17 OKTOBER 1970. - Ministerieel besluit houdende aanwijzing van de ambtenaren van het Rijk <wat het Vlaamse gewest betreft : [, van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap]> en van de provinciën, die het recht hebben de bij de artikelen 20 en 23 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen bedoelde overtredingen op te sporen en bij middel van processen-verbaal vast te stellen. (MB 1988-09-26/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 1988-11-25) (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Gewest bij ORD2019-05-16/65, art. 27,6°, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-11-1988 en tekstbijwerking tot 28-06-2019)
Art. 1
Art. 1 WAALS GEWEST
Art. 1 Vlaams Gewest
Artikel 1.Enig artikel. De hieronder vernoemde ambtenaren hebben het recht de bij de artikelen 20 en 23 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen bedoelde overtredingen op te sporen en bij middel van processen-verbaal vast te stellen :
1. rijksambtenaren :
a) van het Ministerie van Landbouw :
de ingenieurs, de hoofdconducteurs, de eerstaanwezende conducteurs, de conducteurs, de eerstaanwezende controleurs van werken, de controleurs van werken, de adjunct-controleurs van werken, de werkopzichters en de adjunct-werkopzichters van de Landelijke Waterdienst, alsmede de aangestelden van het Bestuur van Waters en Bossen;
b) van het Ministerie van Openbare Werken :
de ingenieurs en conducteurs van Bruggen en Wegen, alsmede de agenten aangesteld voor de bewaking en de politie der bevaarbare waterwegen en voor het toezicht over de bediening van bruggen, sluizen, overlaten, enz.
2. ambtenaren van de provinciën : de ingenieurs, de conducteurs, de districtchefs, de buurtwegen-inspecteurs, de adjunct-conducteurs, de adjunct-districtchefs, de buurtwegen-commissarissen, de meetkundigen, de toezichters en de kantonniers van de provinciale technische diensten.
(3. ambtenaren van de Dienst der Scheepvaart : de ingenieurs, hoofdconducteurs en conducteurs alsmede de agenten aangesteld voor de bewaking en de politie van de bevaarbare waterwegen en voor het toezicht van de bediening van bruggen, sluizen, overlaten, enz.) <MB 10-08-1971, art. 1>
Art.1_WAALS_GEWEST. Enig artikel. De hieronder vernoemde ambtenaren hebben het recht de bij de artikelen 20 en 23 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen bedoelde overtredingen op te sporen en bij middel van processen-verbaal vast te stellen : 1. [ ...] <NOTA : opgeheven bij BWG 1992-12-23/39, art. 5, 8°, 003; Inwerkingtreding : 20-02-1993> 2. ambtenaren van de provinciën : de ingenieurs, de conducteurs, de districtchefs, de buurtwegen-inspecteurs, de adjunct-conducteurs, de adjunct-districtchefs, de buurtwegen-commissarissen, de meetkundigen, de toezichters en de kantonniers van de provinciale technische diensten. (3. ambtenaren van de Dienst der Scheepvaart : de ingenieurs, hoofdconducteurs en conducteurs alsmede de agenten aangesteld voor de bewaking en de politie van de bevaarbare waterwegen en voor het toezicht van de bediening van bruggen, sluizen, overlaten, enz.) <MB 10-08-1971, art. 1>
Art. 1_VLAAMS_GEWEST. Enig artikel. De hieronder vernoemde ambtenaren hebben het recht de bij de artikelen 20 en 23 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen bedoelde overtredingen op te sporen en bij middel van processen-verbaal vast te stellen : 1. [ambtenaren van het Rijk en van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : a) van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : de hoofdlandbouwkundig ingenieur-directeur, de eerstaanwezende landbouwkundige ingenieurs-hoofd van dienst, de eerstaanwezende ingenieurs-hoofd van dienst, de eerstaanwezende industriële ingenieurs-hoofd van dienst, de eerstaanwezende landbouwkundige ingenieurs, de eerstaanwezende ingenieurs, de eerstaanwezende industriële ingenieurs, de landbouwkundige ingenieurs, de ingenieurs, de industriële ingenieurs, de eerstaanwezende controleurs van werken, de eerste controleurs van werken, de controleurs van werken, de adjunct-controleurs van werken, de eerste werkopzichters, de werkopzichters en de adjunct-werkopzichters van de dienst Landbouwstructuren van de Algemene Technische Diensten.] <MB 1988-09-26/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 1988-11-25> b) van het Ministerie van Openbare Werken : de ingenieurs en conducteurs van Bruggen en Wegen, alsmede de agenten aangesteld voor de bewaking en de politie der bevaarbare waterwegen en voor het toezicht over de bediening van bruggen, sluizen, overlaten, enz. 2. ambtenaren van de provinciën : de ingenieurs, de conducteurs, de districtchefs, de buurtwegen-inspecteurs, de adjunct-conducteurs, de adjunct-districtchefs, de buurtwegen-commissarissen, de meetkundigen, de toezichters en de kantonniers van de provinciale technische diensten. (3. ambtenaren van de Dienst der Scheepvaart : de ingenieurs, hoofdconducteurs en conducteurs alsmede de agenten aangesteld voor de bewaking en de politie van de bevaarbare waterwegen en voor het toezicht van de bediening van bruggen, sluizen, overlaten, enz.) <MB 10-08-1971, art. 1>