15 SEPTEMBER 1967. - Koninklijk besluit tot aanwijzing, wat [bpost] betreft, van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed, voor de toepassing van de wet van 15 juli 1964, betreffende de arbeidsduur in de openbare en particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven. <Opschrift gewijzigd door W2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1991 en tekstbijwerking tot 31-12-2010)
Art. 1-4
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op [1 bpost]1, alsmede op de door dit laatste tewerkgestelde werknemers.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art.4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.2. Voor de toepassing van de wet van 15 juli 1964, betreffende de arbeidsduur in de openbare en particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven worden als personen beschouwd, welke met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn belast, de personeelsleden titularis van de hierna genoemde graden of belast met de hierna vermelde functies, alsmede hun plaatsvervangers:
1. graden:
a) Administratief personeel:
- inspecteur en hogere graden;
- hoofdtekenaar, architect, technisch ingenieur, technisch adjunct, maatschappelijk assistent, maatschappelijk assistent 1e klasse, ziekenverpleger, ziekenverpleger 1e klasse, controleur van werken, hoofdadjunct controleur, eerste adjunct-controleur, adjunct-controleur, eerste klerk-stenotypist(e), klerk-stenotypist(e)-secretaris en hoofdpostman;
b) Meesters-, vak- en dienstpersoneel:
- onderwerkmeester en hogere graden;
- voorman-mecanicien-elektricien, voorman-drukker-typograaf, voorman-persbediener, eerste werkman-elektricien-ploegbaas, eerste vakman-rijtuigmecanicien, stokersbaas bijzondere toestellen en dienstjongen-ploegbaas;
2. functies:
- conservator van het postmuseum, bewaarder der voorraden, secretaris van de Directeur-generaal, sectiechef der rekeningen, dienstchef van het zegel, sectiechef in de kantoren waar de verschillende diensttakken duidelijk afgescheiden zijn, leider van een postontvangerij, van een onder-ontvangerij, van een sorteercentrum, van een brigade van de spoorwegpostkantoren, van een garage of van een bijkantoor, houder van een overdraagkantoor, bijzondere rekenplichtige, werkopzichter en huisbewaarder.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister-Staatssecretaris voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.