22 FEBRUARI 1968. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de criteria van toekenning der toelagen voor het onderhoud van centra of diensten voor revalidatie. - (NOTA 1 : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap BDG 1996-11-18/48, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-1997) (NOTA 2 : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij VARIA 2000-06-08/56, art. 52; Inwerkingtreding : 01-07-2000) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2001-01-19/50, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2001) (NOTA 4 : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2013-07-04/32, art. 3 en 2, 43°, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-07-1990 en tekstbijwerking tot 30-08-2013)
Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N, N1-N6
1994036228 1995035685 1996027342 1996031552 1996035014 2001035208 2006203784
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> De toelagen voor het onderhoud van de centra of diensten voor revalidatie worden door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen toegekend volgens de criteria vastgesteld bij dit besluit.
<NOTA : Voor het Waalse Gewest wordt artikel 1 door de volgende bepalingen vervangen : "Artikel 1. Het Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen kent aan de extramurale centra of diensten voor revalidatie onderhoudssubsidies toe volgens de criteria vastgesteld bij dit besluit.
Onder extramurale centra of diensten voor revalidatie wordt verstaan de revalidatievoorzieningen die :
a) niet voorzien in de ziekenhuisopname;
b) hieronder vermeld worden :
1° de centra of diensten bedoeld bij artikel 1bis van de reglementaire beslissing van 7 februari 1964 houdende vaststelling van de modaliteiten en de voorwaarden van voorlopige erkenning van de centra of diensten voor revalidatie, gewijzigd bij de reglementaire beslissing van 17 december 1965;
2° de centra of diensten bedoeld bij artikel 1quater, § 2, van de reglementaire beslissing van 7 februari 1964, gewijzigd bij de reglementaire beslissing van 26 januari 1968;
3° de centra of diensten van de categorieën IV, V, VI, VII, bedoeld bij artikel 2 van de reglementaire beslissing van 12 april 1968 tot aanvulling van de reglementaire beslissing van 7 februari 1964 houdende vaststelling van de modaliteiten en de voorwaarden van voorlopige erkenning van de centra of diensten voor revalidatie, gewijzigd bij de reglementaire beslissingen van 17 december 1965, 23 december 1966 en 26 januari 1968;
4° de centra of diensten van categorie II bedoeld bij artikel 2 van de reglementaire beslissing van 7 februari 1964 houdende vaststelling van de modaliteiten en de voorwaarden van voorlopige erkenning van de centra of diensten voor revalidatie, gewijzigd bij de reglementaire beslissingen van 17 december 1965, 23 december 1966 en 26 januari 1968 en aangevuld door de reglementaire beslissing van 12 april 1968;
5° de centra of diensten van de categorieën II, A, B, C, bedoeld bij artikel 2, eerste en tweede leden, van de reglementaire beslissing van 29 januari 1971 tot aanvulling van de reglementaire beslissing van 7 februari 1964 houdende vaststelling van de modaliteiten en de voorwaarden van voorlopige erkenning van de centra of diensten voor revalidatie, gewijzigd bij de reglementaire beslissingen van 17 december 1965, 23 december 1966, 26 januari 1968 en aangevuld door de reglementaire beslissing van 12 april 1968." (BWG 1996-05-30/33, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1996)>
Art.2. <Zie nota onder TITEL> § 1.Voor elk burgerlijk kwartaal wordt aan het centrum of de dienst voor revalidatie een toelage toegekend, berekend in functie van de belangrijkheid van de installaties en de technieken voor revalidatie en van het personeel, door het centrum of de dienst aangewend in de loop van het vorige kwartaal.
§ 2. De periodes van inactiviteit van het centrum of de dienst in de loop van het voorgaande kwartaal, inzonderheid deze welke te wijten zijn aan vakantie, vormen geen beletsel voor de toekenning van de driemaandelijkse toelage voor zover deze periodes van inactiviteit zich rechtvaardigen gelet inzonderheid op de voorwaarden van erkenning waaraan het centrum of de dienst moet beantwoorden en op de verschillende categorieën minder-validen tot welke het centrum of de dienst zich richt.
Evenwel wordt, in dat geval, het bedrag van de driemaandelijkse toelage verminderd ten belope van een zesde van haar bedrag per volle maand inactiviteit in de loop van het beschouwd voorgaande kwartaal.
§ 3. Wanneer het Rijksfonds van oordeel is dat de periode van inactiviteit geheel of gedeeltelijk ongerechtvaardigd is, wordt het bedrag van de toegekende driemaandelijkse toelage proportioneel verminderd tot het aantal volle maanden van werkelijke activiteit en, in voorkomend geval, van gerechtvaardigde inactiviteit van het centrum of de dienst in de loop van het voorgaande kwartaal. Evenwel kan het Rijksfonds, in geval van herhaling, de toekenning van de driemaandelijkse toelage weigeren.
Art.3. <Zie nota onder TITEL> § 1. Voor elk van de installaties en technieken voor revalidatie en voor elk van de medewerkers aan de revalidatie, vermeld in de bij dit besluit gevoegde nomenclatuur en in de loop van het voorgaande kwartaal door het centrum of de dienst regelmatig aangewend, wordt aan het centrum of de dienst het aantal punten toegekend dat naast elk van deze installaties en technieken voor revalidatie en naast elk van deze medewerkers aan de revalidatie is aangeduid.
§ 2. De toekenning van de in de bij dit besluit gevoegde nomenclatuur aangeduide punten geschiedt rekening houdend met de bepalingen van de §§ 3 en 4.
§ 3. Onder uitrusting moet worden verstaan, een ingerichte en uitgeruste ruimte, waarin de minder-validen individuele behandelingen ondergaan.
Onder zaal moet worden verstaan, een ingerichte en uitgeruste ruimte, waarin de minder-validen individuele en/of collectieve behandelingen ondergaan.
Onder zitting moet worden verstaan, de verstrekking inzake revalidatie zoals zij bepaald is in de nomenclatuur, vastgesteld ter uitvoering van artikel 69 van het voornoemd koninklijk besluit van 5 juli 1963.
Onder regelmatig ingerichte discipline moet worden verstaan, een activiteit die plaats heeft gedurende gans de klimatologisch gunstige periode, wanneer het een activiteit in open lucht betreft, of gedurende het ganse jaar, wanneer het een in een zaal uitgeoefende activiteit betreft, en die wordt uitgevoerd onder de leiding van een bevoegde verantwoordelijke, in aangepaste installaties en met het nodige collectief en individueel materieel.
§ 4. De installaties en technieken voor revalidatie worden slechts in aanmerking genomen voor zover zij bediend worden door bevoegd personeel, dat full-time door het centrum of de dienst wordt te werk gesteld.
Het aantal in aanmerking te nemen dagelijkse zittingen is het rekenkundig gemiddelde van het totaal der zittingen dat in de loop van het beschouwd kwartaal werd uitgevoerd.
Art.4. <Zie nota onder TITEL> Het bedrag van de voor elk kwartaal toegekende toelage wordt berekend door een som van 10,7 frank uit te keren voor elk toegekend punt.
<NOTA : Voor de Duitse gemeenschap, wordt artikel 4 door de volgende leden aangevuld : " Deze som van 10,7 frank wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssektor aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Voor de toepassing van het vorig lid wordt de som van 10,7 frank aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld.
