Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 MEI 1970. - Koninklijk besluit tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der apothekers.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen betreffende de provinciale raden.
Art. 1-11
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen in verband met de raden van beroep.
Art. 12-14
HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen in verband met de nationale raad.
Art. 15-18
HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de provinciale raden, de raden van beroep en de nationale raad.
Art. 19-20
HOOFDSTUK V. - Inschrijving op de lijst van de Orde.
Art. 21-26
HOOFDSTUK VI. - Procedure voor de provinciale raden.
Art. 27-31
HOOFDSTUK VII. - Procedure voor de raden van beroep.
Art. 32-37
HOOFDSTUK VIII. - Betekening der beslissingen.
Art. 38
HOOFDSTUK IX. - Gebruik der talen in tuchtzaken.
Art. 39-41
HOOFDSTUK X. - De wraking.
Art. 42-45
HOOFDSTUK XI. - Ambtelijke opdrachten.
Art. 46-47
HOOFDSTUK XII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 48-49



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen betreffende de provinciale raden.
Artikel 1. Elke provinciale raad heeft zijn zetel in de hoofdplaats van de provincie.

Art.2. De voorzitter bepaalt de datum van de vergaderingen. De secretaris roept ervoor de leden van de provinciale raad op alsmede het lid van de nationale raad, indien het door de provinciale raad buiten zijn midden werd verkozen.
  De oproepingsbrief vermeldt plaats, dag en uur van de vergadering; hij bevat de agenda zoals zij door de voorzitter werd vastgelegd.
  Behalve in dringende gevallen, wordt de oproepingsbrief minstens volle acht dagen voor de datum van de vergadering aan de leden van de raad toegestuurd.

Art.3. Om wettig zitting te kunnen houden, moeten, benevens de assessor, minstens twee derde van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
  Indien na twee opeenvolgende oproepingen het quorum der stemgerechtigde leden niet aanwezig is, kan de raad na een nieuwe oproeping en ongeacht het aantal van de aanwezige stemgerechtigde leden, wettig beraadslagen en beslissen over de voor de derde maal op de agenda vermelde vraagstukken.

Art.4. Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 29 van dit besluit, worden de beslissingen van de provinciale raad getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art.5. De notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de raad.

Art.6. De leden van het dagelijks bestuur alsmede het lid van de nationale raad dat door de provinciale raad is verkozen worden door de voorzitter voor de vergadering opgeroepen.
  Het dagelijks bestuur kan alleen wettig beraadslagen en beslissen wanneer al de leden aanwezig zijn of behoorlijk zijn vertegenwoordigd.
  De beslissingen worden getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art.7. Het dagelijks bestuur regelt de gewone werkzaamheden van de raad. Het treft alle vereiste maatregelen om de beslissingen van de raad voor te bereiden; het staat de voorzitter ter zijde bij de opstelling van de agenda van de vergaderingen.

Art.8. De voorzitter leidt de werkzaamheden van de raad en van het dagelijks bestuur en ondertekent de notulen evenals alle andere stukken, die van het dagelijks bestuur en van de raad uitgaan.

Art.9. De ondervoorzitter vervangt de voorzitter wanneer deze afwezig is; in dit geval vervult hij alle taken die de voorzitter zijn opgedragen.

Art.10. De secretaris stelt de notulen van het dagelijks bestuur en van de raad op en ondertekent ze samen met de voorzitter; hij houdt het register der beraadslagingen en beslissingen evenals alle andere registers die de raad voorschrijft te houden.

Art.11. Maandelijks stuurt de secretaris aan de voorzitter van de nationale raad een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de provinciale raad.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen in verband met de raden van beroep.
Art.12. De voorzitter stelt de rol op van de te behandelen zaken en bepaalt de datum van de terechtzittingen. De leden van elke raad van beroep alsmede het lid van de nationale raad, waarvan sprake in artikel 12, § 3, van het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde der apothekers, worden ervoor door de secretaris opgeroepen.
  De oproepingsbrief vermeldt plaats, dag en uur van de terechtzitting alsmede de zaken die opgeroepen worden.
  Behalve in dringende gevallen, wordt de oproepingsbrief aan de leden toegestuurd minstens volle acht dagen voor de datum van de terechtzitting.

