Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

28 DECEMBER 1973. _ Wet betreffende de budgettaire voorstellen 1973-1974.(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-1973 en tekstbijwerking tot 21-08-2001)



Inhoudstafel:

Hoofdstuk I. Geldpolitiek.
Art. 1-2, 2bis, 3
Hoofdstuk II. Fiscale maatregelen.
Sectie 1. Aanpassing van de personenbelasting over lage en middelgrote bedrijfsinkomsten.
Art. 4-9
Sectie 2. Belastingheffing van bepaalde publiekrechtelijke instellingen.
Art. 11
Sectie 3. Wijzigingen aan het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en aan de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, gewijzigd door de wet van 4
Art. 12-22
Sectie 4. Wijzigingen aan de artikelen 99 en 100 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.
Art. 23-24
Hoofdstuk III. Wijzigingen aan de wet van 12 april 1973, houdende de Rijksmiddelenbegroting en de begroting van Buitengewone Ontvangsten voor het begrotingsjaar 1973.
Art. 25-27
Hoofdstuk IV. Fonds der provinciën en Gemeentefonds.
Art. 28-31
Hoofdstuk V. Bepalingen betreffende de betaling van de tegemoetkomingen verleend ten laste van het Fonds voor Economische Expansie en Regionale Reconversie.
Art. 32-33
Hoofdstuk VI. Wijzigingen aan de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen
Art. 34
Hoofdstuk VII. Gezinsbijslag.
Sectie 1. Gezinsbijslag voor de werklozen.
Art. 35
Sectie 2. Kinderbijslag verschuldigd voor kinderen ten laste van de openbare overheid geplaatst.
Art. 36
Hoofdstuk VIII. Ontbinding van de Verzekeringskas van het gewezen personeel in Afrika.
Art. 37-44
Hoofdstuk IX. Landbouwpolitiek.
Sectie 1. Verbetering van de diersoorten.
Art. 45
Sectie 2. Oprichting bij de Nationale Dienst voor de afzet van Land- en Tuinbouwprodukten, van een Fonds ter bevordering van de afzet en de valorisatie van Belgische agrarische en zeevisserijprodukten in binnen- en buitenland.
Art. 46-49
Hoofdstuk X. Beschikkingen waarbij de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen gemachtigd wordt, onder waarborg van de Staat, leningen aan te gaan tot dekking van de vernieuwingsuitgaven.
Art. 50
Hoofdstuk XI. Openbaar ambt en budgettaire controle.
Sectie 1. Aanwervingen in de openbare diensten.
Art. 51-52
Sectie 2. Wijzigingen aan de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 53-54
Diverse en overgangsbepalingen.
Art. 55-60



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Hoofdstuk I. _ Geldpolitiek.
Artikel 1. (opgeheven) <W 1998-02-22/47, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 5555-55-55> en bevestigd door <KB 1998-10-26/30, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-1999>

Art.2. (opgeheven) <W 1998-02-22/47, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 5555-55-55> en bevestigd door <KB 1998-10-26/30, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-1999>

Art. 2bis. (opgeheven) <W 1998-02-22/47, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 5555-55-55>

Art.3. (opgeheven) <W 1998-02-22/47, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 5555-55-55> en bevestigd door <KB 1998-10-26/30, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-1999>

Hoofdstuk II. _ Fiscale maatregelen.
Sectie 1. _ Aanpassing van de personenbelasting over lage en middelgrote bedrijfsinkomsten.
Art.4. <wijzigingsbepaling>

Art.5. <wijzigingsbepaling>

Art.6. <wijzigingsbepaling>

Art.7. <wijzigingsbepaling>

Art.8. <wijzigingsbepaling>

Art.9. <wijzigingsbepaling>

Sectie 2. _ Belastingheffing van bepaalde publiekrechtelijke instellingen.
Art.11. <wijzigingsbepaling>