Voor de berekening van de voor het eerste trimester van 1990 toegekende toelage wordt de som van 10,7 frank voor elk toegekend punt met de coëfficiënt 1,02 vermenigvuldigd." (BDG 1990-10-26/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1990)>
Art.5. <Zie nota onder TITEL> § 1. De toelage voor het onderhoud wordt slechts toegekend op voorwaarde dat het centrum of de dienst:
1° de erkenning geniet gedurende gans het burgerlijk kwartaal, waarvoor de toelage wordt gevraagd;
2° de erkenning heeft genoten gedurende het burgerlijk kwartaal dat voorafgaat aan datgene waarvoor de toelage wordt gevraagd; wanneer het centrum of de dienst slechts gedurende een gedeelte van het vorige burgerlijk kwartaal is erkend geweest, wordt het bedrag van de toelage verminderd met een of met twee derden naargelang het centrum of de dienst de erkenning respectievelijk gedurende ten minste twee volle maanden of ten minste een volle maand van het kwartaal heeft genoten.
§ 2. Voor de centra of de diensten voor revalidatie die voor de eerste maal worden erkend of die, na een onderbreking van hun erkenning, opnieuw worden erkend, wordt het bedrag van de eerste driemaandelijkse toelage die hun na deze erkenning wordt verleend, vermenigvuldigd met twee, twee en een half of vier naargelang, bij toepassing van § 1, respectievelijk drie, twee of één maand activiteit voor de berekening van deze eerste driemaandelijkse toelage in aanmerking werden genomen.
Art.6. <Zie nota onder TITEL> § 1. Voor elk burgerlijk kwartaal waarvoor de toelage wordt gevraagd, moet het centrum of de dienst het Rijksfonds een verklaring op eer laten geworden, die, in functie van de bij dit besluit gevoegde nomenclatuur, de installaties en technieken voor revalidatie en de medewerkers aan de revalidatie nauwkeurig opsomt, die in de loop van het vorige kwartaal regelmatig werden aangewend.
§ 2. De bij § 1 bedoelde verklaring moet worden ingediend vóór het verstrijken van de tweede maand van het kwartaal waarvoor de toelage wordt gevraagd.
De verklaring moet evenwel worden ingediend:
1° vóór 1 april 1968, wat betreft de toelage voor het eerste kwartaal 1968;
2° vóór het verstrijken van een periode van dertig dagen, te rekenen vanaf de betekening van de beslissing tot erkenning, wanneer het gaat om centra of diensten die voor de eerste maal worden erkend of die, na een onderbreking van hun erkenning, opnieuw worden erkend.
De raad van beheer van het Rijksfonds kan, bij gemotiveerde beslissing, afwijken van de termijnen voorzien bij het eerste en het tweede lid, zo het centrum of de dienst doet blijken dat de vertraging te wijten is aan een oorzaak onafhankelijk van zijn wil.
§ 3. De bepalingen van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies en vergoedingen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, zijn van toepassing op de bij dit artikel bedoelde verklaring.
Art.7. <Zie nota onder TITEL> De bij dit besluit voorziene toelagen worden slechts toegekend voor zover het centrum of de dienst het Rijksfonds:
1° een afschrift laat geworden van zijn eindeboekjaarsrekeningen betreffende de jaren voor welke hem toelagen worden verleend;
2° de verbintenis laat geworden de afgevaardigden van het Rijksfonds toe te staan ter plaatse de juistheid van de bij artikel 6 bedoelde verklaringen te controleren, alsook de aan de toegekende toelage gegeven bestemming en daartoe alle registers, boeken, staten, boekhoudkundige bescheiden en andere nuttige documenten te raadplegen.
Art.8. <Zie nota onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1968.
Evenwel zijn de bepalingen van artikel 2, §§ 2 en 3 van toepassing op de toelagen voor het onderhoud verleend voor de begrotingsjaren 1966 en 1967.
BIJLAGE.
Art. N. <Zie nota onder TITEL> Bijlage van het ministerieel besluit van 22 februari 1968 houdende vaststelling van de criteria van toekenning der toelagen voor het onderhoud van centra of diensten voor revalidatie.
Art. N1. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK I _ Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor revalidatie waarvan de erkenning niet is geschied op basis van de bijzondere criteria vastgesteld in functie van zekere bepaalde categorieën minder-validen.
A. Installaties en technieken voor revalidatie en toegekende punten.
1. Kinesitherapie.
Individuele kinesitherapie-uitrusting met massagebank, waar dagelijks ten minste 15 zittingen worden uitgevoerd:..... 20
2. Poelietherapie.
Poelietherapie-uitrusting geinstalleerd onder vorm van kooi van Rocher of onder een gelijkaardige vorm, met bijhorigheden, waar dagelijks ten minste 10 zittingen worden uitgevoerd:..... 200
Alleenstaand apparaat bestemd voor de arbeid tegen weerstand, met of zonder katrol, waar dagelijks ten minste 10 zittingen worden uitgevoerd:
per toestel voor het bewegen van één of meerdere dezelfde gewrichten:..... 20
per toestel voor het gelijktijdig of achtereenvolgend bewegen van meerdere verschillende gewrichten:..... 25
3. Gymnastiek.
a) Turnzaal uitgerust met leibomen, plint, Zweedse banken, evenwichtsbalk, orthopedische spiegel, orthopedische planken en krukjes, waar dagelijks ten minste 5 gemeenschappelijke zittingen voor 5 patiënten worden uitgevoerd of dagelijks 10 individuele zittingen:..... 900
b) Geheel omvattend gangpad, denivelleringen, gewone hindernissen, trap (in zaal):..... 100
c) Hindernisbaan in open lucht, omvattend denivelleringen, hindernissen, trap:
per baan of geheel van banen:..... 100
d) Orthopedische of ergometrische fiets of fiets voor wederopvoeding:
per fiets:..... 50
4. Ergotherapie.
Ergotherapiezaal uitgerust met:
ijzerwaren, zoals gereedschap voor houtbewerking, voor mandenmaken, een paneel voorzien van klinken, spanjoletten, kranen, sloten, per geheel dat een autonome niet mechanische arbeid mogelijk maakt:..... 20
volledig aangepaste keukenuitrusting:..... 100
machine voor het mechanisch bewerken van hout, ijzer, textiel of een andere stof, per machine:..... 50
handwerkdoos om te naaien, te breien, te knippen, per individuele handwerkdoos:..... 5
oven voor pottenbakkerijkunst:..... 100
alle andere mechanische werkzaamheden, per machine:..... 50
toeslag per machine die arbeid in hangende houding of met steunapparaat mogelijk maakt:..... 10
De hiervoren voorziene punten worden slechts toegekend wanneer het materieel of de machine gebruikt wordt voor een effectieve therapeutische activiteit.
