Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 OKTOBER 1971. - Koninklijk besluit houdende oprichting en regeling van een Interministeriële coördinatiecommissie voor de voorkoming en bestrijding van de luchtverontreiniging.



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

 



Artikels:

Artikel 1. Bij het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin wordt een Interministeriële coördinatiecommissie voor de voorkoming en bestrijding van de luchtverontreiniging opgericht, die hierna de " Commissie " wordt genoemd.

Art.2. De Commissie is belast met :
  1° de voorbereiding van de verordeningen die in het raam van de wet van 28 december 1946 moeten worden vastgesteld;
  2° het verstrekken van advies over de vraagstukken die door de Minister van Volksgezondheid worden voorgelegd in verband met de voorkoming en bestrijding van de luchtverontreiniging;
  3° het indienen bij de Minister van Volksgezondheid, op eigen initiatief, van voorstellen die zij noodzakelijk acht voor de voorkoming en bestrijding van de luchtverontreiniging;
  4° het coördineren van de werken die door de verschillende ministeriële departementen in dat vlak worden uitgevoerd.

Art.3. De Commissie is samengesteld uit vijfentwintig leden, onder wie een voorzitter, twee ondervoorzitters en een secretaris. Voor elk gewoon lid wordt een vervanger aangewezen.
  De leden worden als volgt aangewezen;
  1° een ambtenaar van de diensten van de Eerste Minister;
  2° een ambtenaar van de diensten van de Minister belast met Wetenschapsbeleid en -programmatie;
  3° zeven ambtenaren van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, onder wie één vertegenwoordiger van het Bestuur van het Gezin en van de Huisvesting;
  4° vier ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken;
  5° vier ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid;
  6° vier ambtenaren van het Ministerie van Openbare Werken;
  7° een ambtenaar van het Ministerie van Landbouw;
  8° een ambtenaar van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
  9° een ambtenaar voorgesteld door de Minister van Nationale Opvoeding en die het Koninklijk Meteorologisch Instituut vertegenwoordigt;10° een ambtenaar van het Ministerie van Verkeerswezen en van Posterijen, Telegrafie en Telefonie.

Art.4. De voorzitter, de twee ondervoorzitters en de secretaris van de Commissie worden aangewezen door de Minister van Volksgezondheid, op de respectieve voordracht, wat de twee ondervoorzitters aangaat, van de Minister van Economische Zaken en van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.

Art.5. De leden van de Commissie alsmede de plaatsvervangers worden benoemd door de Minister van Volksgezondheid op de voordracht, voor wat betreft de leden die niet behoren tot het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de Minister onder wie ze ressorteren.

Art.6. De Commissie stelt haar reglement van orde vast en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister van Volksgezondheid.

Art.7. Het dagelijks bestuur van de Commissie is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitters en de secretaris.
  Om de zes maanden legt het de opgeroepen leden het algemeen programma der werkzaamheden voor de komende zes maanden ter goedkeuring voor; bij die gelegenheid wordt de balans van het verrichte of aan de gang zijnde werk opgesteld.
  Voor de verschillende in artikel 2 vermelde taken, kan het tijdelijke werkgroepen oprichten, die de bij de opgeworpen vraagstukken rechtstreeks betrokken leden zullen groeperen.
  De conclusies van de werkgroep worden aan de Commissie medegedeeld.

Art.8. Het dagelijks bestuur kan, op eigen initiatief of op verzoek van een werkgroep, deze machtigen een beroep te doen op bevoegde buitenstaanders.

Art.9. § 1. Personen op wie een beroep wordt gedaan hebben recht op :
  1° de terugbetaling van de reiskosten onder voorwaarden die zijn bepaald in het koninklijk besluit van 18 januari 1965, houdende algemene regeling inzake reiskosten;
  2° de vergoeding van verblijfkosten onder de voorwaarden van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries;
  3° een zitpenning, waarvan bedrag en voorwaarden zijn bepaald voor de leden van vaste commissies bij het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin.
  § 2. Voor de toepassing van de bepalingen vermeld in § 1, 1° en 2° worden de personen op wie een beroep wordt gedaan, gelijkgesteld met de ambtenaren van de rangen 15 tot 17.
  § 3. De personen op wiens medewerking een beroep wordt gedaan, kunnen vergoed voor het werk en de rapporten waarmee ze door de Commissie of door het dagelijks bestuur worden belast.
  De bepalingen van § 1, 3° en van § 3, eerste lid, van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de leden van de Commissie wanneer de deelneming aan de zittingen van de Commissie drukke bezigheden met zich bracht en directe bijkomende prestaties nodig maakte die buiten het kader van de normale werkzaamheden van het betrokken personeelslid vallen.
  De honorariumschaal wordt door de Minister van Volksgezondheid vastgesteld, op gunstig advies van de Inspectie van Financiën.

Art. 10. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.