Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 OKTOBER 1967. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten tot toepassing van de wet van 29 maart 1965 betreffende de terbeschikkingstelling van leden van het onderwijzend personeel ten behoeve van jeugdorganisaties. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-10-1995 en tekstbijwerking tot 05-03-2012)



Inhoudstafel:


Art. 1-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995036355  2001036397 



Artikels:

Artikel 1. Onder " leden van het onderwijzend personeel ", waarvan sprake in artikel 1 van de wet van 29 maart 1965, moet worden verstaan :
  1° de leden die een ambt uitoefenen in de categorieën " bestuurs- en onderwijzend personeel " en " opvoedend hulppersoneel ", zoals die zijn bepaald in het koninklijk besluit van 29 augustus 1966;
  2° de leden van diezelfde categorieën personeel, die een weddetoelage genieten in de door de Staat gesubsidieerde onderwijsinstellingen.
  De leden van het onderwijzend personeel zoals ze hierboven omschreven werden, worden in dit besluit " personeelslid " genoemd.

Art.2.Opdat personeelsleden te hunner beschikking kunnen gesteld worden, moeten de jeugdbewegingen, -diensten of -groeperingen - hierna telkens : " jeugdorganisaties " genoemd :
  1° op de voordracht van de Nationale Jeugdraad erkend zijn door de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur;
  2° het programma in verband met de kadervorming en/of de pedagogische leiding van het jaar volgend op de aanvraag, voorleggen;
  3° het bewijs leveren dat zij gedurende de twee jaren die de aanvraag om terbeschikkingstelling voorafgaan, kadervormingsactiviteiten hebben georganiseerd.

Art. 2. (FRANSE GEMEENSCHAP  Opdat personeelsleden te hunner beschikking kunnen gesteld worden, moeten de jeugdbewegingen, -diensten of -groeperingen - hierna telkens : " jeugdorganisaties " genoemd :   1° [1 erkend worden als jeugdorganisatie volgens de criteria bepaald in het decreet van 26 maart 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties;]1   2° het programma in verband met de kadervorming en/of de pedagogische leiding van het jaar volgend op de aanvraag, voorleggen;   3° het bewijs leveren dat zij gedurende de twee jaren die de aanvraag om terbeschikkingstelling voorafgaan, kadervormingsactiviteiten hebben georganiseerd.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.3. Alle jeugdorganisaties die aan de voorwaarden beantwoorden zoals bepaald in artikel 2, komen in aanmerking voor de terbeschikkingstelling van een personeelslid.

Art.4.De jeugdorganisaties die wensen dat een personeelslid te hunner beschikking gesteld wordt, dienen daartoe een aanvraag in bij de Minister van de Franse of Minister van de Nederlandse Cultuur.
  De aanvraag, die wordt ondertekend door de algemene voorzitter of leider en de algemene secretaris, dient te bevatten :
  1° naam, voornamen, leeftijd en adres van het voorgedragen personeelslid;
  2° zijn huidige of vorige functie in de jeugdorganisatie;
  3° de onderwijsinstelling waarin hij zijn hoofdambt uitoefent, met vermelding eventueel van de onderwijsinstellingen waar een bijbetrekking wordt uitgeoefend;
  4° de juiste duur en data van de gewenste terbeschikkingstelling;
  5° alle elementen, vermeld onder artikel 2, 2° en 3°;
  6° een verklaring van het betrokken personeelslid waarbij hij bevestigt ermede akkoord te gaan ter beschikking gesteld te worden van de jeugdorganisatie.

Art. 4. (FRANSE GEMEENSCHAP)   De jeugdorganisaties die wensen dat een personeelslid te hunner beschikking gesteld wordt, dienen daartoe een aanvraag in bij de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of Minister van de Nederlandse Cultuur.  De aanvraag, die wordt ondertekend door de algemene voorzitter of leider en de algemene secretaris, dient te bevatten :  1° naam, voornamen, leeftijd en adres van het voorgedragen personeelslid;  2° zijn huidige of vorige functie in de jeugdorganisatie;  3° de onderwijsinstelling waarin hij zijn hoofdambt uitoefent, met vermelding eventueel van de onderwijsinstellingen waar een bijbetrekking wordt uitgeoefend;  4° de juiste duur en data van de gewenste terbeschikkingstelling;  5° alle elementen, vermeld onder artikel 2, 2° en 3°;  6° een verklaring van het betrokken personeelslid waarbij hij bevestigt ermede akkoord te gaan ter beschikking gesteld te worden van de jeugdorganisatie.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.5.Het personeelslid dat ter beschikking gesteld wordt van een jeugdorganisatie moet volgende voorwaarden vervullen :
  1° de leeftijd van ten minste 21 jaar bereikt hebben en die van 40 jaar niet overschreden hebben;
  2° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;
  3° benoemd zijn in vast verband.

