3 JULI 1971. - Wet tot indeling van de leden van de wetgevende Kamers in taalgroepen en houdende diverse bepalingen betreffende cultuurraden voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenschap. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-01-2003 en tekstbijwerking tot 22-08-2012)
HOOFDSTUK I. - Indeling van de leden van de wetgevende Kamers in taalgroepen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de cultuurraden voor de Nederlandse en voor de Franse cultuurgemeenschap.
Afdeling I. - Bepalingen ter voorkoming van elke discriminatie om ideologische en filosofische redenen.
Art. 4-6
Afdeling II. - Taal waarin de decreten worden bekrachtigd, afgekondigd en bekendgemaakt en inwerkingtreding.
Art. 7-9
Afdeling III. - Procedure ter voorkoming en regeling van conflicten tussen de wet en het decreet, en tussen de decreten.
Art. 10-21
Afdeling IV. - Algemene bepalingen.
Art. 22-24
Overgangsbepaling.
Art. 25
HOOFDSTUK I. - Indeling van de leden van de wetgevende Kamers in taalgroepen.
Artikel 1.§ 1. Voor de bij de Grondwet bepaalde gevallen worden de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in een Nederlandse en in een Franse taalgroep ingedeeld overeenkomstig het hierna bepaalde :
1° de volksvertegenwoordigers gekozen door de kiescolleges die tot het Nederlands taalgebied behoren maken deel uit van de Nederlandse taalgroep van de Kamer van Volksvertegenwoordigers; de volksvertegenwoordigers gekozen door de kiescolleges die tot het Frans taalgebied behoren en de volksvertegenwoordigers gekozen door het kiescollege van het arrondissement Verviers maken deel uit van de Franse taalgroep van de Kamer van Volksvertegenwoordigers;
2° (De volksvertegenwoordigers die verkozen zijn op in [1 de kieskring Brussel-Hoofdstad]1 ingediende lijsten, waarvan de kandidaten hebben verklaard dat ze Franstalig zijn, maken deel uit van de Franse taalgroep.
De volksvertegenwoordigers die verkozen zijn op in [1 de kieskring Brussel-Hoofdstad]1 ingediende lijsten, waarvan de kandidaten hebben verklaard dat ze Nederlandstalig zijn, maken deel uit van de Nederlandse taalgroep.) <W 2002-12-13/41, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2003; deze wijzigingsbepaling werd nochtans vernietigd bij arrest nr 73/2003 van 26-05-2003 van het Arbitragehof, B.S. 06-06-2003, p. 30897-30905>
§ 2. (...). <W 1993-07-16/31, art. 100, Inwerkingtreding : 21-05-1995>
----------
(1)<W 2012-07-19/33, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 22-08-2012>
Art.2. <W 1993-07-16/31, art. 101, Inwerkingtreding : 21-05-1995> De taalgroepen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Senaat kunnen elk hun reglement van orde vaststellen.
Art.3. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>
HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de cultuurraden voor de Nederlandse en voor de Franse cultuurgemeenschap.
Afdeling I. - Bepalingen ter voorkoming van elke discriminatie om ideologische en filosofische redenen.
Art.4. Een met redenen omklede motie, ondertekend door ten minste een vierde van de leden van een cultuurraad en ter tafel gelegd na de indiening van het verslag en vóór de eindstemming in de openbare vergadering, kan verklaren dat de bepalingen die zij aanwijst in een ontwerp of voorstel van decreet, dat bij deze cultuurraad aanhangig is, een discriminatie om ideologische en filosofische redenen inhouden.
Art.5. De voorzitters van de Wetgevende Kamers en van de twee cultuurraden, zitting houdende als college, beslissen over de ontvankelijkheid van de motie, gelet op de bepalingen van artikel 4.
Bij staking van stemmen is de motie ontvankelijk.
De beslissing van ontvankelijkheid schorst het onderzoek van de bestreden bepalingen.
In dat geval wordt het ontwerp of voorstel van decreet alsmede de motie verwezen naar de Wetgevende Kamers, die uitspraak doen over de gegrondheid van de motie.
Art.6. De behandeling van de in de motie aangewezen bepalingen kan door de cultuurraad slechts worden hervat nadat elk van de Wetgevende Kamers de motie ongegrond heeft verklaard.
Afdeling II. - Taal waarin de decreten worden bekrachtigd, afgekondigd en bekendgemaakt en inwerkingtreding.
Art.7. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>
Art.8. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>
Art.9. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>
Afdeling III. - Procedure ter voorkoming en regeling van conflicten tussen de wet en het decreet, en tussen de decreten.
Art.10. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.11. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.12. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.13. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.14. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.15. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.16. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.17. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.18. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.19. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.20. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Art.21. (...) (gecoordineerd bij KB 1973-01-12/30, art. 2)
Afdeling IV. - Algemene bepalingen.
Art.22. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>
Art.23. De Koning is gemachtigd de bepalingen van hoofdstuk II, afdeling III, van deze wet te coördineren met de bepalingen van de wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van State, gewijzigd bij de wetten van 11 juni 1952, 18 maart 1954, 15 februari 1955, 15 april 25. 1958, 8 februari 1962, 29 juli 1963, 2 april 1965, 5 december 1968, 7 juli 1969 en 3 juni 1971.
Te dien einde mag de Koning :
a) de orde van de nummering van de titels, hoofdstukken, afdelingen, artikelen, paragrafen en alinea's van de te coördineren teksten wijzigen, ze anders indelen en sommige bepalingen indelen in nieuwe titels, hoofdstukken of afdelingen en deze van een opschrift voorzien;
b) de verwijzingen die in de te coördineren teksten voorkomen wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe nummering;
c) de vorm van de te coördineren teksten wijzigen om hun overeenstemming te verzekeren en de eenheid in de terminologie te vrijwaren.
Art.24. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Overgangsbepaling.
Art. 25. (Opgeheven) <W 1980-08-09/01, art. 49, Inwerkingtreding : 01-10-1980>