeken;
c) (de sonometers te keuren welke door de overheden, gelast met de controle op de toepassing van de wet betreffende de bestrijding van de geluidshinder en haar uitvoeringsbesluiten, worden aangeboden en hen hiervan een attest af te leveren dat de deugdelijk en de nauwkeurigheid van de apparatuur waarborgt voor een periode van 12 maanden.) <KB 15-4-1977>
3° de aanvrager moet de identiteit van de natuurlijke persoon of personen die het laboratorium of de instelling exploiteren, of, wanneer het om een rechtspersoon gaat, de statuten van de vereniging en de namen van haar zaakvoerders of beheerders mededelen.
4° wanneer het gaat om opdrachten zoals bedoeld in artikelen 7 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, moet de aanvrager de verbintenis aangaan :
a) de controlemetingen te verrichten waarom wordt verzocht door de ambtenaren die daartoe door de Koning zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van deze wet;
b) alleen aan die ambtenaren de uitslagen van die metingen mede te delen.
Art. 3. (VLAAMSE OVERHEID) De erkenning is van de volgende voorwaarden afhankelijk : 1° de aanvrager moet het bewijs leveren dat : a) hij beschikt over de lokalen, het materiaal, de wetenschappelijke apparatuur en documentatie, die nodig zijn om de in de aanvraag vermelde opdrachten te vervullen; b) hij beschikt over het technische personeel dat vertrouwd is met de aard en de omvang van de in de aanvraag vermelde opdrachten; c) het laboratorium onder de werkelijke leiding staat van een persoon die een universitair diploma bezit, waardoor hij de opleiding heeft ontvangen die met de in de aanvraag vermelde opdrachten overeenstemt. 2° de aanvrager moet de verbintenis aangaan : a) aan de met het toezicht en controle belaste ambtenaren steeds toegang te verlenen tot de lokalen van het erkend laboratorium of van het erkende lichaam; b) aan de met de inspectie van de milieuhinder belaste ambtenaren, en aan die van het [2 de afdeling, bevoegd voor erkenningen, zijnde de afdeling Milieuvergunningen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van het Vlaams Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie, zoals thans bepaald met toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries]2, al de inlichtingen betreffende de aangewende technieken en methoden mede te delen, wanneer zij er om verzoeken; c) [de sonometers te keuren welke door de overheden, gelast met de controle op de toepassing van de wet betreffende de bestrijding van de geluidshinder en haar uitvoeringsbesluiten, worden aangeboden en hen hiervan een attest af te leveren dat de deugdelijk en de nauwkeurigheid van de apparatuur waarborgt voor een periode van 12 maanden.] <KB 15-4-1977> 3° [1 de aanvrager moet de identiteit van de natuurlijke persoon of personen die het laboratorium of de instelling exploiteren, of, wanneer het om een rechtspersoon gaat, de statuten van de vereniging en de namen van haar zaakvoerders of beheerders mededelen aan de afdeling Milieuvergunningen van het Departement, zoals thans bepaald met toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Ministeries.]1 4° wanneer het gaat om opdrachten zoals bedoeld in artikelen 7 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, moet de aanvrager de verbintenis aangaan : a) de controlemetingen te verrichten waarom wordt verzocht door de ambtenaren die daartoe door de [2 Vlaamse Regering]2 zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van deze wet; b) alleen aan die ambtenaren de uitslagen van die metingen mede te delen.
----------
(1)<BVR 2008-12-12/74, art. 80, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2009>
(2)<BVR 2009-05-29/33, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.4. <Zie NOTA 1 onder TITEL> De directeur van het erkende laboratorium of van het erkende lichaam en de personen die belast zijn met de in artikelen 7 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder bedoelde opdrachten, mogen noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks belang hebben bij een firma die apparaten of toestellen, die met geluidsmeting of lawaaibestrijding te maken hebben, fabriceert of verhandelt.
Art.5.(Federaal) De aanvraag tot erkenning wordt aan een onderzoek onderworpen en wordt medegedeeld, op grond van artikel 4 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, aan ieder ander bevoegde Minister.
Art. 5. [1 De afdeling, bevoegd voor erkenningen, zijnde de afdeling Milieuvergunningen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van het Vlaams Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie, zoals thans bepaald met toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, onderzoekt de aanvraag tot erkenning en maakt deze samen met haar advies over aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid.]1
----------
(1)<BVR 2009-05-29/33, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.6.(FEDERALE TEKST)
De directeur van het erkend laboratorium of van het erkende lichaam moet :
1° in het geval van een opdracht genoemd in de artikelen 7 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, de resultaten van de metingen ondertekenen. Hij houdt een register bij voor de controlemetingen waarom hij werd verzocht door de ambtenaren die daartoe door de Koning zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van de wet; in dat register schrijft hij de gedane verrichtingen en de bekomen uitslagen in. Die registers moeten gedurende een periode van zes jaar bewaard worden.
2° in de andere gevallen, aan de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin de uitslagen zenden van de onderzoekingen.
Art. 6. (VLAAMSE OVERHEID) De directeur van het erkend laboratorium of van het erkende lichaam moet : 1° in het geval van een opdracht genoemd in de artikelen 7 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder, de resultaten van de metingen ondertekenen. Hij houdt een register bij voor de controlemetingen waarom hij werd verzocht door de ambtenaren die daartoe [2 door de Vlaamse Regering]2 zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van de wet; in dat register schrijft hij de gedane verrichtingen en de bekomen uitslagen in. Die registers moeten gedurende een periode van zes jaar bewaard worden. 2° in de andere gevallen, [1 aan de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid]1 de uitslagen zenden van de onderzoekingen.
----------
(1)<BVR 2008-12-12/74, art. 81, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2009>
(2)<BVR 2009-05-29/33, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art.7. <Zie NOTA 1 onder TITEL> De lijst van de erkende laboratoria en lichamen wordt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.8. <Zie NOTA 1 onder TITEL> De erkenning kan geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief worden ingetrokken wanneer een van de in artikel 3 van dit besluit bepaalde voorwaarden niet meer is vervuld, of wanneer de bepaling van de artikelen 4 en 6 van dit besluit niet meer nageleefd worden.
De betrokkene wordt uitgenodigd zijn verdedigingsmiddelen te doen gelden alvorens de intrekking wordt bevolen. Elke intrekking van een erkenning wordt per uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art.9.(Federaal) De honoraria voor de controlemetingen waarom wordt verzocht door de ambtenaren die daartoe door de Koning zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder worden volgens de door de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin bepaalde tarieven vereffend.
Betreffende de onderzoekingen, verricht in het kader van een programma van een bepaalde duur, kan de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin met de erkende laboratoria of lichamen een overeenkomst sluiten.
Art. 9. (Vlaamse Overheid) De honoraria voor de controlemetingen waarom wordt verzocht door de ambtenaren die daartoe door de [1 Vlaamse Regering]1 zijn aangewezen bij toepassing van de artikelen 9 en 10 van de wet van 18 juli 1973, betreffende de bestrijding van de geluidshinder worden volgens de door de [1 Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid]1 bepaalde tarieven vereffend. Betreffende de onderzoekingen, verricht in het kader van een programma van een bepaalde duur, kan de [1 Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid]1 met de erkende laboratoria of lichamen een overeenkomst sluiten.
----------
(1)<BVR 2009-05-29/33, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 03-09-2009>
Art. 10. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Onze Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.