8 DECEMBER 1969. _ Ministerieel besluit tot bepaling van zekere uitvoeringsregelen van het koninklijk besluit van 5 december 1969 betreffende de aangiftevan collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen.
Art. 1-6
Artikel 1. De ondernemingen die havenarbeiders, scheepsherstellers, vissers of zeelieden ter koopvaardij tewerkstellen, worden voor deze categorieën van werknemers ontslagen van de verplichtingen opgelegd bij het koninklijk besluit van 5 december 1969, betreffende de aangifte van collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen.
Art.2. (Opgeheven) <KB 24-05-1976, art. 15>
Art.3. Van het openvallen van betrekkingen die als een leidinggevende functie of een vertrouwenspost aangemerkt worden in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen, die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur, moet aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening enkel kennis gegeven worden wanneer de werkgever de vacante betrekking bekendmaakt zoals bedoeld in artikel 9, laatste lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 5 december 1969.
Art.4. De kennisgeving van de vacante betrekkingen moet volgende inlichtingen bevatten:1° identificatie van de onderneming;2° inlichtingen betreffende de aard en het aantal van de vacante betrekkingen, de vereiste bekwaamheid en de arbeidsvoorwaarden;3° inlichtingen betreffende de aanmelding van de kandidaten.
Art.5. Het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening stelt het model vast van de stukken, die ter beschikking van de ondernemingen gesteld worden, om de inlichtingen opgesomd in artikel 4 te verstrekken.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1970.