Art.13. De raden van beroep kunnen alleen wettig beraadslagen en beslissen wanneer, benevens de secretaris, minstens drie verkozen en drie benoemde leden aanwezig zijn.
  Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 35 van dit besluit, worden de beslissingen van de raden van beroep getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art.14. Onder leiding van de voorzitter, gaat de secretaris de regelmatigheid na van alle akten van rechtspleging en houdt het protocol van de terechtzittingen. Hij houdt de registers die de raad voorschrijft te houden.

HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen in verband met de nationale raad.
Art.15. De voorzitters, de ondervoorzitters en de secretarissen van de afdelingen, hierin bijgestaan door de assessor, zorgen voor de coördinatie van de werkzaamheden van beide afdelingen van de nationale raad; zij vormen samen een dagelijks bestuur.

Art.16. De voorzitter bepaalt de datum van de vergadering. De leden van elke afdeling van de nationale raad worden er door de secretaris voor opgeroepen.
  Behoudens in spoedeisende gevallen wordt de oproepingsbrief, die de door de voorzitter vastgelegde agenda bevat, aan de leden toegestuurd, minstens volle acht dagen voor de datum van de vergadering.
  Wanneer de afdelingen gezamenlijk vergaderen, wordt de agenda opgesteld en de datum voor de vergadering bepaald door de dienstdoende voorzitter of, bij diens ontstentenis, door de plaatsvervanger.
  Op aanvraag van drie leden van een afdeling, wordt deze door de voorzitter bijeengeroepen binnen een maand na de aanvraag, die het onderwerp bepaalt dat op de agenda dient gebracht.

Art.17. <KB 31-5-1972> Elke afdeling van de nationale raad kan alleen wettig beraadslagen en beslissen wanneer, benevens de assessor, vijf leden aanwezig zijn.
  Wanneer beide afdelingen gezamenlijk vergaderen, moeten behalve de assessor, minstens zes leden van elke afdeling aanwezig zijn. Wanneer bepalingen van de code van geneeskundige plichtenleer worden besproken is evenwel de aanwezigheid van vier vijfde van het aantal leden vereist.

Art.18. De beslissingen van de nationale raad en van zijn afdelingen worden getroffen bij meerderheid van stemmen.

HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de provinciale raden, de raden van beroep en de nationale raad.
Art.19. In geval van verhindering van de vaste leden, wordt hun ambt waargenomen door de plaatsvervangers.
  Wanneer het mandaat van een lid van de provinciale raad openvalt, wordt het toegekend aan het plaatsvervangende lid, dat, bij de verkiezing, het grootste aantal stemmen heeft behaald. Bij gelijkheid van stemmen, wordt de plaatsvervanger met de hoogste leeftijd aangewezen.
  De opengevallen mandaten van lid van de raden van beroep en van de nationale raad worden waargenomen door daartoe door de provinciale raden verkozen plaatsvervangers.
  De plaatsvervanger zal het opengevallen mandaat waarnemen tot op het einde van de ambtsperiode.

Art.20. De raden van de Orde houden zitting met gesloten deuren.

HOOFDSTUK V. - Inschrijving op de lijst van de Orde.
Art.21. Elke provinciale raad stelt, voor zijn gebied, de lijst op van de Orde en houdt die bij.
  (Deze lijst kan afzonderlijke secties omvatten in functie van de categorieën voorzien bij artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde der apothekers.) <KB 3-12-1976, art. 2>
  Voor 15 februari van elk jaar, stuurt het dagelijks bestuur van de provinciale raad een afschrift van de op 31 december van het vorige jaar afgesloten lijst aan de nationale raad, de Minister van Volksgezondheid, de procureur-generaal bij het Hof van beroep en de geneeskundige commissie van het ambtsgebied.
  Bovendien wordt elke nieuwe inschrijving of weglating op verzoek van de apotheker, onmiddellijk medegedeeld aan de geneeskundige commissie van het ambtsgebied en aan de procureur-generaal bij het Hof van beroep.
  De apotheker, die in de officina werkzaam is, moet de voorzitter van de provinciale raad op de hoogte brengen van elke wijziging, zowel van de zetel waar hij zijn werkzaamheden heeft als van de titel waaronder hij ze uitoefent.

Art.22. Wanneer een apotheker langer dan één week in een vervanging voorziet op een plaats die ligt in een andere provincie dan die van de lijst waarop hij is ingeschreven, moet hij de voorzitter van de provinciale raad van de plaats waar hij zijn werkzaamheden uitoefent, hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen. Hetzelfde geldt eveneens voor de tweede apotheker, die zijn werkzaamheden uitoefent in het gebied van een andere provinciale raad dan die waar hij is ingeschreven.

