15 DECEMBER 1972. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 juni 1969 tot vaststelling van de maximumprijs per bed die in aanmerking dient genomen voor de toepassing van het koninklijk besluit van 4 juni 1969 betreffende de staatstussenkomst inzake toelagen aan ondergeschikte besturen, aan instellingen van openbaar nut en aan verenigingen zonder winstoogmerk, voor het bouwen van tehuizen voor alleenstaande volwassen gehandicapten, voor de aanpassing met dat doel van bestaande inrichtingen, alsmede voor hun uitrusting en eerste meubilering.
Art. 1-3, 3bis, 4-5
Artikel 1. De maximumprijs, voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 4 juni 1969 betreffende de staatstussenkomst inzake toelagen aan ondergeschikte besturen, aan instellingen van openbaar nut en aan verenigingen zonder winstoogmerk, voor het bouwen van tehuizen voor alleenstaande volwassen gehandicapten, voor de aanpassing met dat doel van bestaande inrichtingen alsmede voor hun uitrusting en eerste meubilering is vastgesteld op 475 000 frank per bed.
Art.2. Het in voorgaand artikel vastgesteld maximumbedrag berekend op 1 januari 1973, dekt de algemene onkosten alsmede allerhande taksen. Het omvat de aankoop van materieel en apparatuur.
Art.3. Zullen eveneens buiten dit maximum van de toelage kunnen genieten de herzieningen voortspruitend uit de schommelingen van de lonen, de sociale lasten en allerhande taksen die zich voordoen tijdens de uitvoering der werken.
Art. 3bis. <MB 21-11-1975, art. 1> De herzieningen op de materialenprijzen toegestaan in uitvoering van artikel 16.B van het ministerieel besluit van 14 oktober 1964 aangaande de administratieve en technische contractuele bepalingen die het algemeen lastenkohier van de overeenkomsten van de Staat uitmaken, zijn vatbaar vor subsidiëring in de voorwaarden bepaald bij het ministerieel rondschrijven van 31 juli 1975.
Art.4. De bij het ministerieel besluit van 5 juni 1969 vastgestelde maximumprijs blijft toepasselijk op de overeenkomsten waarvoor een eerste toelagevastlegging werd verleend vóór 1 januari 1973.
Art. 5. Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 1973.
<Dit besluit wordt opgeheven bij MB 23-01-1976, maar blijft toepasselijk op de overeenkomsten waarvoor een eerste toelagevastlegging werd verleend vóór 1 januari 1974.>