5. Electrotherapie.
a) Electrotherapie-uitrusting bevattend toestellen voor galvanische, faradische, prikkelende, exponentiële of gemoduleerde stroom:
per gewoon toestel waardoor dagelijks ten minste 15 zittingen in de uitrusting worden uitgevoerd:..... 30
per gecombineerd toestel dat minstens vier stroomtypen bevat, waardoor dagelijks ten minste 15 zittingen van gecombineerde behandeling, waarbij van ten minste twee stroomtypen wordt gebruik gemaakt, in de uitrusting worden uitgevoerd:..... 120
b) Electrotherapie-uitrusting bevattend toestellen voor ultrasoons, korte golven, hoge frekwentiemodulatie of radar:
per toestel waardoor dagelijks 15 zittingen in de uitrusting worden uitgevoerd:..... 150
De hiervoren voor de electrotherapie-uitrusting voorziene punten worden slechts in hun totaliteit toegekend wanneer de uitrusting uitsluitend gebruikt wordt voor minder-validen die, gehospitaliseerd of niet, een volledig revalidatieprogramma volgen.
Wanneer de uitrusting terzelfdertijd dient voor minder-validen die een volledig revalidatieprogramma volgen en voor patiënten die een geisoleerde electrotherapie-behandeling, niet begrepen in een volledig revalidatieprogramma, volgen, worden de voorziene punten slechts toegekend tot beloop van een derde van hun bedrag.
6. Actinotherapie.
Actinotherapie-uitrusting bevattend toestellen met hetzij ultravioletstralen, hetzij infraroodstralen, hetzij gedeeltelijk of algemeen lichtbad:
per gewoon toestel waardoor dagelijks ten minste 15 zittingen in de uitrusting worden uitgevoerd:..... 25
per gecombineerd toestel met ultraviolet en infraroodstralen waardoor dagelijks ten minste 15 zittingen van gecombineerde behandeling in de uitrusting worden uitgevoerd:..... 45
7. Hydrotherapie.
a) Hydrotherapie in galerij met stortbaden:
per type hydrotherapeutische behandeling uitgevoerd ten belope van dagelijks ten minste 10 zittingen:..... 50
b) Individuele uitrusting voor hydrotherapie bevattend:
armbad, per toestel met geinstalleerde watervoorziening waar dagelijks ten minste 15 zittingen worden uitgevoerd:..... 100
beenbad, per toestel met geinstalleerde watervoorziening waar dagelijks ten minste 15 zittingen worden uitgevoerd:..... 110
vlinderbad, per toestel met geinstalleerde watervoorziening waar dagelijks ten minste 15 zittingen worden uitgevoerd:..... 500
badkuip voor massage, per toestel met geinstalleerde watervoorziening waar dagelijks ten minste 10 zittingen worden uitgevoerd:..... 500
badkuip voor therapeutische baden (koolzuurhoudend, zwavelhoudend, electrogalvanisch, enz.), per toestel waar dagelijks ten minste 10 zittingen worden uitgevoerd:..... 500
toestel voor massage onder water:..... 400
parafango, per toestel met dubbele wand, met verwarming en thermostaat waarmede dagelijks ten minste 15 zittingen worden uitgevoerd:..... 200
c) Gemeenschappelijke hydrotherapiezaal bevattend: kom met sterilisatie, verwarming, filtratie, ophijstoestel en leuningen van twee meter en meer breedte, dagelijks gedurende ten minste vier uren gebruikt, per kom:..... 4 000
bijslag per meter boven vier meter lengte:..... 1 000
bijslag voor ophijsbodem:..... 1 000
bijslag per toestel voor massage onder water:..... 400
d) Zwembad in openlucht met een oppervlakte van ten minste 20 m2 en gebouwd uit stevig materiaal:..... 2 000
8. Logopedie.
Kamer uitgerust voor logopedie met ondermeer spiegels, electronische apparaten:..... 250
9. Groepspsychotherapie.
a) Zaal voorbehouden voor de groepspsychotherapie (psychodrama's of sociodrama's of hermotivering, bij voorbeeld), waar dagelijks ten minste 2 zittingen worden uitgevoerd, per zaal:..... 50
b) Kulturele en artistieke activiteiten (schilderkunst, muziek, beeldhouwkunst, enz.), per regelmatig ingerichte discipline, (buiten de ergotherapiedienst):..... 100
c) Ontspanning (kegels, bollen, biljard, bij voorbeeld), per regelmatig ingerichte discipline:..... 25
10. Prothesen en orthopedische apparaten.
Werkplaats voor het vervaardigen van prothesen en/of orthopedische apparaten bevattend verscheidene uitrustingen en machines dienstig voor het vervaardigen, het passen, het verbeteren en het aanpassen van de prothesen en/of de orthopedische apparaten, eventueel vanaf geledingen of standaardstukken en waarvan de directie door een bevoegd technicus wordt verzekerd:..... 4 000
Werkplaats van voorlopige prothesen en/of voor het aanpassen van prothesen of orthopedische apparaten (wanneer het centrum of de dienst niet beschikt over de supra bedoelde werkplaats voor het vervaardigen van prothesen en/of orthopedische apparaten):..... 500
Werkplaats voor orthopedische schoenen:..... 500
11. Gadgets en aanpassing van de apparaten voor ergotherapie.
Werkplaats voor het vervaardigen van gadgets die ertoe bijdragen het leven van de minder-valide zelfstandiger te maken en werkplaatsen voor aanpassing van apparaten voor ergotherapie onder de leiding van een geschoold technicus:..... 500
12. Vorming.
Vormingscursussen bestaande uit:
inlichtingsvergaderingen ingericht door het centrum of de dienst en bezield door personen die vreemd zijn aan het centrum (ten minste 1 per kwartaal):..... 500
wekelijkse vergaderingen bezield door het personeel van het centrum (bespreking van gevallen of van technieken, opmaken van de individuele programma's van revalidatie), gedurende het ganse kwartaal:..... 1 000
13. Revalidatieoefeningen door sport.
per regelmatig ingerichte discipline:
individuele sport:..... 100
sport per ploegen:..... 200
B. Aan de revalidatie medewerkend personeel.
1. per logopedist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 250
2. per ergotherapeut, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 250
3. per psycholoog, bezitter van een diploma van universitair niveau, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 000
4. per assistent-psycholoog, bezitter van een diploma A1, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
5. per maatschappelijk(e) assistent(e) of gegradueerde sociale verple(e)g(st)er, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
6. per prothesist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
Art. N2. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK II _ Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor revalidatie van hartlijders.
Onder centra of diensten voor revalidatie van motorisch cerebraal gestoorden moet men diegenen verstaan erkend op basis van de bijzondere criteria vastgesteld voor de inrichtingen die zich wijden aan de behandeling en de geneeskundige revalidatie van kinderen en adolescenten die lijden aan een motorisch cerebrale gebrekkigheid en, in bijkomende orde, aan deze van kinderen en adolescenten die lijden aan neurologische aandoeningen van lange duur of aan myopathie.
A. Installaties en technieken voor revalidatie.
De in aanmerking genomen installaties en technieken voor revalidatie en het eraan toegekend aantal punten zijn dezelfde als deze voorzien bij hoofdstuk I.
Evenwel worden de vereisten betreffende het minimumgebruik van deze installaties en technieken voor revalidatie als volgt aangepast:
kinesitherapie: ten minste 10 dagelijkse zittingen in plaats van 15;
Poelietherapie: ten minste 8 dagelijkse zittingen in plaats van 10;
gymnastiek: turnzaal: ten minste 4 dagelijkse gemeenschappelijke zittingen voor 3 patiënten in plaats van 5 dagelijkse gemeenschappelijke zittingen voor 5 patiënten of 8 dagelijkse individuele zittingen in plaats van 10 dagelijkse individuele zittingen;
electrotherapie: ten minste 10 dagelijkse zittingen in plaats van 15;
actinotherapie: ten minste 10 dagelijkse zittingen in plaats van 15;
hydrotherapie: ten minste 8 dagelijkse zittingen in plaats van respectievelijk 10 of 15.