Art.23. Onverminderd het bepaalde in artikelen 21 en 22, kan de houder van een wettelijk diploma van apotheker om zijn inschrijving verzoeken op de lijst van de Orde van de provincie waar hij zijn woonplaats heeft in de zin van het Burgerlijk Wetboek.

Art.24. § 1. De aanvraag tot inschrijving op de lijst van de Orde wordt gericht aan de voorzitter van de provinciale raad van de woonplaats van de aanvrager.
  (Volgende stukken worden bij deze aanvraag gevoegd :
  1° het wettelijk of het ermede gelijkgestelde diploma van apotheker of het bewijs van vrijstelling of het document bedoeld in artikel 44septies, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, door de bevoegde geneeskundige commissie geviseerd;
  2° een verklaring van de aanvrager waarin hij vermeldt in welk(e) land(en) hij zijn beroep reeds heeft uitgeoefend alsook de plaats waar hij zijn voornaamste bedrijvigheid uitoefent of zal uitoefenen en voor de vervangende of tweede apotheker, de plaats waar hij zijn verblijf heeft;
  3° voor de apotheker die buiten de officina werkt, een gedetailleerde opgave van zijn werkzaamheden;
  4° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag of een door een bevoegde instantie van een ander land afgegeven gelijkwaardig document dat niet meer dan drie maanden terug gedagtekend is;
  5° wanneer de aanvrager de artsenijbereidkunde reeds heeft uitgeoefend in een ander land zal het dossier bovendien, in voorkomend geval, een document bevatten dat niet ouder is dan drie maand en dat is afgeleverd door de bevoegde instantie van dat land, en met een overzicht van de tuchtrechtelijke of administratieve maatregelen of sancties genomen ten opzichte van de betrokkene en van de strafrechtelijke sancties die betrekking hebben op de uitoefening van het beroep in dat land;
  6° voor de apotheker die overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 1964 gemachtigd is om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren, naast het bezit van een van de titels vermeld in punt 1° en het overleggen van de documenten bedoeld in punten 2°, 3°, 4° en 5° van dit lid, een attest van de machtiging afgeleverd door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.) <KB 1994-06-20/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-07-1994>
  § 2. Indien het dagelijks bestuur van de provinciale raad vaststelt dat de apotheker die de inschrijving vraagt reeds ingeschreven is of was op de lijst van een andere raad, verwittigt het die raad van de aanvraag tot inschrijving.
  Het dagelijks bestuur van de raad waar de aanvrager ingeschreven is of is geweest stuurt zijn dossier aan de raad waar de inschrijvingsaanvraag is ingediend.

Art.25. <KB 1994-06-20/32, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-07-1994> Het dagelijks bestuur van de provinciale raad gaat na of de inschrijvingsvoorwaarden zijn vervuld.
  Wanneer de aanvrager een apotheker is die zijn beroep laatst heeft uitgeoefend in een ander land, geeft het dagelijks bestuur kennis van deze aanvraag aan de nationale raad, die zijn eventuele opmerkingen aan dit bestuur overmaakt.
  Het dagelijks bestuur legt het dossier aan de provinciale raad over.
  Deze beslist over de aanvraag binnen een maand na de ontvangst ervan.
  De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.

Art.26. Wanneer de provinciale raad binnen één maand na de ontvangst van de aanvraag tot inschrijving op de lijst van de Orde, nog geen beslissing heeft genomen, kan de betrokken apotheker, bij een aan de voorzitter van de raad van beroep gerichte aangetekende brief, zijn verzoek bij die raad aanhangig maken.

HOOFDSTUK VI. - Procedure voor de provinciale raden.
Art.27. In al de gevallen waarin een onderzoek wordt bevolen ten laste van een apotheker wordt deze ervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld.
  Zodra het onderzoek gesloten is, brengt de voorzitter de zaak op de agenda van één der eerstkomende vergaderingen van de raad.
  De Raad oordeelt, de verslaggever gehoord en bij een met redenen omklede beslissing, of de zaak zonder gevolg mag worden gelaten, of een aanvullend onderzoek moet worden ingesteld, dan wel of de apotheker moet verschijnen.
  De beslissing waarbij de zaak zonder gevolg wordt gelaten, wordt binnen acht dagen aan de betrokken apotheker medegedeeld; in dezelfde tijd wordt kennis ervan gegeven aan de overheid, die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij de provinciale raad, overeenkomstig artikel 20, § 1, van het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 80.
  In het geval bepaald bij artikel 6, 5°, van het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 80, worden de belanghebbenden, in dezelfde tijd, van de beslissing in kennis gesteld.

