Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 MAART 1971. _ Koninklijk besluit tot verhoging van het bedrag van de bijzondere tegemoetkoming bepaald bij artikel 11 van de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan minder-validen. (Dit KB werd opgeheven bij art. 38, 2°, van het KB 24-12-1974. Deze bepalingen blijven nochtans de toekenning van de gewone en bijzondere tegemoetkomingen die daadwerkelijk vóór 1 januari 1975 is ingegaan en die in artikel 36 beoogd worden verder regelen.) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 22-12-2001).



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1994022206  2001003604 



Artikels:

Artikel 1. Het bedrag van de bijzondere tegemoetkoming bepaald bij artikel 11 van de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen wordt verhoogd met (2 506,90 EUR) per jaar. <KB 2001-12-11/45, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.2. De verhoging bedoeld bij artikel 1 wordt niet toegekend:
  1° aan de minder-valide die gerechtigd is op een tegemoetkoming van ten huize gesequestreerde;
  2° aan de minder-valide die ten laste van de openbare besturen of op kosten van instellingen van de sector ziekte-invaliditeit geplaatst is in de afdeling voor krankzinnigen van een openbare of particuliere instelling die bestemd is om krankzinnigen of geesteszieken te ontvangen.

Art.3. Om de bij artikel 1 bedoelde verhoging te bekomen, moeten de minder-validen die op 31 maart 1971 gerechtigd zijn op een bijzondere tegemoetkoming, een aanvraag om herziening indienen.
  Die aanvraag, ingediend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 tot 6 van het koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen, moet niet vergezeld zijn van een geneeskundig getuigschrift.
  De aanvraag om herziening die ingediend is vóór 1 oktober 1971 heeft uitwerking met ingang van 1 april 1971.

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1971.

Art. 5. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.