B. Aan de revalidatie medewerkend personeel en toegekende punten.
1. per logopedist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 500
2. per ergotherapeut, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 500
3. per psycholoog, houder van een diploma van universitair niveau, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 500
4. per assistent-psycholoog, houder van een diploma A1, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 000
5. per maatschappelijk(e) assistent(e) of gegradueerde sociale verple(e)g(st)er, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 000
6. per prothesist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
7. per opvoeder of kinderverzorgster, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 600
Art. N3. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK III _ <MB 9-12-1975> Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor revalidatie van hartlijders.
Onder centra of diensten voor revalidatie van hartlijders moet men diegene verstaan die als dusdanig erkend zijn.
A. Installaties en technieken voor revalidatie en toegekende punten.
1. Hertraining tot de inspanning.
Gecontroleerde globale fysische activiteiten uitgevoerd in open lucht of in een zaal voor kinesitherapie, uitgerust met hulp- of reanimatie-apparatuur:
Per activiteit of geheel van activiteiten uitgevoerd ten belopen van dagelijks ten minste 1 zitting:
met behulp van mechanische toestellen:..... 400
met behulp van niet-mechanische toestellen:..... 400
zonder toestel noch outillage:..... 300
zaal voor ergotherapie:..... 400
2. Groepspsychotherapie.
a) Zaal voorbehouden voor de groepspsychotherapie (psychodrama's of sociodrama's of hermotivering, bijvoorbeeld), waar dagelijks ten minste 1 zitting wordt uitgevoerd per zaal:..... 100
b) Culturele en artistieke activiteiten (schilderkunst, muziek, beeldhouwkunst, enz.) per regelmatig ingerichte discipline (buiten de activiteiten van hertraining tot de inspanning):..... 100
c) Ontspanning (kegels, bollen, biljart, bijvoorbeeld), per regelmatig ingerichte discipline (buiten de activiteiten van hertraining tot de inspanning):..... 50
3. Vorming.
Vormingscursussen bestaande uit:
inlichtingsvergaderingen ingericht door het centrum of de dienst en bezield door personen die vreemd zijn aan het centrum (ten minste 1 per kwartaal):..... 300
wekelijkse vergaderingen (met dag en uur aan te duiden in het activiteitsverslag, bezield door het personeel van het centrum (bespreking van gevallen of van technieken, opmaken van de individuele programma's van revalidatie), gedurende het ganse kwartaal:..... 1 500
4. Vorsingen en documentatie.
a) Per jaarlijks activiteitsverslag aan het Rijksfonds overgemaakt vóór de 1e juni van het volgend jaar:..... 200
b) Per volledige studie van een arbeidspost, in bijlage bij het jaarlijks activiteitsverslag:..... 200
De hierbovenvermelde punten voor het jaarlijks activiteitsverslag en de eventuele er bijgevoegde studies, worden slechts eenmaal per jaar toegekend en zulks voor het kwartaal dat volgt op datgene in de loop waarvan deze documenten aan het Rijksfonds werden overgemaakt.
B. Aan de revalidatie medewerkend personeel en toegekende punten.
1. 1 full-time gegradueerde sociale verpleegster of sociale assistente voor 40 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
2. 1 full-time secretaris voor 50 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
3. 1 full-time psycholoog voor 40 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
4. 2 half-time verpleegsters voor 50 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
5. 1 half-time technicus voor 400 tests voor functionele schatting per kwartaal:..... 2 500
6. 1 full-time kinesist,
a) voor de centra van categorie I: voor 50 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
b) voor de centra van categorie II: voor 30 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
7. 1 full-time ergotherapeut,
a) voor de centra van categorie I: voor 50 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
b) voor de centra van categorie II: voor 30 patiënten per kwartaal behandeld:..... 5 000
8. 1 full-time diëtist (enkel voor de centra van categorie II):..... 5 000
Voor de centra die het per kwartaal vastgestelde aantal patiënten niet zouden behandelen, worden de prestaties van de kinesist, van de sociaal assistente, van de secretaris, van de psycholoog en van de ergotherapeut met de helft verminderd.
Het aantal patiënten dat effectief geintegreerd is in een doorlopend revalidatieprogramma, mag niet lager liggen dan 30 per kwartaal.
Art. N4. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK IV _ <MB 9-8-1968> Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor de revalidatie van spraak- en gehoorgestoorden.
Onder centra of diensten voor revalidatie van spraak- en gehoorgestoorden moet men diegene verstaan erkend als centrum of dienst voor polyvalente revalidatie van spraak- en gehoorgestoorden alsmede diegene erkend als centrum of dienst voor revalidatie van één of meerdere bepaalde groepen van spraak- en gehoorgestoorden.
A. Installaties en technieken voor revalidatie en toegekende punten.
1. Schatting.
a) Geluidsvrije kabine voor audiometrie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 8 zittingen:
per eenledige kabine:..... 250
per tweeledige kabine die de rechtstreekse observatie toelaat:..... 500
per tweeledige kabine die de observatie vanop afstand toelaat:..... 750
toeslag per kabine uitgerust met een bandopnemer:..... 25
toeslag per tweeledige kabine uitgerust voor de audiometrie in vrij veld:..... 100
b) Apparatuur bestemd voor de audiometrie:
per apparaat bestemd voor de totale audiometrie:..... 125
per apparaat bestemd voor de verbo-tonale audiometrie:..... 150
per apparaat bestemd voor de vocale audiometrie:..... 150
per apparaat bestemd voor de objectieve audiometrie door opname op de huid:..... 175
per apparaat bestemd voor de objectieve audiometrie door opname op het zenuwstelsel:..... 400
per apparaat bestemd voor de prothetische audiometrie uitgerust voor de geluidsversterking met compensatie:..... 200
per apparaat bestemd voor de infantiele audiometrie (type "peep-show", "train-show", "suzuki" of dergelijke), gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 8 zittingen:..... 125
c) Apparatuur bestemd voor de fonometrie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 8 zittingen:
per apparaat dat de geluidstrillingen visualiseert:..... 200
per apparaat dat de bewegingen van het strottenhoofd visualiseert:..... 175
per apparaat dat de elektrische verschijnselen op de spraakorganen meet:..... 150
d) uitrusting bestemd voor de psychometrie:
per testbatterij aangepast voor de psychometrie van spraak- en gehoorgestoorden, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:..... 250
De supra voor de psychometrische uitrusting voorziene punten worden slechts toegekend voor zover de psychometrie wordt uitgevoerd in een lokaal dat uitsluitend te dien einde word voorbehouden.
