Details





Titel:

14 MAART 1973. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-04-1989 en tekstbijwerking tot 27-06-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  1999012463  2007201518  2023202831 



Artikels:

Artikel 1.<KB 1989-04-08/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 1989-04-30> § 1. Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd " Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ", dat bevoegd is voor de werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten en hun werkgevers, zijnde :
  1° de ondernemingen die ofwel gelijktijdig, ofwel afzonderlijk groot- of kleinhandel drijven in produkten van de voedingsnijverheid, de land- en tuinbouw, de veefokkerij, de jacht en de visvangst zonder deze produkten een bewerking te doen ondergaan die meer arbeid vereist dan die welke noodzakelijk is voor de verpakking ervan;
  2° de ambachtslieden die de handel drijven zoals bepaald in 1° en de produkten fabriceren of verwerken die hoofdzakelijk bestemd zijn om aan de verbruiker rechtstreeks te worden verkocht;
  3° de ondernemingen die ofwel gelijktijdig, ofwel afzonderlijk groot- of kleinhandel drijven in levende dieren bestemd voor de voeding.
  (4° de ondernemingen, met uitsluiting van deze die onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf ressorteren, die hoofdzakelijk voedingswaren opslaan of, met het oog op het vervoer, bestellingen van voedingswaren voorbereiden of klaarmaken, zonder deze meer arbeid te doen ondergaan dan die welke noodzakelijk is voor de verpakking ervan.) <KB 1999-06-04/57, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 02-10-1999>
  (NOTA : KB 1999-06-04/57 is vernietigd bij het arrest nr 150.288 van de Raad van State van 17-10-2005, zie B.St. van 05-12-2005, p. 52366)
  Onder de door deze ondernemingen of ambachtslieden uitgeoefende activiteiten vallen die welke betrekking hebben op :
  1° de slagerij, spekslagerij, penserij;
  2° de groothandel in vlees;
  3° de groot- en/of kleinhandel in bier, mineraal water, limonades, vruchtesap;
  4° de groot- en/of kleinhandel in wijn, alcoholische dranken en likeuren, behalve als er alcohol wordt gestookt;
  5° de groot- en/of kleinhandel in vruchten, groenten, aardappelen, bloemen en planten;
  6° de groentemarkten en veilingen waar landbouw-, tuinbouw- en wijnprodukten worden verkocht;
  7° de groot- en/of kleinhandel in wild, gevogelte, eieren, boter, kaas, melk, vis;
  8° de veilingen waar wild, gevogelte, eieren, boter, kaas, melk en vis worden verkocht;
  9° de kruidenhandel;
  10° de markten;
  11° de kruidenierswinkels;
  12° de handel in levensmiddelen in het algemeen en in voedingsspecialiteiten;
  13° de koffiebranderij, wanneer zij een bijkomende activiteit van de handel is;
  14° de handel in granen en zaden;
  15° de handel in veevoeder, haver, oliekoeken en andere produkten voor dierenvoeding;
  [1 16° de handel in sigaren, sigaretten, rook- en pruimtabak.]1
  § 2. (a) Onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren niet de depots en/of handelsafdelingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren;
  b) het paritair comité is niet bevoegd voor de ondernemingen gelijkgesteld met ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen zoals bepaald in het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, behalve als deze activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een handelsactiviteit.) <KB 2007-05-07/48, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 10-06-2007>
  ----------
  (1)<KB 2023-06-05/01, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 07-07-2023>

Art.2. <Opheffingsbepaling>

Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.