Details





Titel:

1 OKTOBER 1970. - Koninklijk besluit betreffende het ten laste nemen door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten van de kosten van opname, onderhoud, behandeling, en opvoeding van sommige in het buitenland geplaatste gehandicapten. (NOTA : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door BESL 2000-02-25/36, art. 92; Inwerkingtreding : 01-07-2000) (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2013-07-04/32, art. 3 en 2, 54°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013) (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2019-03-29/31, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 13-05-2019) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2013 en tekstbijwerking tot 03-05-2019)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3bis, 4-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019041069 



Artikels:

Artikel 1. De gehandicapten die, wegens medische, sociale of familiale redenen in buitenlandse inrichtingen of tehuizen dienen geplaatst, kunnen genieten van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, op voorwaarde dat de inrichting of het tehuis erkend is.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt als erkend beschouwd: de inrichting of het tehuis gelegen in het buitenland, welke aan de Minister van Volksgezondheid het geschreven bewijs voorlegt door de bevoegde nationale overheid gemachtigd te zijn tot het opnemen van een van de categorieën van minder-validen, voor dewelke het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten mag tussenkomen.

Art.3. Het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds van medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten wordt vastgesteld overeenkomstig de tarieven in voege in het land waar de inrichting of het tehuis in kwestie gelegen is.

Art. 3bis. <KB 24-01-1975> Bij wijze van overgangsmaatregel mogen de in het buitenland gelegen inrichtingen of tehuizen die uitsluitend ressorteren onder een Belgisch persoon of een Belgische organiserende instantie en alleen gehandicapten opnemen van Belgische nationaliteit ten opzichte van wie, vóór het in werking treden van dit besluit, beslist werd dat zij ten laste van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten mochten worden geplaatst, te rekenen vanaf die beslissing, die gehandicapten verder ten laste van het Fonds blijven verzorgen, op voorwaarde dat zij:
  1° het geschreven bewijs, uitgaande van de overheid van het opvangland, overleggen waarin wordt verklaard dat zij in dat land voldoen aan de voorschriften in verband met de veiligheid, meer bepaald nopens de bescherming tegen brand;
  2° bovendien, vóór 1 januari 1976, voldoen aan de erkenningsvoorwaarden van toepassing op soortgelijke in België gelegen inrichtingen, met uitzondering van de voorwaarden die het onderwerp vormen van de voorschriften bedoeld in 1° van dit lid.
  De Minister van Volksgezondheid en van het Gezin stelt, voor de in dit artikel bepaalde inrichtingen, een verpleegprijs per dag vast aan de hand van de prijzen die gelden voor de in België gelegen inrichtingen van dezelfde categorie.

Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.