e) Apparatuur bestemd voor het meten van de ademhalingsmechaniek, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:
per apparaat voor het meten van de respiratoire volumes:..... 25
per apparaat voor de opname van de respiratoire parameters:..... 75
2. Fonatoire opvoeding en wederopvoeding en acoupedie.
a) Uitgeruste kabine en uitgerust lokaal voor logopedie en/of acoupedie (spiegel, voorwerpen, prenten, metronoom, zwart bord, enz.):
per kabine gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 8 individuele zittingen:..... 350
per lokaal gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 collectieve zittingen:..... 600
toeslag per kabine of lokaal uitgerust met een magnetische ring..... 50
toeslag per kabine of lokaal uitgerust met een bandopnemer:..... 25
b) Apparatuur bestemd voor de logopedie en de acoupedie:
per gewone individuele geluidsversterker:..... 50
per gewone collectieve geluidsversterker:..... 150
per individuele geluidsversterker, met compensatie:..... 1 250
per collectieve geluidsversterker, met compensatie:..... 2 000;
per apparaat voor wederopvoeding door visualisatie of aanrakingstrillingen, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:..... 500
per apparaat voor wederopvoeding dat tonen uitzendt over verschillende octaven en verschillende registers en dat bevolen wordt door middel van een klavier, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:..... 200
per schrijfmachine:..... 25
3. Controle van de apparatuur.
Controle van de gebruikte apparaten, uitgevoerd door een technicus-elektronicus:
per gebruikt controleapparaat:..... 100
4. Individuele- en groepspsychotherapie.
a) Zaal voorbehouden voor de groepspsychotherapie (psychodrama, sociodrama, hermotivering), gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 2 zittingen, per zaal:..... 50
b) Culturele en artistieke activiteiten (schilderkunst, beeldhouwkunst, enz.), per regelmatig ingerichte discipline (buiten de ergotherapeutische activiteiten):..... 100
c) Ontspanning (kegels, ballen, biljart, enz.), per regelmatig ingerichte discipline (buiten de ergotherapeutische activiteiten):..... 25
d) Lokaal voorbehouden voor de individuele psychotherapie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen, per lokaal:..... 25;
5. Ergotherapie.
Ergotherapeutische activiteiten, per type van activiteit bestemd voor de aanpassing aan de gewone noodwendigheden van het dagelijks leven:..... 50
6. Zintuiglijke en psychomotorische opvoeding en wederopvoeding.
a) Zaal voorbehouden voor de collectieve zintuiglijke en/of psychomotorische opvoeding en wederopvoeding, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 2 zittingen, per zaal:..... 400
b) Lokaal voorbehouden voor de individuele zintuiglijke en/of psychomotorische opvoeding en wederopvoeding, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen, per lokaal:..... 200
7. Prothesen.
Oppuntstellingen en aanpassing van de prothesen, uitgevoerd door een gehoorprothesist, een technicus-audiometrist of een technicus-elektronicus:..... 100
8. Vorming van het personeel.
Vormingscursussen bestaande uit:
inlichtingsvergaderingen ingericht door het centrum of de dienst en bezield door personen die aan het centrum of de dienst vreemd zijn (ten minste 1 per kwartaal):..... 500
wekelijkse vergaderingen bezield door het personeel van het centrum of de dienst (bespreking van gevallen of van technieken, opmaken van de individuele programma's van revalidatie), gedurende het ganse kwartaal:..... 1 000
9. Revalidatieoefeningen door sport.
per regelmatig ingerichte discipline:
individuele sport:..... 100
sport per ploegen:..... 120
B. Aan de revalidatie medewerkend personeel.
1. per logopedist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
2. per ergotherapeut, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
3. per kinesist die de psychomotorische opvoeding en wederopvoeding uitoefent, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
4. per psycholoog, houder van een diploma van universitair niveau, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 000
5. per taalkundige-foneticus, houder van een diploma van universitair niveau, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 1 000
6. per assistent-psycholoog, houder van een diploma A1, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
7. per maatschappelijk(e) assistent(e) of gegradueerde sociale verple(e)g(st)er, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
8. per gehoorprothesist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
9. per technicus-audiometrist, full-time werkzaam in de wederaanpassing:..... 800
10. per technicus-elektronicus, ten minste half-time werkzaam in het centrum of de dienst:..... 500
Art. N5. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK V _ <MB 21-2-1969> Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor revalidatie van psychische minder-validen.
Onder centra of diensten voor revalidatie van psychische minder-validen moet men diegene verstaan die als zodanig zijn erkend.
A. Installaties en technieken voor revalidatie en toegekende punten.
1. Schatting.
a) Technieken bestemd om de somatische balans vast te stellen:
per uitgerust geneeskundig kabinet, bestemd om de morfologische, neurologische, psychomotorische of motorische balans vast te stellen:..... 50
per uitgerust geneeskundig kabinet, bestemd om de otorhinolaryngologische, ophtalmologische, endocrinologische of cardiologische balans vast te stellen:..... 75
b) Technieken bestemd om de biologische balans vast te stellen:
per electrofysiologische techniek, die ten minste tweemaal per dag wordt uitgevoerd:..... 50
per biochemische techniek (enzymatische, chemische, fysische of immunologische), die ten minste tweemaal per dag wordt uitgevoerd:..... 75
per histo-cytologische techniek, die ten minste tweemaal per dag wordt uitgevoerd:..... 100
c) Technieken bestemd om de pedagogische, psychologische en psychiatrische balans vast te stellen:
per uitgerust kabinet, bestemd om de psychologische of psychiatrische balans vast te stellen:..... 75
per testbatterij bestemd om het intellectueel niveau vast te stellen, die ten minste tweemaal per dag wordt gebruikt:..... 10
per projectietestbatterij, die ten minste tweemaal per dag wordt gebruikt:..... 20
per testbatterij bestemd om de gebarenbalans vast te stellen, die ten minste tweemaal per dag wordt gebruikt:..... 20
per testbatterij bestemd om het niveau van de schoolkennis vast te stellen, die ten minste tweemaal per dag wordt gebruikt:..... 20
per installatie (lokaal en materieel) die de studie van het gedrag in groep mogelijk maakt:..... 75
d) Technieken bestemd om de sociale balans vast te stellen:
per lokaal dat uitgerust is om de interviews en/of de medisch-sociale-psychologische en orthopedagogische voogdij te realiseren:..... 100
2. Electrotherapie.
Electrotherapie-uitrusting:
per gewoon toestel gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:..... 100
per gecombineerd toestel gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:..... 150
3. Hydrotherapie.
a) Hydrotherapie in galerij met stortbaden:
per type hydrotherapeutische behandeling, uitgevoerd ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:..... 50
b) Individuele hydrotherapieuitrusting:
per badkuip of vlinderbad met geinstalleerde watervoorziening, waar dagelijks ten minste 8 zittingen worden uitgevoerd:..... 500
c) Gemeenschappelijke hydrotherapiezaal bevattend een kom met sterilisatie, verwarming en filtratie, en met leuningen, kom van 2 meter breedte of meer, dagelijks gedurende ten minste twee uren gebruikt:
per kom:..... 4 000
bijslag per meter boven 4 meter lengte:..... 1 000
bijslag voor ophijsbodem:..... 1 000
bijslag per toestel voor massage onder water:..... 400
4. Motorische en psychomotorische wederopvoeding.
a) Motorische wederopvoeding:
per uitgerust lokaal of uitgeruste box, bestemd voor de individuele wederopvoeding, waar dagelijks ten minste 6 zittingen worden uitgevoerd:..... 20
per uitgerust lokaal bevattend leibomen, plint, zweedse bank, evenwichtsbalk, orthopedische spiegel en krukjes, bestemd voor de collectieve wederopvoeding, waar dagelijks ten minste 2 gemeenschappelijke zittingen worden uitgevoerd:..... 900
per poelietherapie-uitrusting geinstalleerd onder vorm van kooi van Rocher of onder een gelijkaardige vorm, met bijhorigheden, waar dagelijks ten minste 8 zittingen worden uitgevoerd:..... 200
b) Psychomotorische wederopvoeding:
per uitgeruste zaal bevattend relaxbedden, spiegels, tafels, banken en muzikale begeleiding, waar dagelijks ten minste 2 gemeenschappelijke of 4 individuele zittingen worden uitgevoerd:..... 900
per methode waarbij gebruik wordt gemaakt van materieel dat afgeleid is van datgene dat bij de performatietests wordt gebruikt:..... 20