Art. 5. (VLAAMSE OVERHEID)  Het personeelslid dat ter beschikking gesteld wordt van een jeugdorganisatie moet volgende voorwaarden vervullen :  1° [...] <BVR 2001-06-15/45, art. 1; Inwerkingtreding : 01-03-2000>  2° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;  3° benoemd zijn in vast verband.    Art. 5. (DUITSTALIGE GEMEENSCHAP)  Het personeelslid dat ter beschikking gesteld wordt van een jeugdorganisatie moet volgende voorwaarden vervullen :  1° de leeftijd van ten minste 21 jaar bereikt hebben en die van 40 jaar niet overschreden hebben;  2° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;  3° benoemd zijn in vast verband [1 of voor een doorlopende duur tijdelijk aangesteld of aangeworven zijn]1.

Art. 5. (FRANSE GEMEENSCHAP)  Het personeelslid dat ter beschikking gesteld wordt van een jeugdorganisatie moet volgende voorwaarden vervullen :   1° de leeftijd van ten minste 21 jaar bereikt hebben en [2 ...]2;   2° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;   3° benoemd zijn in vast verband.
  ----------
  (1)<DDG 2008-04-21/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
  (2)<DFG 2012-02-01/10, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.6.De Minister van de Franse en van de Nederlandse Cultuur bepalen de wijze waarop de aanvragen moeten worden ingediend.

Art. 6. (FRANSE GEMEENSCHAP)   De [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 en van de Nederlandse Cultuur bepalen de wijze waarop de aanvragen moeten worden ingediend.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.7.De maximumduur van de terbeschikkingstelling wordt vastgesteld op zes jaar, die verdeeld kunnen worden in 3 perioden van twee jaar.

Art. 7. (FRANSE GEMEENSCHAP)  [1 De duur van de terbeschikkingstelling wordt vastgesteld op een hernieuwbare periode van drie jaar. De maximale duur van de terbeschikkingstelling mag niet achttien jaar achtereen overschrijden.]1
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.8.Aan de terbeschikkingstelling bij een jeugdorganisatie kan vóór het verstrijken van de termijn, bepaald bij artikel 6, een einde gemaakt worden :
  1° op gemotiveerd en door de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur aanvaard verzoek van het betrokken personeelslid, met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig dagen. Met instemming van de betrokken jeugdorganisatie kan deze termijn ingekort worden;
  2° op gemotiveerd en door de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur aanvaard verzoek van de betrokken jeugdorganisatie, met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig dagen. Met instemming van het betrokken personeelslid kan deze termijn ingekort worden.

Art. 8. (FRANSE GEMEENSCHAP)   Aan de terbeschikkingstelling bij een jeugdorganisatie kan vóór het verstrijken van de termijn, bepaald bij artikel 6, een einde gemaakt worden :  1° op gemotiveerd en door de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur aanvaard verzoek van het betrokken personeelslid, met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig dagen. Met instemming van de betrokken jeugdorganisatie kan deze termijn ingekort worden;  2° op gemotiveerd en door de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur aanvaard verzoek van de betrokken jeugdorganisatie, met inachtneming van een opzeggingstermijn van negentig dagen. Met instemming van het betrokken personeelslid kan deze termijn ingekort worden.

  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.9.De opdracht, het werkprogramma en de arbeidsvoorwaarden van het ter beschikking gesteld personeelslid worden vastgesteld in een overeenkomst die wordt gesloten tussen de betrokken jeugdorganisatie en het personeelslid.
  Deze overeenkomst zal goedgekeurd worden door de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur bij wie de aanvraag werd ingediend.


