4 SEPTEMBER 1972. - Koninklijk besluit betreffende de hoeveelheidsaanduiding.
Art. 1-3, 3bis, 3ter, 4-5
Artikel 1. Onverminderd de toepassing van bijzondere reglementeringen met betrekking op bepaalde produkten dient de bij de artikelen 6, 7, 9 en 10 van de wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken verplicht gestelde hoeveelheidsaanduiding overeen te stemmen met de werkelijkheid bij de verkoop aan de consument.
Art.2. In afwijking op het bepaalde in artikel 1 van dit besluit en voor de produkten die, wegens de aard van hun conditionering, onderhevig zijn aan uitdroging of vochtsopslorping, kan de Minister van Economische Zaken, op verzoek van de betrokkenen en na raadpleging van de representatieve beroepsvereniging van de belanghebbende sector en van de Raad voor het Verbruik, toelaten dat de aangeduide hoeveelheid dat zij die hetzij op het ogenblik van de verpakking hetzij op het ogenblik van de invoer bestond.
In dit geval volgen de woorden "bij verpakking" of "bij invoer" de aanduiding van de hoeveelheid.
Art.3. Voor de in voorgaande artikelen bedoelde produkten, kan de Minister van Economische Zaken, na het advies te hebben ingewonnen van de Raad van het Verbruik, de aanvaardbare maximum afwijking bepalen tussen aangeduide en werkelijke hoeveelheid, toe te schrijven aan de onvermijdelijke onvolmaaktheid der conditioneringstechnieken. De gemiddelde hoeveelheid, opgenomen bij een aantal monsters, mag echter nooit minder bedragen dan de aangeduide hoeveelheid.
Art. 3bis. <KB 30-01-1975, art. 2> De hoeveelheid moet ingedrukt worden in massa voor de vaste stoffen en in volume voor de vloeistoffen.
Deze bepaling is eveneens van toepassing voor de produkten die los verkocht worden.
De Minister van Economische Zaken kan bepalen wat onder "vaste stoffen" en "vloeistoffen" dient verstaan.
Art. 3ter. <KB 30-01-1975, art. 2> § 1. Al wie voorverpakte produkten waarvan de hoeveelheden door de verkoper niet vooraf vastgesteld zijn te koop aanbiedt, moet in de nabijheid van het rek waar deze produkten uitgestald zijn een verifikatiebalans ter beschikking van de verbruikers stellen.
§ 2. Wat de in de eerste paragraaf bedoelde produkten betreft, moet de hoeveelheid aangeduid worden op hetzelfde etiket waarop de prijs en de eenheidsprijs voorkomen.
Art.4. Dit besluit treedt in werking dertig dagen nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.