5. Ergotherapie.
§ 1. Gewone ergotherapie
a) Activiteiten in ergotherapiezaal:
ijzerwaren zoals gereedschap voor houtbewerking, voor mandenmaken, per geheel dat een autonome niet-mechanische arbeid mogelijk maakt:..... 20
machines voor het mechanisch bewerken van hout, van ijzer of van elke andere materie, per machine:..... 50
keukenuitrusting bevattend het materieel voor de voorbereiding, het koken, het bewaren en het opdienen van de spijzen, per installatie:..... 100
handwerkdoos om te naaien, te breien en te knippen
per individuele handwerkdoos:..... 5
per machine:..... 50
b) Praktische activiteiten bestemd voor de aanpassing aan de gewone noodwendigheden van het dagelijks leven:
per geheel dat ten minste 5 verschillende activiteiten bevat:..... 200
per geheel dat ten minste 10 verschillende activiteiten bevat:..... 400
c) Activiteiten in open lucht:
Landbouw, tuinbouw:
per are:..... 5
per serre:..... 25
per geheel van materieel dat een autonome niet-mechanische arbeid mogelijk maakt:..... 10
per machine:..... 50
Kleinveeteelt:
per kippenhok:..... 20
per eendenhok:..... 20
per konijnehok:..... 20
d) Externe activiteiten:
Bezoeken aan werkplaatsen, werven en tentoonstellingen, per georganiseerd bezoek met ten minste 15 minder-validen:..... 250
§ 2. Creatieve ergotherapie
a) Activiteiten in ergotherapiezaal:
Materieel bestemd voor het modelleren van boetseerklei:
per individuele uitrusting:..... 5
per machine:..... 50
per keramiekoven:..... 100
Materieel bestemd voor het snijden en het assembleren van lichte materialen (papier, feutrine, enz.):
per individuele uitrusting:..... 5
Zandbak:
per bak:..... 100
b) Culturele en artistieke activiteiten (schilderkunst, beeldhouwkunst, muziek, enz.):
per regelmatig ingerichte discipline:..... 150
c) Activiteiten in open lucht:
Zandbak:
per bak:..... 100
§ 3. Preprofessionele ergotherapie
a) Activiteiten in de werkplaats:
per werkplaats voor houtbewerking:..... 1 000
per werkplaats voor ijzerbewerking:..... 1 000
per werkplaats voor plastiekbewerking:..... 500
per werkplaats voor non-ferrometalen:..... 1 000
per werkplaats voor lederbewerking:..... 500
per werkplaats voor het schilderen:..... 500
per werkplaats voor textielbewerking:..... 1 000
per werkplaats voor het drukken:..... 1 000
per werkplaats voor huishoudelijke arbeid (strijken en wassen):..... 500
b) Activiteiten op de werf:
per werf (metselen, vloeren, enz).
De punten voorzien bij deze paragraaf worden slechts toegekend aan de centra of diensten die behoren tot een categorie voor welke het op punt stellen van een preprofessionele ergotherapie een van de voorwaarden van erkenning is.
6. Individuele en groepspsychotherapie.
a) Zaal voorbehouden aan de groepspsychotherapie (psychodrama, sociodrama, hermotivering) gebruikt ten belope van wekelijks ten minste 2 zittingen:
per zaal:..... 150
per magazijn voor kostumering:..... 25
per magazijn voor decors:..... 25
b) Lokaal voorbehouden aan de individuele psychotherapie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen: per lokaal:.....75
c) Ontspannings- en opvoedkundige spelen, per regelmatig ingerichte discipline (buiten de ergotherapeutische activiteiten):.....20
7. Logopedie.
Cabine uitgerust voor logopedie, die inzonderheid de spiegels en de electronische apparaten bevat, per cabine:.....500
8. Orthoptie.
Cabine uitgerust voor orthoptie, die inzonderheid de wederopvoedingsapparaten bevat, per cabine:.....500
9. Revalidatieoefeningen door sport.
per regelmatig ingerichte discipline:
individuele sport:.....100
sport per ploegen:.....200
10. Gadgets en aanpassing van de apparaten voor ergotherapie.
Werkplaats voor het vervaardigen van gadgets die ertoe bijdragen het leven van de minder-valide zelfstandiger te maken en werkplaatsen voor aanpassing van apparaten voor ergotherapie onder de leiding van een geschoold technicus:
per werkplaats voor de vervaardiging:.....250
per werkplaats voor de aanpassing:.....250
11. Vorming van het personeel.
Vormingscursussen bestaande uit:
inlichtingsvergaderingen ingericht door het centrum of de dienst en bezield door personen die vreemd zijn aan het centrum (ten minste 1 per kwartaal):.....500
wekelijkse vergaderingen bezield door het personeel van het centrum (bespreking van gevallen of van technieken, opmaken van de individuele programma's van revalidatie), gedurende het ganse kwartaal:.....1000
12. Documentatie en vorsing.
a) Per jaarlijks activiteitsverslag:.....125
b) Per volledige studie van een arbeidspost geanalyseerd vanuit het standpunt van de mentale belasting, studie in bijlage bij het jaarlijkse activiteitsverslag:.....200
c) Per volledige studie van een arbeidspost geanalyseerd vanuit het standpunt van de eisen inzake veiligheid, studie in bijlage bij het jaarlijks activiteitsverslag:.....200
De supra voor het jaarlijks activiteitsverslag en de eventuele er bijgevoegde studies voorziene punten, worden slechts eenmaal per jaar toegekend en zulks voor het kwartaal dat volgt op datgene in de loop waarvan deze documenten het Rijksfonds werden overgemaakt.
B. Aan de revalidatie medewerkend personeel en toegekende punten.
§ 1. Tewerkgesteld personeel
1. Per kinesist die instaat voor de psychomotorische wederopvoeding:.....500
2. Per logopedist:.....500
3. Per opvoeder houder van een diploma A1:.....800
4. Per ergotherapeut:.....500
5. Per assistent-psycholoog, houder van een diploma A1:.....1000
6. Per maatschappelijk(e) assistent(e) of gegradueerde sociale verple(e)g(st)er:.....1000
7. Per preprofessioneel monitor:.....600
8. Per psycholoog of socioloog, houder van een diploma van universitair niveau:.....1500
9. Per artiest of animator:.....600
10. Per arbeidsgeneesheer:.....1500
11. Per pedagoog of orthopedagoog houder van een diploma van universitair niveau:.....1500
12. Per orthoptist:.....500
13. Per prothesist of gehoorprothesist:.....800
De punten voorzien bij deze paragraaf worden toegekend voor het personeel dat het centrum of de dienst full-time tewerkstelt, met andere woorden gedurende ten minste 6 uren per dag in een arbeidsregeling van 5 dagen per week. Voor het personeel dat niet full-time is tewerkgesteld, worden de voorziene punten toegekend naar rata van een dertigste per uur wekelijkse tewerkstelling voor zover het centrum of de dienst het wekelijks tewerkstelt gedurende ten minste:
a) 17 uren 1/2, wat het personeel betreft bedoeld sub 1 tot 7,
b) 8 uren 3/4, wat het personeel betreft bedoeld sub 8 en 9,
c) 3 uren 1/2, wat het personeel betreft bedoeld sub 10 tot 13.
