19 DECEMBER 1967. _ Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten volgens welke het bezit en de verplichtingen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, in verband met het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, overgeheveld worden.
Art. 1-7
Artikel 1. § 1. Worden overgenomen door de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, de verplichtingen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, binnen het raam van de wetgeving betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, die betrekking hebben:
1° op de betaling van de renten die vóór 1 januari 1968 zijn ingegaan;
2° op het beheer van de renten bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas gevestigd:
a) ten voordele van de weduwen van vóór 1 januari 1968 overleden aangeslotenen;
b) gevestigd door aangeslotenen die op 1 januari 1968 niet onderworpen zijn aan het koninklijk besluit nr 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.
De Algemene Spaar- en Lijfrentekas is ertoe gehouden, wat de bij haar gevestigde renten betreft de betaling te verzekeren van de op 31 december 1967 vervallen termijnen.
§ 2. Worden overgenomen door de vrije sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of door de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, naar gelang van het geval, het beheer van de renten en van de dossiers van de aangeslotenen bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas die, met ingang van 1 januari 1968, aangesloten zijn bij een vrije sociale verzekeringskas of bij de Nationale Hulpkas.
Art.2. De waarden die de op 31 december 1967 berekende wiskundige reserves vertegenwoordigen en het reservefonds, op dezelfde datum gevestigd bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, binnen het raam van de wetgeving betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden, op 1 januari 1968, overgemaakt aan de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
In de mate waarin zij betrekking hebben op het in artikel 1, § 2 bedoeld beheer, worden deze waarden door genoemde Rijksdienst overgedragen aan de in hetzelfde artikel bedoelde vrije sociale verzekeringskas of aan de Nationale Hulpkas.
Art.3. De Algemene Spaar- en Lijfrentekas maakt, op verzoek van de Rijksdienst voor de pensioenen der zelfstandigen of van de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen de termijn in gemeen overleg met deze organismen bepaald, al de elementen over bestaande onder vorm van magnetische banden, dossiers, steekkaarten, rekeningsuittreksels, listings, enz., die noodzakelijk geacht worden voor:
1° het bepalen van het effectief der aangeslotenen op 31 december 1967 van deze pensioenkas en voor ieder van hen al de inlichtingen met betrekking tot:
_ de aansluiting;
_ de aard van de bezigheid;
_ de uitgegeven en betaalde bijdragen, verdeeld per verzekeringsjaar;
_ de renten gevestigd door de betaalde bijdragen en hun waarde overeenkomstig index 110 der kleinhandelsprijzen;
2° het bepalen van de personen die hun zelfstandige bezigheid gestaakt hebben of naar een andere pensioenkas overgingen met, voor ieder van hen, de inlichtingen voorzien in 1° en, in geval van overgang naar een andere pensioenkas, de benaming van deze laatste;
3° het verzekeren van de betaling der lopende rentetermijnen op 31 december 1967;
4° het toelaten van de overname door de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen van de gevallen van ambtshalve aansluiting in behandeling op 31 december 1967.
Art.4. De documenten, briefwisseling en betalingen in verband met het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen na 31 december 1967 door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas ontvangen, worden overgemaakt aan de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
Art.5. De Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen maakt aan de vrije sociale verzekeringskassen en aan de Nationale Hulpkas, naar gelang het geval, alle in artikelen 3 en 4 bedoelde elementen, documenten, briefwisseling en betalingen over, in de mate waarin zij betrekking hebben op het beheer bedoeld in artikel 1, § 2.
Art.6. De kosten, die voor de Algemene Spaar- en Lijfrentekas voortvloeien uit het overmaken van de documenten, briefwisseling, waarden en betalingen bedoeld door dit besluit, worden, na goedkeuring door de Minister van Middenstand, aan genoemde Kas terugbetaald door de Rijksdienst voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
Art. 7. Onze Minister van Middenstand wordt belast met de uitvoering van dit besluit.