Art.28. De oproeping tot het verschijnen voor de provinciale raad wordt, bij aangetekend schrijven, aan de betrokken apotheker gestuurd minstens vijftien dagen voor de vergadering.
  Ondertussen hebben de apotheker en zijn raadslieden het recht op het secretariaat van de provinciale raad kennis te nemen van het dossier.

Art.29. De rechtspleging geschiedt op tegenspraak.
  De apotheker verschijnt persoonlijk; hij mag zich laten bijstaan door één of meer raadslieden.
  De beslissing wordt gewezen bij meerderheid van stemmen. De beslissingen houdende schrapping op de lijst van de Orde of de schorsing, voor langer dan een jaar, van het recht om de farmacie uit te oefenen, moeten evenwel worden gewezen bij meerderheid van minstens twee derde der stemmen.
  De beslissing moet met redenen zijn omkleed. Zij wordt binnen acht dagen, bij aangetekende brief, aan de apothekers bekendgemaakt.
  In dezelfde tijd wordt een afschrift van de beslissing gestuurd aan de voorzitter van de nationale raad evenals aan de overheid, die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij de provinciale raad, overeenkomstig artikel 20, § 1 van het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 80.

Art.30. Het verzet tegen een bij verstek gewezen beslissing wordt bij aangetekende brief gestuurd aan de voorzitter van de raad, die de beslissing heeft getroffen.

Art.31. Wanneer de provinciale raad geen enkele beslissing heeft genomen binnen zes maanden vanaf de ontvangst van de klacht of van het verzoekschrift, waarvan sprake in artikel 20 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 80, wordt de gezamenlijke zaak aanhangig gemaakt bij de raad van beroep op verzoek van de betrokken apotheker, of van de assessor van de provinciale raad of nog van de voorzitter van de nationale raad samen met de assessor.
  De aanvraag wordt bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van de raad van beroep.

HOOFDSTUK VII. - Procedure voor de raden van beroep.
Art.32. Het beroep wordt bij aangetekende brief gestuurd aan de voorzitter van de provinciale raad, die de beslissing heeft gewezen.

Art.33. De voorzitter van de provinciale raad geeft onmiddellijk kennis van het beroep, naar gelang van het geval, aan de apotheker, aan de assessor van de provinciale raad en aan de voorzitter van de nationale raad.
  De voorzitter stuurt de akte van beroep, samen met het dossier, aan de bevoegde raad van beroep.
  Op verzoek van de raad van beroep, waarbij de zaak overeenkomstig de artikelen 26 en 31 van dit besluit aanhangig werd gemaakt, stuurt de voorzitter van de provinciale raad hem het dossier en alle nodige inlichtingen.

Art.34. De apotheker wordt door de secretaris voor de terechtzitting opgeroepen bij een ter post aangetekende brief, die hem minstens volle vijftien dagen voor de datum van de terechtzitting moet worden toegestuurd.
  Binnen die tijd mogen de apotheker en zijn raadslieden inzage nemen van het dossier.
  De apotheker verschijnt persoonlijk en mag zich laten bijstaan door een of meer raadslieden.

Art.35. De raad van beroep beraadslaagt en beslist volgens de regels bepaald bij artikel 13 van dit besluit.
  Nochtans is een meerderheid van twee derde vereist om de schrapping uit de lijst van de Orde of de schorsing voor meer dan een jaar uit te spreken, of om de inschrijving op de lijst van de Orde te weigeren of uit te stellen.

Art.36. De beslissingen van de raad van beroep worden binnen acht dagen na de uitspraak aan de betrokken apotheker betekend. In dezelfde tijd wordt kennis ervan gegeven aan de provinciale raad, die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan, aan de voorzitter van de nationale raad evenals aan de overheid, die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij de provinciale raad, overeenkomstig artikel 20, § 1, van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 80.

Art.37. Het verzet tegen een bij verstek gewezen beslissing wordt bij een ter post aangetekende brief gestuurd aan de voorzitter van de raad van beroep die de beslissing heeft getroffen.