§ 2. Wachtdienst overdag en 's nachts, ingericht in de centra of diensten die noch in de ziekenhuisverpleging noch in de huisvesting voorzien:.....1500
Art. N6. <Zie nota onder TITEL> HOOFDSTUK VI _ <MB 20-12-1973> Nomenclatuur van toepassing op de centra of diensten voor revalidatie van visueel gehandicapten.
Onder centra of diensten voor revalidatie van visueel gehandicapten moet men diegene verstaan die als zodanig zijn erkend
A. Installaties en technieken voor revalidatie en toegekende punten.
1. Schatting.
a) Technieken bestemd om de visuele en oculomotorische balans vast te stellen:
per uitgerust geneeskundig kabinet bestemd om de algemene oftalmologische balans vast te stellen:.....75
per electrofysiologische techniek die ten minste tweemaal per dag wordt uitgevoerd (electro-encefalogram, electro-oculografische opname, enz.):.....250
per techniek bestemd voor de schatting van het binoculair zicht en van de reliëfzin (stereoscoop, amblyoscoop, orthorater, synoptofoor, enz.):.....50
per techniek bestemd voor de schatting van de heteroforie (methode van Maddox, heterofotometer, enz.):.....50
per techniek bestemd voor de schatting van de chromatische zin:
door de wijze van benaming:.....15
door de drempelmethode:.....15
door de methode van verwarring (pseudo-isochromatische tabellen):.....15
door de klasseringstests (Pollak, Farnsworth) of per anomaloscoop van Nagel:.....15
b) Technieken bestemd om de somatische balans vast te stellen:
per uitgerust geneeskundig kabinet, bestemd om de morfologische, neurologische, psychomotorische of motorische balans vast te stellen:.....50
per uitgerust geneeskundig kabinet, bestemd om otorhinolaryngologische, endocrinologische of cardiologische balans vast te stellen:.....75
per testbatterij aangepast aan de visueel gehandicapten en bestemd om de gebarenbalans en de kinetische balans vast te stellen:.....20
c) Technieken bestemd om de biologische balans vast te stellen:
per biochemische techniek (enzymatische, chemische, fysische of immunologische) die ten minste tweemaal per dag wordt uitgevoerd:.....75
per histo-cytologische techniek, die ten minste 2 maal per dag wordt uitgevoerd:.....100
d) Technieken bestemd om de pedagogische, psychologische en psychiatrische balans vast te stellen:
per uitgerust kabinet, bestemd om de psychologische of psychiatrische balans vast te stellen:.....75
per lokaal dat uitgerust is om de interviews te realiseren die bestemd zijn om het intellectueel niveau en het niveau van de schoolkennis vast te stellen, en dat ten minste tweemaal per dag wordt gebruikt:.....75
per installatie (lokaal en materieel) die de studie van het gedrag in groep mogelijk maakt:.....75
e) Technieken bestemd om de sociale balans vast te stellen:
per lokaal dat uitgerust is om de interviews en/of de medisch-sociale-psychologische en orthopedagogische voogdij te realiseren:.....100
2. Electrotherapie.
Electrotherapie-uitrusting:
per gewoon toestel gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:.....100
per gecombineerd toestel gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:.....150
3. Hydrotherapie.
a) Hydrotherapie in galerij met stortbaden:
per type hydrotherapeutische behandeling, uitgevoerd ten belope van dagelijks ten minste 6 zittingen:..... 50
b) Individuele hydrotherapie-uitrusting:
per badkuip of vlinderbad met geinstalleerde watervoorziening, waar dagelijks ten minste 8 zittingen worden uitgevoerd:..... 500
c) gemeenschappelijke hydrotherapiezaal bevattend een kom met sterilisatie, verwarming en filtratie, en met leuningen, kom van 2 meter breedte of meer, dagelijks gedurende ten minste 2 uren gebruikt:
per kom:..... 4 000
bijslag per meter boven 4 meter lengte:..... 1 000
bijslag voor ophijsbodem:..... 1 000
bijslag per toestel voor massage onder water:..... 400
4. Sensorische, motorische en psychomotorische wederopvoeding.
a) Sensorische wederopvoeding:
per kabine voor orthoptie en/of pleioptie, die inzonderheid de apparaten voor wederopvoeding omvat:..... 500
per geheel (lokaal en materieel) dat een individuele en/of collectieve doorgedreven opvoeding mogelijk maakt van het tastvermogen (stereognotisch, musculair, calorisch), de reukzin, de smaak en het gehoor:..... 150
b) Motorische wederopvoeding:
per uitgerust lokaal of uitgeruste box, bestemd voor de individuele wederopvoeding, waar dagelijks ten minste 6 zittingen worden uitgevoerd:..... 20
per uitgerust lokaal bestemd voor de collectieve wederopvoeding, de wederopvoeding van de gebaren en van de voet, inzonderheid door gymnastische en ritmische activiteiten, waar dagelijks tenminste 2 gemeenschappelijke zittingen worden uitgevoerd:..... 900
per poelietherapie-uitrusting geinstalleerd onder vorm van kooi van Rocher of onder een gelijkaardige vorm waar dagelijks ten minste 6 zittingen worden uitgevoerd:..... 200
c) Psychomotorische wederopvoeding.
per uitgeruste zaal bevattend relaxbedden, tafels, banken en muzikale begeleiding, waar dagelijks ten minste 2 gemeenschappelijke of 4 individuele zittingen worden uitgevoerd:..... 900
per methode waarbij gebruik wordt gemaakt van aangepast materieel, afgeleid van datgene dat bij de performatietest wordt gebruikt:..... 20
5. Ergotherapie.
§ 1. Gewone ergotherapie:
a) Activiteiten in ergotherapiezaal.
verschillend materieel waarbij gebruik wordt gemaakt van speciale grondstoffen (raffia, pitriet, pleister, pottenbakkersaarde, enz.), zoals gereedschap voor weven, mandenmaken, boetseren, houtbewerking, per geheel dat een autonome niet-mechanische arbeid mogelijk maakt:..... 80
aangepaste machines voor het mechanisch bewerken van hout, ijzer of van elke andere materie, per machine:..... 200
aangepast uitdrukkingsmaterieel, zoals platen met klinknagels, vormen in kleefplastiek of plastieken plaat, aangepaste plank voor reliëftekenen op cellofaan plaat, enz., per geheel dat een autonoom werk toelaat:..... 80
materieel aangepast aan kleine huishoudelijke installaties zoals eenvoudige elektrische montage, radio, telefoon, enz., per geheel dat een autonoom werk toelaat:..... 80
b) praktische activiteiten bestemd voor het aanleren of het opnieuw aanleren aan de visueel gehandicapten van het alleen aankunnen van de gewone noodwendigheden van het dagelijks leven (nuttigen van de maaltijden, de keuken, huishouding, wassen, strijken, naaien, onderhoud der klederen, herkennen van geld, enz.):
per geheel dat ten minste 5 verschillende activiteiten bevat:..... 200
per geheel dat ten minste 10 verschillende activiteiten bevat:..... 400
§ 2. Creatieve ergotherapie.
