24 JANUARI 1969. - Koninklijk besluit houdende maatregelen van diergeneeskundige politie op vuilnisbelten en op het gebruik van organische afval en keukenafval voor de voeding van huisdieren.
Art. 1-16
Artikel 1. Bepalingen.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Organische afval :
a) Slachtafval, vleesafval, afval van vleesprodukten, zuivelprodukten en planten afkomstig van slachthuizen, vleeswinkels, vleeswarenwinkels, darmwasserijen, vleesverwerkingsbedrijven, vleesproduktenfabrieken, opslagplaatsen en verkoopsplaatsen van gevogelte en vis, van melkerijen, van voedingswarenbedrijven, alsook het afloopwater en het bezinksel van bezinkingsputten van slachthuizen;
b) Plantaardige elementen afkomstig van het opruimen van waterplanten, van het reinigen van silo's, van het schoonmaken van schuren, graan- of hooizolders, van het strooisel van vrachtauto's, wagons, schepen, vliegtuigen, hokken en kooien gebruikt voor het vervoer van levende dieren.
2. Keukenafval :
De afval van dierlijke of plantaardige produkten in rauwe of gekookte toestand, voortkomend van herbergen, kazernen, kloostergemeenschappen, ziekenhuizen, hotels, refters, restaurants en andere gemeenschapskeukens, en van kampeerterreinen.
3. Slijk :
Stoffen afkomstig van het reinigen van kanalen, waterlopen, riolen, vijvers, sloten, bezinksels van bezinkingsputten en de afval afkomstig uit inrichtingen voor zuivering van afvalwater van industrieën, steden en gemeenten.
4. Huisvuil :
Stoffen die slijk, organische afval of keukenafvallen bevatten en die opgehaald worden door de dienst georganiseerd of in concessie gegeven door het gemeentebestuur of die afkomstig zijn van het reinigen van openbare wegen.
5. Kompost :
Behandeling van organische afval, keukenafval, slijk of huisvuil die bewerkt worden met of zonder ontsmettende, gistende of vruchtbaarmakende produkten, om door de scheikundige of thermische werking van de gisting de ziektekiemen erin te vernietigen.
6. Vuilnisbelten :
Alle aangelegde of in aanleg zijnde terreinen, voor het storten van organische afval, keukenafval, slijk of huisvuil.
Art.2. Keuken en organische afval voortkomende van autocars, vrachtwagens, spoorwegwagens, schepen en vliegtuigen in internationaal verkeer moeten vervoerd worden hetzij naar een door de Minister van Landbouw erkend destructiebedrijf en met de vrachtwagens van dit bedrijf, hetzij naar een verbrandingsbedrijf dat onder het toezicht van het gemeentebestuur staat en door de diergeneeskundige inspecteur is erkend, en in waterdichte vaten volgens het model dat het gemeentebestuur van het georganiseerd ophaal van huisvuil heeft voorgeschreven. <Nota : voor het Waalse Gewest dient onder Minister van Landbouw te worden verstaan : de Deelregering en onder Veeartsenijkundige Inspektie : de door de Deelregering aangewezen agenten krachtens artikel 44, zie : DWG : 1985-07-05/30, art. 60>
Art.3. § 1. Het is verboden organische en keukenafval als bedoeld in artikel 2 op te halen, te behandelen, te verwerken of aan te wenden voor de voeding van dieren.
§ 2. De organische en de keukenafval die niet in artikel 2 bedoeld zijn, kunnen evenwel worden opgehaald, behandeld, verwerkt en aangewend voor de voeding van dieren :
1° te allen tijde en onder alle omstandigheden door een erkend destructiebedrijf;
2° door de personen die daartoe van de Minister van Landbouw op voorstel van de diergeneeskundige inspecteurs vergunning hebben gekregen en beschikken over een uitgeruste installatie die door de diergeneeskundige inspecteur is toegelaten.
