6 NOVEMBER 1970. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 oktober 1959, houdende verplichting tot aangifte der prijsverhogingen, en tot bepaling van de na 1 januari 1971 toe te passen verkoopprijzen.
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. Onverminderd de bepalingen van de volgende artikelen moeten de verkoopprijzen, belasting over de toegevoegde waarde, niet inbegrepen, van de producenten, de invoerders en de verdelers, welke worden toegepast ofwel conform de bijzondere besluiten tot vaststelling der maximumprijzen of der maximumhandelsmarges, ofwel conform het voornoemd ministerieel besluit van 8 oktober 1959, houdende verplichting tot aangifte der prijsverhogingen, van 1 januari 1971 af worden verminderd met het erin begrepen bedrag van de met het zegel gelijkgestelde belastingen.
§ 2. Voor de producenten wordt de prijsvermindering forfaitair vastgesteld in overeenstemming met het bedrag van de teruggaaftarieven op de voorraad, vastgesteld bij koninklijk besluit nr. 21 van 20 juli 1970 met betrekking tot de overgangsmaatregelen ter uitvoering van artikel 99 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde voor het betrokken produkt, grondstof-, eet- of koopwaar.
§ 3. Wanneer de aankoopprijzen van de verdelers, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, lager zijn dan de vóór 1 januari 1971 betaalde aankoopprijzen, taks niet inbegrepen, mogen de verdelers voor de bepaling van hun verkoopprijzen van ieder produkt, grondstof-, eet-, koopwaar of prestatie de vroegere handelsmarge in absolute waarde toepassen, forfaitair verminderd met 2 pct. als compensatie van de in de bestanddelen van hun handelsmarge begrepen met het zegel gelijkgestelde belastingen.
Art.2. <Wijzigingsbepaling>
Art.3. De inbreuken op de bepalingen van onderhavig besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van hoofdstukken II en III van de besluitwet van 22 januari 1945, betreffende het beteugelen van elke inbreuk op de reglementering betreffende de bevoorrading van het land, gewijzigd en aangevuld bij de besluitwetten van 7 mei 1945, 14 en 18 mei, 7 en 29 juni 1946 en door de wetten van 14 februari 1948 en 23 december 1969.
Art. 4. Onderhavig ministerieel besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.