Culturele en artistieke activiteiten (muziek, boetseren, enz.);
per regelmatig ingerichte discipline:..... 150
§ 3. Preprofessionele ergotherapie.
per werkplaats voor houtbewerking:..... 1 200
per werkplaats voor ijzerbewerking:..... 1 200
per werkplaats voor plastiekbewerking:..... 600
per werkplaats voor non-ferrometalen:..... 1 200
per werkplaats voor textielbewerking:..... 1 200
per werkplaats voor het drukken in Brailleschrift of in gewone letters:..... 1 500
per werkplaats voor huishoudelijke arbeid:..... 600
6. Individuele- en groepspsychotherapie.
a) zaal voorbehouden voor de groepspsychoterapie, gebruikt ten belope van wekelijks tenminste 2 zittingen:..... 150
b) lokaal voorbehouden voor de individuele psychotherapie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen: per lokaal:..... 75
c) ontspanning en aangepaste opvoedende spelen (kaarten, domino's, schaken, zoemballen, cubarythmes, geografische kaarten in reliëf):
per regelmatige ingerichte discipline (buiten de ergotherapeutische activiteiten):..... 80
7. Ontwikkeling van de communicatiemiddelen.
a) Spraak:
per uitgeruste kabine voor logopedie:..... 500
per techniek voor de ontwikkeling van de correcte houding bij de conversatie, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:..... 100
per techniek om de telefoon correct te gebruiken, gebruikt ten belope van dagelijks ten minste 4 zittingen:..... 100
b) Schrift:
per techniek voor het onderwijs en/of het herstel van het gewone schrift, gebruikt ten belope van ten minste 2 maal per dag:..... 100
per individueel geheel tot het beheersen van het Braille-schrift:..... 10
per techniek om het schrijven en lezen van het Braille-schrift te onderwijzen:..... 200
per collectief geheel (lokaal en materieel) voor het onderricht in het gewone typen:..... 200
per collectief geheel (lokaal en materieel) voor het onderricht in het Braille-typen:..... 250
c) Geleidemiddelen.
Opvoeding of wederopvoeding van de voortbeweging (met kruk, hond, enz.):
per omloop in de zaal, gebruikt ten belope van tenminste 4 dagelijkse zittingen en omvattende loopgangen denivelleringen, trappen en eenvoudige hindernissen:..... 250
per omloop in de openlucht, gebruikt ten belope van tenminste 4 dagelijkse zittingen en omvattende denivelleringen, eenvoudige hindernissen, trappen, enz.:..... 250
daarenboven, per techniek, gebruik makend van de geluidsweerkaatsing of de weerkaatsing van elektromagnetische golven (licht, ultrasoon, UFM, U.V., enz.) zoals electronische kruk, optisch apparaat, enz.:..... 200
8. Prothesen.
werkplaats voor oogprothesen:
per arbeidspost:..... 150
per werkplaats voor instelling en aanpassing van gezichtshulpmiddelen:..... 250
per werkplaats voor instelling en aanpassing van electronische leestoestellen:..... 250
9. Revalidatieoefeningen door sport.
per regelmatig ingerichte discipline:
individuele sport:..... 120
sport per ploegen:..... 240
10. Vervaardiging van nuttige voorwerpen en aanpassing van de apparaten voor ergotherapie.
werkplaats voor de vervaardiging van nuttige voorwerpen die ertoe bijdragen het leven van de minder-valide zelfstandiger te maken (gadgets) en werkplaats voor aanpassing van de apparaten voor ergotherapie, onder de leiding van een geschoold technicus:
per werkplaats voor de vervaardiging:..... 250
per werkplaats voor de aanpassing:..... 250
11. Vorming van het personeel.
Vormingscursussen bestaande uit:
inlichtingsvergaderingen ingericht door het centrum of de dienst en bezield door personen die vreemd zijn aan het centrum (tenminste 1 per kwartaal):..... 500
wekelijkse vergaderingen bezield door het personeel van het centrum (bespreking van gevallen of technieken, opmaken van de individuele programma's van revalidatie), gedurende het ganse kwartaal:.....1 000
12. Documentatie en vorsing.
a) per jaarlijkse activiteitsverslag:..... 125
b) per volledige studie van een arbeidspost, geanalyseerd vanuit het standpunt van de mogelijkheden van de handicap, studie in bijlage bij het jaarlijks activiteitsverslag:..... 200
c) per volledige studie van een arbeidspost, geanalyseerd vanuit het standpunt van de eisen inzake veiligheid, studie in bijlage bij het jaarlijks activiteitsverslag:..... 200
De supra voor het jaarlijks activiteitsverslag en de eventuele er bijgevoegde studies voorziene punten, worden slechts eenmaal per jaar toegekend en zulks voor het kwartaal dat volgt op datgene in de loop waarvan deze documenten aan het Rijksfonds werden overgemaakt.
B. Hulppersoneel voor revalidatie en toegekende punten.
§ 1. Tewerkgesteld personeel.
1. per orthopedist:..... 500
2. per kinesist die instaat voor de psychomotorische wederopvoeding:..... 500
3. per opvoeder, houder van een diploma A1:..... 800
4. per ergotherapeut:..... 500
5. per assistent-psycholoog, houder van een diploma A1:..... 1 000
6. per maatschappelijk(e) assistent(e) of gegradueerde sociale verpleeg(st)er:..... 1 000
7. per preprofessionele monitor:..... 600
8. per logopedist:..... 500
9. per psycholoog of socioloog, houder van een diploma van universitair niveau:..... 1 500
10. per artiest of animator:..... 600
11. per arbeidsgeneesheer:..... 1 500
12. per pedagoog of orthopedagoog houder van een diploma van universitair niveau:..... 1 500
13. per prothesist of gezichtsprothesist:..... 800
De punten voorzien bij deze paragraaf worden toegekend voor het personeel dat het centrum of de dienst full-time tewerkstelt, met andere woorden gedurende tenminste 6 uren per dag in een arbeidsregeling van 5 dagen per week.
Voor het personeel dat niet full-time is tewerkgesteld, worden de voorziene punten toegekend naar rata van een dertigste per uur wekelijkse tewerkstelling, voor zover het centrum of de dienst het wekelijks tewerkstelt gedurende ten minste:
a) 17 uren 1/2 wat het personeel betreft bedoeld sub 1 tot 7;
b) 8 uren 3/4 wat het personeel betreft bedoeld sub 8 tot 10;
c) 3 uren 1/2 wat het personeel betreft bedoeld sub 11 tot 13.
§ 2. Wachtdienst overdag, ingericht in de centra of diensten die noch in de ziekenhuisverpleging noch in de huisvesting voorzien:..... 1 500