Art. 9. (FRANSE GEMEENSCHAP)   De opdracht, het werkprogramma en de arbeidsvoorwaarden van het ter beschikking gesteld personeelslid worden vastgesteld in een overeenkomst die wordt gesloten tussen de betrokken jeugdorganisatie en het personeelslid.  Deze overeenkomst zal goedgekeurd worden door de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur bij wie de aanvraag werd ingediend.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.10. De burgerlijke aansprakelijkheid van het personeelslid, de werkongevallen en de ongevallen op de weg van of naar het werk in België en in het buitenland moeten gedekt worden door verzekeringen, die worden afgesloten door de jeugdorganisatie waarvoor hij werkt.

Art.11.De eventuele betwistingen tussen het personeelslid en de jeugdorganisatie betreffende de overeenkomst bedoeld in artikel 9, alsmede de klachten van de inspectie, zullen met het oog op verzoening onderzocht worden door het Franstalig of het Nederlandstalig bureau van de Nationale Jeugdraad, die het geval, indien nodig, aan de Minister van de Franse Cultuur of van de Nederlandse Cultuur voor beslissing overmaakt.

Art. 11. (FRANSE GEMEENSCHAP)  De eventuele betwistingen tussen het personeelslid en de jeugdorganisatie betreffende de overeenkomst bedoeld in artikel 9, alsmede de klachten van de inspectie, zullen met het oog op verzoening onderzocht worden door het Franstalig of het Nederlandstalig bureau [1 van de Adviescommissie voor de jeugdorganisaties]1, die het geval, indien nodig, aan de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur voor beslissing overmaakt.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.12. De inspectie over de ter beschikking gestelde personeelsleden wordt uitgeoefend door de directeurs-generaal van de Jeugd en Vrijetijdsbesteding of hun afgevaardigden.
  Te dien einde verstrekken de betrokken jeugdorganisaties om de zes maand een verslag over de activiteit van het ter beschikking gesteld personeelslid, alsmede een programma voor zijn activiteit over de volgende zes maanden.
  De inspectie moet er zich van vergewissen of de aan het personeelslid verleende opdracht inzonderheid bepaald in artikel 9, wordt vervuld.

Art.13.De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, 1°, worden ter beschikking gesteld van de jeugdorganisaties door de Minister waarvan zij afhangen op de voordracht van de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur.

Art. 13. (FRANSE GEMEENSCHAP)   De personeelsleden, bedoeld in artikel 1, 1°, worden ter beschikking gesteld van de jeugdorganisaties door de Minister waarvan zij afhangen op de voordracht van de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.14.De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 2°, worden door het inrichtend bestuur waarvan ze afhangen, ter beschikking gesteld van de jeugdorganisaties op de voordracht van de Minister van de Franse of van de Nederlandse Cultuur.

Art. 14. (FRANSE GEMEENSCHAP)   De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 2°, worden door het inrichtend bestuur waarvan ze afhangen, ter beschikking gesteld van de jeugdorganisaties op de voordracht van de [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 of van de Nederlandse Cultuur.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.15. De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 1°, ter beschikking gesteld van de jeugdorganisaties, worden met verlof gesteld wegens opdracht.
  Gedurende dat verlof bevinden de personeelsleden zich in de stand dienstactiviteit. Behoudens uitdrukkelijk strijdige bepaling, blijven zij de voordelen genieten, die zij zouden bekomen hebben indien zij in dienst waren gebleven in het onderwijs, meer bepaald wat de wedde, de bevordering tot een hogere wedde en de toeslagen betreft.
  Nochtans wordt het jaarlijks ontspanningsverlof vastgesteld op 30 kalenderdagen, waarvan er 21 zonder onderbreking mogen genomen worden.

Art.16. De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 2°, genieten mutatis mutandis, van de voordelen voorzien bij artikel 15 ten voordele van de personeelsleden bedoeld in artikel 1, 1°.

Art.17.Het personeelslid dat de leeftijd van veertig jaar bereikt tijdens zijn terbeschikkingstelling hervat zijn ambt in het onderwijs uiterlijk bij het begin van het daaropvolgende schooljaar.

Art. 17. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)  <Opgeheven bij BVR 2001-06-15/45, art. 1; Inwerkingtreding : 01-03-2000>    Art. 17. (FRANSE GEMEENSCHAP)  Het personeelslid [1 Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap belast met het jeugdbeleid]1 hervat zijn ambt in het onderwijs uiterlijk bij het begin van het daaropvolgende schooljaar.
  ----------
  (1)<DFG 2012-02-01/10, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art. 18. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Onze Minister van de Franse Cultuur, Onze Minister van de Nederlandse Cultuur, Onze Minister van Nationale Opvoeding en Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.