Sectie 3. _ Wijzigingen aan het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en aan de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, gewijzigd door de wet van 4 juni 1971.
Art.12. <wijzigingsbepaling>

Art.13. <wijzigingsbepaling>

Art.14. <wijzigingsbepaling>

Art.15. <wijzigingsbepaling>

Art.16. <wijzigingsbepaling>

Art.17. <wijzigingsbepaling>

Art.18. <wijzigingsbepaling>

Art.19. <wijzigingsbepaling>

Art.20. <wijzigingsbepaling>
Art.20. <wijzigingsbepaling>

Art.21. <wijzigingsbepaling>

Art.22. <wijzigingsbepaling>

Sectie 4. _ Wijzigingen aan de artikelen 99 en 100 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.
Art.23. <wijzigingsbepaling>

Art.24. <wijzigingsbepaling>

Hoofdstuk III. _ Wijzigingen aan de wet van 12 april 1973, houdende de Rijksmiddelenbegroting en de begroting van Buitengewone Ontvangsten voor het begrotingsjaar 1973.
Art.25. <wijzigingsbepaling>

Art.26. <wijzigingsbepaling>

Art.27. <wijzigingsbepaling>

Hoofdstuk IV. _ Fonds der provinciën en Gemeentefonds.
Art.28. <opheffingsbepaling>

Art.29. <opheffingsbepaling>

Art.30. <wijzigingsbepaling>

Art.31. <wijzigingsbepaling>

Hoofdstuk V. _ Bepalingen betreffende de betaling van de tegemoetkomingen verleend ten laste van het Fonds voor Economische Expansie en Regionale Reconversie.
Art.32. <opheffingsbepaling>

Art.33. <Opheffingsbepaling>

Hoofdstuk VI. _ Wijzigingen aan de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen
Art.34. <wijzigingsbepaling>

Hoofdstuk VII. _ Gezinsbijslag.
Sectie 1. _ Gezinsbijslag voor de werklozen.
Art.35. <opheffingsbepaling>

Sectie 2. _ Kinderbijslag verschuldigd voor kinderen ten laste van de openbare overheid geplaatst.
Art.36. <opheffingsbepaling>

Hoofdstuk VIII. _ Ontbinding van de Verzekeringskas van het gewezen personeel in Afrika.
Art.37. De Verzekeringskas van het gewezen personeel in Afrika opgericht door de wet van 12 april 1965 wordt ontbonden.
  De Staat treedt in haar rechten en verplichtingen die de dienst der overlevingsrenten, de wezenuitkeringen en de uitkeringen voor ongevallen overkomen buiten de dienst betreffen.
  (Lid 3 opgeheven) <W 1993-08-06/30, art. 4, §2, 010; Inwerkingtreding : 01-01-1994>
  De eindrekeningen van de Kas worden goedgekeurd door de Minister die ze beheerde.

Art.38. Het vermogen in speciën van de Kas wordt in de Staatskas gestort.
  De in haar portefeuille berustende effecten worden bewaard door de Deposito- en Consignatiekas. Deze neemt het beheer erover waar en zorgt voor de eventuele teruggave ervan, houdt een afzonderlijke comptabiliteit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 betreffende haar organiek statuut en stort haar inkomsten alsook de opbrengsten van de afgeloste obligaties op de rijksmiddelenbegroting.

Art.39. De verrichtingen die uit deze wet voortvloeien worden ingeschreven op een artikel van de afzonderlijke sectie van de begroting der pensioenen. Dit artikel wordt gestijfd met de afhoudingen en stortingen waarin door artikel 5 van de organieke wet van 12 april 1965 van de Verzekeringskas van het gewezen personeel in Afrika is voorzien.
  De Schatkist is gemachtigd voorschotten te verlenen wanneer de rekening opgenomen in het artikel van de afzonderlijke sectie waarvan sprake in het 1e lid zich in een debettoestand bevindt.