HOOFDSTUK VIII. - Betekening der beslissingen.
Art.38. § 1. Binnen dertig dagen na de datum waarop zij definitief zijn geworden, worden de beslissingen betreffende de schrapping op of de weglating van de lijst van de Orde, de schorsing van het recht om de farmacie uit te oefenen of de beperkte uitoefening van dit recht, medegedeeld aan de geneeskundige commissie evenals aan de procureur-generaal bij het Hof van beroep van het rechtsgebied waarbinnen de provinciale raad zetelt, waaronder de apotheker ressorteert.
  § 2. Binnen dertig dagen na de datum waarop zij definitief zijn geworden, worden alle disciplinaire beslissingen die in laatste aanleg door de provinciale raden of de raden van beroep worden gewezen, door de voorzitter van de betrokken raad medegedeeld aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.

HOOFDSTUK IX. - Gebruik der talen in tuchtzaken.
Art.39. De apotheker, behalve degene die in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad woonachtig is, die de taal die gebruikt wordt door de provinciale raad waaronder hij ressorteert niet of niet voldoende begrijpt, kan, vanaf het begin van het onderzoek en ten laatste voor de terechtzitting, vragen naar een provinciale raad van de andere taalrol te worden verwezen.
  Om ontvankelijk te zijn, moet die vraag schriftelijk aan de voorzitter van de provinciale raad worden gericht en bij hem toekomen voor dat de terechtzitting begint.
  De vraag wordt voorgelegd aan de raad die erover, in laatste aanleg, bij meerderheid van stemmen beslist.
  De met redenen omklede beslissing wordt onmiddellijk aan de aanvrager betekend.

Art.40. De provinciale raad, die het verzoek heeft aanvaard, verwijst de apotheker naar de dichtsbij gelegen provinciale raad van de andere taalrol.
  Wordt de aanvraag verworpen, dan bekomt de apotheker, indien hij daarom schriftelijk verzoekt, de vertaling van de stukken van het dossier en de hulp van een tolk, op kosten van de Orde.

Art.41. In verband met de klachten en verzoeken, waarvan sprake in artikel 20, § 1, van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 80, waarbij een Duitssprekende apotheker is betrokken, zal het dagelijks bestuur van de provinciale raad van Luik een of meer leden van zijn raad aanduiden die deze taal kennen, om het onderzoek in te stellen en verslag uit te brengen.
  Ingeval geen enkel lid die taal kent, zal een beroep worden gedaan op een beëdigd vertaler.
  De raad zal vervolgens uitspraak doen over het verslag in de gewone vorm.
  De raad van beroep zal dezelfde regels toepassen.
  De kosten van vertaling komen ten laste van de Orde.

HOOFDSTUK X. - De wraking.
Art.42. De apotheker mag zijn recht van wraking gebruiken tegen de leden van de provinciale raad en van de raad van beroep die over zijn zaak moeten beslissen.

Art.43. Elk lid van de provinciale raad of van de raad van beroep kan worden gewraakt om de redenen die in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek zijn vermeld.

Art.44. De apotheker moet, op straffe van verval, ten laatste voor het pleidooi, aan de voorzitter van de raad die over de zaak moet uitspraak doen, een gedateerd en ondertekend geschrift richten waarin hij de namen der leden die hij wil wraken vermeldt, alsmede de redenen der wraking aangeeft.

Art.45. Het lid dat door de wraking is getroffen, wordt van die toestand onmiddellijk door de voorzitter in kennis gesteld; deze legt de zaak voor bij de raad, die erover beslist bij meerderheid van stemmen. Het gewraakte lid, dat vooraf zal moeten zijn gehoord, mag zich niet onder de aanwezige leden bevinden.
  De met redenen omklede beslissing wordt onverwijld aan de apotheker betekend.
  Tegen de beslissing van de provinciale raad, waarbij de wraking wordt verworpen, kan binnen acht dagen na de kennisgeving van de beslissing beroep worden ingesteld.

HOOFDSTUK XI. - Ambtelijke opdrachten.
Art.46. Wanneer een provinciale raad een apotheker wil horen, die op de lijst van een andere raad is ingeschreven, roept hij die apotheker op of vraagt hij aan deze laatste raad zich met het onderzoek te belasten.

Art.47. Ingeval de verzoekende raad niet dezelfde voertaal heeft als de raad die met het onderzoek is belast, doet de voorzitter van de verzoekende raad vooraf het verzoek vertalen.
  De kosten van vertaling komen ten laste van de Orde.

HOOFDSTUK XII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.48. Het besluit van de Regent van 19 augustus 1949, tot regeling van de toepassing van de wet van 19 mei 1949, houdende oprichting van een Orde der apothekers, wordt opgeheven.

Art. 49. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.