10 FEBRUARI 1970. - Koninklijk besluit tot regeling van de werking van de adviserende commissie van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. (NOTA 1 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschap bij BFG 1988-12-01/32, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 21-01-1989) - (NOTA 2 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door BESL 2000-02-25/36, art. 92; Inwerkingtreding : 01-07-2000) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap bij BVR 2003-12-12/45, art. 1; Inwerkingtreding : 17-02-2004) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 17-02-2004)
Art. 1-8
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> De voorzitter van iedere kamer van adviserende commissie van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, bepaalt de datum van de zittingen en roept de leden op. Behoudens dringende gevallen, wordt de oproepingsbrief minstens vijf dagen voor de vergadering aan de leden toegestuurd.
Art.2. <Zie nota onder TITEL> Bij afwezigheid van de voorzitter worden zijn functies uitgeoefend door het oudste lid.
Art.3. <Zie nota onder TITEL> De kamers van de adviserende commissie beraadslagen en beslissen met gesloten deuren; zij kunnen slechts dan op geldige wijze zitting houden wanneer ten minste vier leden, waaronder de voorzitter aanwezig zijn.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
De stemming gebeurt mondeling.
Art.4. <Zie nota onder TITEL> De kamers van de adviserende commissie zijn bevoegd om alle onderzoeksverrichtingen te doen en alle navorsingen te ondernemen die zij dienstig achten.
De voorzitter van iedere kamer kan eventueel een beroep doen op de diensten van een tolk.
Art.5. <Zie nota onder TITEL> Hij die beroep instelt tegen het besluit van de gouverneur is gehouden alle, hem door de adviserende commissie gevraagde inlichtingen of bescheiden te verstrekken binnen een termijn van tien dagen. Blijft hij dienaangaande in gebreke, dan kan de adviserende commissie het onderzoek sluiten.
Art.6. <Zie nota onder TITEL> De adviserende commissie houdt minstens eens per jaar een plenaire vergadering. Deze wordt om de beurt voorgezeten door een der voorzitters van iedere kamer van de adviserende commissie.
De plenaire vergadering beraadslaagt en beslist over de algemene beginselen en over de eenheid van werking in de verschillende kamers. Zij doet aan de Minister alle suggesties en voorstellen die zij nuttig acht.
Art.7. <Zie nota onder TITEL> Het advies van de adviserende commissie wordt aan de Minister van Volksgezondheid gegeven in de taal waarin het besluit van de gouverneur is gesteld. Het advies wordt getekend door de voorzitter van de bevoegde kamer en door de secretaris of de adjunct-secretaris.
Art. 8. <Zie nota onder TITEL> Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.