17 OKTOBER 1969. - Koninklijk besluit tot vaststelling van nadere regels voor het indienen van de aanvragen om tegemoetkoming van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. (NOTA 1 : Voor de Franse Gemeenschap opgeheven bij BEFG 1983-12-22/33, art. 63, 002) - (NOTA 2 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVE 1991-07-24/33, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1992) - (NOTA 3 : opgeheven voor de Franse Gemeenschap van Brussel-Hoofdstad (DEC 1997-02-20/42, art. 17, Inwerkingtreding : 55-55-55)) - (NOTA 4 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door BESL 2000-02-05/36, art. 92; Inwerkingtreding : 01-07-2000) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-11-1969 en tekstbijwerking tot 08-06-2000)
Art. 1-7
Artikel 1. <Zie nota onder titel> De aanvraag als bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit nr 81 van 10 november 1967 moet vóór de plaatsing van de belanghebbende worden ingediend.
De inwilliging van een aanvraag die na de plaatsing wordt ingediend, kan ten vroegste uitwerking hebben vanaf de tiende dag vóór die waarop de aanvraag is ingediend.
Art.2. <Zie nota onder titel> De aanvraag wordt ingediend door de gehandicapte, zijn wettelijke vertegenwoordiger of de persoon die over de gehandicapte werkelijk toezicht uitoefent, de bestuurder van het home of de inrichting waar hij verblijft, de voorzitter van de Commissie van Openbare Onderstand of van het Jeugdbeschermingscomité.
Art.3. <Zie nota onder titel> De aanvraag vermeldt:
1. de naam, voornamen, geboorteplaats en -datum, burgerlijke stand, woonplaats en nationaliteit van de gehandicapte, ten gunste van wie de tegemoetkoming uit het Fonds wordt aangevraagd;
2. de naam, voornamen, hoedanigheid en adres van de aanvrager;
3. het juiste voorwerp van de aanvraag;
4. voor de gehandicapten die kinderbijslag genieten, de naam en het adres van het organisme dat de uitbetaling verzekert;
5. de aard en het bedrag van de inkomsten en lasten van de gehandicapten die geen persoon ten laste hebben;
De aanvraag wordt door de aanvrager ondertekend.
Art.4. <Zie nota onder titel> De aanvraag wordt gerechtvaardigd door een geneeskundig attest of een verslag uitgaande van een psycho-medisch-sociaal centrum, een consultatiebureau voor geesteshygiëne, een centrum voor studie- of beroepsoriëntering of een opsporings- of observatiecentrum, opgericht of erkend door de Ministeries van Volksgezondheid, Nationale Opvoeding, Arbeid en Tewerkstelling, Justitie of door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen.
Deze documenten bevatten alle gegevens vereist voor het opmaken van een medisch en pedagogisch overzicht.
Het geneeskundig getuigschrift of het verslag duidt de inrichting of de familie aan die in het belang van de gehandicapte en met inachtneming van zijn wijsgerige of godsdienstige overtuigingen, voor de gehandicapte wordt voorgesteld.
Art.5. <Zie nota onder titel> De gehandicapte of de personen als bedoeld in artikel 2 zijn ertoe gehouden alle inlichtingen en bewijsstukken over te leggen die voor het onderzoek van zijn aanvraag vereist zijn.
Art.6. <Zie nota onder titel> Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7. <Zie nota onder titel> Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.