27 APRIL 1971. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het percentage en de toekenningsvoorwaarden van de door de Staat verleende subsidies voor het bouwen, inrichten, uitbreiden, moderniseren en uitrusten van speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten. (NOTA 1 : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG 1988-11-16/34, art. 5, 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1988) (NOTA 2 : opgeheven voor de Vlaamse Regering bij BVR 1994-07-06/43, art. 16, Inwerkingtreding : 01-07-1994) (NOTA : opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij DEC2010-10-29/10, art. 12, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2011) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2017-09-21/07, art. 3,3°, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2017)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-05-1989 en tekstbijwerking tot 06-10-2017)
Art. 1-8
Artikel 1. Binnen de perken van de op de begroting uitgetrokken kredieten kan de Minister van Volksgezondheid toelagen verlenen aan ondergeschikte besturen, aan instellingen van openbaar nut en aan verenigingen zonder winstoogmerk voor het bouwen, het inrichten, het uitbreiden, het moderniseren en uitrusten, van de hiernavolgende inrichtingen, die erkend zijn of kunnen erkend worden op grond van de voornoemde koninklijke besluiten:
1. tehuizen of speciale inrichtingen die, in de vorm van internaten, behoeftige oligofrenen, wier toestand de opneming in een psychiatrische inrichting niet vergt, herbergen of zullen kunnen herbergen.
2. instellingen die, onder de vorm van internaten of semi-internaten, gehandicapten, wier onderhoudskosten worden of kunnen worden ten laste genomen door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg, herbergen of zullen kunnen herbergen.
3. tehuizen die gehandicapte meerderjarigen, wier onderhoudskosten worden of kunnen worden ten laste genomen door het onder 2 van dit artikel vermelde Fonds, herbergen of zullen kunnen herbergen.
Art.2. Komen niet in aanmerking voor het verlenen van de in artikel 1 bedoelde toelagen :
De tehuizen bestemd voor de opneming van volwassen gehandicapten die door eigen arbeid geheel of gedeeltelijk in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De tehuizen voor kort-verblijf voor de opneming van gehandicapten voor wie de familieleden, ingevolge buitengewone omstandigheden, tijdelijk niet kunnen zorgen.
Art.3. Het percentage van de toelage is vastgesteld op 60 pct. van de kostprijs van de werken, leveringen en prestaties, voor zover die kostprijs het maximum niet overschrijdt dat periodiek door de Minister van Volksgezondheid wordt vastgesteld. De prijs van de grond kan ook in aanmerking worden genomen, binnen de perken van dit maximum, wanneer het een nieuwbouw betreft.
Art. 3. Waalse Gewest. (KB 1977-03-03/02, art. 2)
Voor het Waalse gewest wordt voor 80 pct. tussengekomen in de kosten der werken, leveringen, en prestaties voor zover deze prijs het maximum niet overschrijdt, dat door de Minister die voor Wallonië bevoegd is voor de Volksgezondheid, periodiek wordt vastgesteld. Wanneer het een nieuwbouw betreft, mag de prijs van de grond, binnen de perken van dit maximum, eveneens in aanmerking worden genomen.)
Het bedrag van de toelage wordt echter vastgesteld :
a) op 90 pct. van de kostprijs van de werken, leveringen en prestaties, binnen de grenzen van de werken die onontbeerlijk zijn om de inrichting, die reeds vóór 1 januari 1977 een bestemming had zoals bepaald in artikel 1, in de mogelijkheid te stellen op bevredigende wijze te voldoen aan de veiligheidseisen betreffende de speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten;
b) op 90 pct. van de kostprijs van de bijkomende werken, leveringen en prestaties, die worden geëist tijdens de uitwerking van een project voor nieuwbouw, ingeval voor dit project door de bevoegde brandweerdienst een attest was afgeleverd, bevestigend dat aan de reglementaire eisen inzake veiligheid in de speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten was voldaan en nadien evenwel bijkomende werken, leveringen en prestaties noodzakelijk blijken om aan de veiligheidseisen te beantwoorden.
(NOTA : de oude versie van artikel 3 blijft van kracht in sommige gevallen, volgens art. 2 van het KB van 3-03-1977: "Het percentage van de toelage is vastgesteld op 60 pct. van de kostprijs van de werken, leveringen en prestaties, voor zover die kostprijs het maximum niet overschrijdt dat periodiek door de Minister van Volksgezondheid wordt vastgesteld. De prijs van de grond kan ook in aanmerking worden genomen, binnen de perken van dit maximum, wanneer het een nieuwbouw betreft.")
Art. 3. Brusselse gewest. <KB 1977-05-02/02, art. 2>
Voor het Brusselse gewest wordt voor 80 pct. tussengekomen in de kosten der werken, leveringen en prestaties voor zover deze prijs het maximum niet overschrijdt dat door de Minister die voor het Brusselse gewest bevoegd is voor de Volksgezondheid, periodiek wordt vastgesteld. Wanneer het een nieuwbouw betreft, mag de prijs van de grond, binnen de perken van dit maximum, eveneens in aanmerking worden genomen.
Het bedrag van de toelage wordt echter vastgesteld :
a) op 90 pct. van de kostprijs van de werken, leveringen en prestaties, binnen de grenzen van de werken die onontbeerlijk zijn om de inrichting, die reeds vóór 1 januari 1977 een bestemming had zoals bepaald in artikel 1, in de mogelijkheid te stellen op bevredigende wijze te voldoen aan de veiligheidseisen betreffende de speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten;
b) op 90 pct. van de kostprijs van de bijkomende werken, leveringen en prestaties, die worden geëist tijdens de uitwerking van een project voor nieuwbouw, ingeval voor dit project door de bevoegde brandweerdienst een attest was afgeleverd, bevestigend dat aan de reglementaire eisen inzake veiligheid in de speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten was voldaan en nadien evenwel bijkomende werken, leveringen en prestaties noodzakelijk blijken om aan de veiligheidseisen te beantwoorden.
Art.4. De toelagen worden enkel verleend wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) het voorontwerp van de werken en van de uitrusting moet door de Minister van Volksgezondheid zijn goedgekeurd.
b) de aanvrager moet er zich toe verbinden :
de normen na te komen die met het oog op de erkenning van de inrichtingen bedoeld in artikel 1 van dit besluit, zijn voorgeschreven;
de bestemming van de inrichting zonder voorafgaande toelating van de Minister van Volksgezondheid niet te wijzigen, op straf van terugbetaling van de als toelage ontvangen sommen;
de gesubsidieerde gebouwen op een onafgebroken wijze voor hun volle waarde te verzekeren tegen brand-, bliksem-, ontploffings- en electriciteitsgevaar;
c) de aanvrager moet het bewijs leveren dat hij voor het financieren van zijn aandeel in de kostprijs kan instaan.
Art.5. De Minister van Volksgezondheid bepaalt de wijze waarop de aanvragen moeten worden ingediend, de dossiers onderzocht en de toelagen uitgekeerd.
Art.6. ... (NOTA : al. 1 heft het KB 15-06-1964 op)
Evenwel blijven de lopende overeenkomsten beheerst door de bepalingen van het voormeld besluit, voor zover een eerste toelageverbintenis ten laste van de buitengewone begroting voor het dienstjaar 1970 of voorgaande dienstjaren werd verricht.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1971.
Art. 8. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.