Art.40. <wijzigingsbepaling>

Art.41. <wijzigingsbepaling>

Art.42. De wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector is niet toepasselijk op de personen die de voordelen genieten bepaald in het decreet van 28 juni 1957 houdende statuut van de Koloniale Verzekeringskas.

Art.43. <opheffingsbepaling>

Art.44. De moeilijkheden waartoe de toepassing van onderhavige wet aanleiding zou kunnen geven wordt geregeld door de Koning op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de Administratie der Pensioenen behoort.

Hoofdstuk IX. _ Landbouwpolitiek.
Sectie 1. _ Verbetering van de diersoorten.
Art.45. (opgeheven) <KBN426 1986-08-05/35, art. 3, 003>

Sectie 2. _ Oprichting bij de Nationale Dienst voor de afzet van Land- en Tuinbouwprodukten, van een Fonds ter bevordering van de afzet en de valorisatie van Belgische agrarische en zeevisserijprodukten in binnen- en buitenland.
Art.46. (opgeheven) <W 11-04-1983, art. 8>

Art.47. (opgeheven) <W 11-04-1983, art. 8>

Art.48. (opgeheven) <W 11-04-1983, art. 8>

Art.49. (opgeheven) <W 11-04-1983, art. 8>

Hoofdstuk X. _ Beschikkingen waarbij de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen gemachtigd wordt, onder waarborg van de Staat, leningen aan te gaan tot dekking van de vernieuwingsuitgaven.
Art.50. (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap bij DVR 2001-04-20/45, art. 70; Inwerkingtreding : 30-07-2004) (De Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen wordt ertoe gemachtigd leningen aan te gaan, met het oog op de financiering van de vernieuwing van haar rollend materieel, haar uitrusting en haar vaste installaties, tot het beloop van een bedrag dat 12 miljard frank niet mag overschrijden.) <W 8-08-1980, art. 218>
  De in vorig lid bepaalde grens betreft het nog terug te betalen bedrag in hoofdsom van de leningen.
  De Koning wordt ertoe gemachtigd de Staatswaarborg te verlenen voor de betaling van de renten en de aflossing van het kapitaal van deze leningen.

Hoofdstuk XI. _ Openbaar ambt en budgettaire controle.
Sectie 1. _ Aanwervingen in de openbare diensten.
Art.51. (opgeheven) <W 1993-07-22/33, art. 36, 009; Inwerkingtreding : 14-08-1993>

Art.52. <opheffingsbepaling>

Sectie 2. _ Wijzigingen aan de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
Art.53. <wijzigingsbepaling>

Art.54. <wijzigingsbepaling>

Diverse en overgangsbepalingen.
Art.55. Ongeacht het bepaalde in artikelen 56 tot 60 treedt deze wet in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad is bekend gemaakt.

Art.56. De bepalingen van artikel 35 hebben uitwerking op 1 januari 1973.

Art.57. De beschikkingen van artikelen 4, 6 en 8 tot 22 zijn van toepassing met ingang van het aanslagjaar 1974.

Art.58. Met betrekking tot in artikel 94 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen bedoelde vennootschappen, verenigingen, instellingen of organismen welke ingevolge deze wet vanaf het aanslagjaar 1974 worden belast volgens artikel 126 van hetzelfde Wetboek, en in afwijking van de artikelen 89 en 129 van hetzelfde Wetboek, wordt geen vermeerdering toegepast op ieder som welke onder de voorwaarden en volgens de regelen bepaald in uitvoering van artikel 90 van hetzelfde Wetboek, in mindering van de voor dat aanslagjaar verschuldigde vennootschapsbelasting wordt gestort, uiterlijk binnen de maand die volgt op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

Art.59. De bepalingen van artikel 12, 2°, zijn van toepassing op de aanslagen die niet definitief geworden zijn op de datum waarop deze wet in werking treedt.

Art. 60. De bepalingen van artikelen 23 en 24, 32 tot 34 en 36 tot 50 treden in werking op 1 januari 1974.