22 DECEMBER 1970. - Koninklijk besluit betreffende de algemene organisatie van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-02-1981 en tekstbijwerking tot 14-09-2021)
Art. 1-10
Artikel 1. Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, hierna "Rijksinstituut" genoemd, heeft zijn zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Art.2.<KB 1980-12-29/02, art. 1, 002> Er worden twaalf gewestelijke [1 kantoren]1 opgericht van het Rijksinstituut: [1 één in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad]1, twee in de provincie Luik en één in elk van de overige provincies.
----------
(1)<KB 2021-08-29/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-09-2021>
Art.3.De zetel van de gewestelijke [1 kantoren]1 wordt vastgesteld als volgt:
1° voor de provincie Antwerpen: te Antwerpen;
2° [1 voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad : in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;]1
3° voor de provincie Henegouwen: te Bergen;
4° voor de provincie Limburg: te Hasselt;
5° voor de provincie Luik: te Luik en te Malmédy;
6° voor de provincie Luxemburg: te Libramont;
7° voor de provincie Namen: te Namen;
8° voor de provincie Oost-Vlaanderen: te Gent;
9° voor de provincie West-Vlaanderen: te Brugge;
[1 10° voor de provincie Vlaams-Brabant: te Leuven;
11° voor de provincie Waals-Brabant: te Waver.]1
----------
(1)<KB 2021-08-29/17, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-09-2021>
Art.4.<KB 1980-12-29/02, art. 3, 002>
§1. [1 De activiteit van het gewestelijk kantoor dat gevestigd is in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad strekt zich uit tot de gemeenten van dat arrondissement.]1
§2. De activiteit van het gewestelijk [1 kantoor]1 dat gevestigd is te Luik strekt zich uit tot de gemeenten van de provincie Luik, met uitzondering van de gemeenten van het Duitse taalgebied en van de gemeenten uit het Malmedyse, respectievelijk bedoeld in de artikelen 5 en 8, eerste lid, 2° van van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoordineerd op 18 juli 1966. Deze gemeenten vallen onder de bevoegdheid van het bureau dat gevestigd is te Malmedy.
§3. De activiteit van de gewestelijke [1 kantoren]1 van de andere provincies strekt zich uit tot de gemeenten die tot deze provincies behoren.
----------
(1)<KB 2021-08-29/17, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 24-09-2021>
Art.5.De organen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het Rijksinstituut verdelen de bevoegdheden onder de centrale administratie en de gewestelijke [1 kantoren]1.
Zij zullen ervan uitgaan dat [1 deconcentratie]1 de regel moet zijn: de toekenning van de bevoegdheden aan de centrale administratie moet gerechtvaardigd zijn door dwingende redenen die verband houden met een rationele organisatie en een goed beheer, inzonderheid als het gaat om beroep te doen op [1 informaticatechnieken]1.
----------
(1)<KB 2021-08-29/17, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 24-09-2021>
Art.6. (opgeheven) <KB 1985-09-11/31, art. 2, 003>
Art.7. De Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen heeft geen rechtspersoonlijkheid onderscheiden van deze van het Rijksinstituut. Zij heeft een afzonderlijk beheer en de bepalingen van artikel 5 zijn op haar toepasselijk.
De boekhouding van die Kas wordt afzonderlijk gehouden van deze van het Rijksinstituut met dien verstande dat de grote posten van die boekhouding in de algemene boekhouding van het Rijksinstituut voorkomen.
Art.8. Wat het vaststellen van de zetel van het gewestelijk bureau West-Vlaanderen betreft, wijkt onderhavig besluit niet af van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 oktober 1970 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 betreffende de algemene organisatie van de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1971.
Art. 10. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.