Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

21 FEBRUARI 1973. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart. (NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij <KB2008-10-06/34, art. 7, 4°; Inwerkingtreding : onbepaald >) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 17-10-2008).



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  2000012920  2001012224  2008013186 



Artikels:

Artikel 1. <KB 1992-05-04/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 14-06-1992>
  § 1. (Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en de varende werknemers in het algemeen en hun werkgevers, waarvan de ondernemingen door hun activiteiten behoren tot minstens één van de volgende bedrijfstakken, ongeacht of de activiteiten zich voordoen op de rijkswaterwegen of andere waterwegen;) <KB 2001-04-02/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-04-2001>
  § 2. Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, waarvan de ondernemingen door hun activiteiten behoren tot minstens één van de volgende bedrijfstakken :
  1° de binnenscheepvaart, zijnde het vervoer, ongeacht de gebruikte middelen of techniek, van goederen en produkten op de binnenwateren, zowel in binnen- als buitenland;
  2° de sleepvaart, zijnde het slepen, duwen of voorttrekken van zee- of binnenschepen op de binnenwateren;
  3° het reddingswerk te water;
  4° het vervoer van personen en van dieren op de binnenwateren;
  5° de veerdiensten;
  6° (de pleziervaart, zowel voor sport- als vrijetijdsdoeleinden, en de pleziervaart aan de kust binnen de territoriale wateren;) <KB 2001-04-02/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-04-2001>
  7° de passagiervaart;
  8° het loodsen van schepen op de binnenwateren;
  9° de mondingvaart;
  10° de activiteiten met betrekking tot de bunkering en de bevoorrading in olie van schepen door schepen.
  (11° de rivier- en kanaalarbeid, met uitzondering van de arbeid verricht in de havengebieden ressorterend onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf en de bagger-, zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken.) <KB 2001-04-02/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-04-2001>
  § 3. Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart is eveneens bevoegd voor de werknemers die worden tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst wegens dienst op binnenschepen of die worden tewerkgesteld op een binnenschip of een dergelijk vaartuig, gebezigd voor eigen rekening en/of zonder winstoogmerk alsmede voor hun werkgevers, wat die tewerkstelling betreft.
  § 4. Onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vallen niet, de onder § 2 en § 3 vermelde werknemers en hun werkgevers voor wie het Paritair Comité voor het bouwbedrijf bevoegd is.

Art.2. <Opheffingsbepaling>

Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.