De installatie moet het onder meer mogelijk maken organische afval of keukenafval op te slaan, te koken en te steriliseren en voorwerpen, vaten en voertuigen te ontsmetten. Die voorwerpen, vaten en voertuigen moeten uitsluitend dienen voor ophaling van de afval.
Art.4. Het is verboden organische of keukenafval, slijk en huisvuil te storten :
a) op gronden die als weiland worden gebruikt of op gronden waarop blijvend, tijdelijk of toevallig huisdieren gezet worden;
b) op gronden die door een waterloop of een kanaal doorkruisd of begrensd worden.
Art.5. Voor de toelating tot het oprichten van vuilnisbelten, huisvuilopslagplaatsen en kompostinrichtingen is vooral het akkoord van de diergeneeskundig inspecteur vereist. <Nota : opgeheven voor het Waalse Gewest door DWG : 1985-07-05/30, art. 59>
Art.6. De vuilnisbelten moeten omheind worden. Onbevoegden of personen die niet in het bezit zijn van een bewijs van toegang, afgegeven door het gemeentebestuur of door de diergeneeskundig inspecteur, worden op de vuilnisbelten niet toegelaten. <Nota : opgeheven voor het Waalse Gewest door DWG : 1985-07-05/30, art. 59>
Art.7. Het is verboden huisdieren op vuilnisbelten te zetten of ze te laten lopen.
Art.8. Op het koetswerk van de vervoermiddelen, gebruikt door de personen als bedoeld in artikel 3, § 2, wordt een kenteken aangebracht dat bestaat uit een witte verlakte plaat en dat in zwarte hoofdletters, 30 mm hoog, het volgende opschrift draagt :
" VERVOER VAN AFVAL
Vergunning nr ...
afgegeven door de gezondheidspolitie bij het Ministerie van Landbouw "
Art.9. De rijksdierengeneeskundig inspecteur houdt geregeld toezicht op de vuilnisbelten, kompostinrichtingen en de installaties als bedoeld in artikel 3, § 2.
Wanneer hij dit nodig acht, kan hij monsters nemen en die door het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek doen ontleden.
Art.10. De openbare besturen die het ophalen van afval organiseren en de personen als bedoeld bij artikel 3, § 2, moeten de voorschriften die de diergeneeskundig inspecteur geeft, naleven, inzonderheid betreffende de gezondmaking en de ontsmetting van vervoermiddelen en opslagplaatsen, de afwatering en afsluiting van vuilnisbelten, de werking en de ontsmetting van de door die inspecteur erkende installaties voor het koken of het steriliseren van afval. <Nota : opgeheven voor het Waalse Gewest door DWG : 1985-07-05/30, art. 59>
Art.11. De Minister van Landbouw kan de voorwaarden en de middelen voorschrijven betreffende de gezondmaking van vuilnisbelten, van compostbedrijven en van bedrijven die in het bezit zijn van een vergunning tot het ophalen en behandelen van keukenafval en organische afval.
Deze gezondmaking kan inzonderheid omvatten : de ontsmetting, de insectenzuivering, de rattenverdelging en de vernieling van dragers en overbrengers van besmettelijke ziekten en parasieten. <Nota : opgeheven voor het Waalse Gewest door DWG : 1985-07-05/30, art. 59>
Art.12. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de artikelen 4, 6 en 7 van de wet van 30 december 1882 op de diergeneeskundige politie en de schadelijke insekten.
Art.13. Wanneer een persoon als bedoeld in artikel 3, § 2, schuldig wordt bevonden aan een zodanige overtreding van dit besluit, dat daarvoor een besmettingshaard kan ontstaan, kan de Minister van Landbouw de hem verleende vergunning intrekken.
Art.14. Het ministerieel besluit van 26 juli 1961, houdende verplichting de keukenafval herkomstig van de vliegtuigen treinen en schepen te vernietigen, wordt opgeheven.
Art.15. Dit besluit treedt in werking de 1e mei 1969, met uitzondering van artikel 4, waarvan de inwerkingtreding opgeschorst wordt.
Art. 16. Onze Minister van Landbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.