9 SEPTEMBER 1967. - Koninklijk besluit : a) betreffende de arbeidsvoorwaarden van de in de ondernemingen, welke onder het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren, tewerkgestelde werknemers; b) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 15 juni 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden van sommige categorieën van werknemers.
HOOFDSTUK I. Reglementaire bepalingen.
Afdeling I. Toepassingsgebied en definities.
Art. 1-2
Afdeling II. Arbeidsduur.
Art. 3-5
Afdeling III. Zondagsrust.
Art. 6
Afdeling IV. Nachtarbeid voor meerderjarige vrouwen.
Art. 7
HOOFDSTUK II. Algemeen verbindend verklaarde conventionele bepalingen.
Art. 8
HOOFDSTUK III. Algemene bepalingen.
Art. 9-11
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. _ Reglementaire bepalingen.
Afdeling I. _ Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1. Dit hoofdstuk is van toepassing :
1° op de werknemers welke tewerkgesteld worden in de ondernemingen die onder het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren;
2° op de werkgevers die de onder 1° bedoelde werknemers tewerkstellen.
Art.2. <KB 27-05-1968, art. 1> Voor de toepassing van dit besluit worden als badplaatsen beschouwd, de plaatsen welke niet verder dan vijf kilometer van de kust gelegen zijn.
Worden als luchtkuuroorden en toeristische centra beschouwd, de plaatsen welke aan ten minste twee van de volgende voorwaarden voldoen :
1° de meeste hotels dienen er ten minste zes maanden per jaar gesloten te zijn;
2° het aantal residerenden dient er gedurende sommige periodes van het jaar in aanzienlijke mate toe te nemen;
3° het in het hotelbedrijf tewerkgestelde personeel dient er gedurende sommige periodes van het jaar in aanzienlijke mate toe te nemen.
Afdeling II. _ Arbeidsduur.
Art.3. Onverminderd de toepassing van artikel 4 van dit hoofdstuk, mag de arbeidsduur de bij artikel 4 van de wet van 15 juli 1964 gestelde grenzen overschrijden naar rata van :
1° zes uren per week, wanneer het om werknemers gaat welke met fooien of bedieningsgeld beloond worden, mits hun één rustdag per week gewaarborgd wordt;
2° vijf uren per week en maximum vijftig uren per kalenderjaar, wanneer het om personeel gaat dat niet met fooien of bedieningsgeld beloond wordt.
Art.4. In de badplaatsen en luchtkuuroorden, alsook in de toeristische centra, mag de arbeidsduur de bij artikel 4 van de wet van 15 juli 1964 gestelde grenzen overschrijden naar rata van :
1° zes uren per week tijdens de maanden juni en september, mits de arbeidsduur de tien uren per dag niet overschrijdt;
2° twaalf uren per week, onverminderd de bepalingen van artikel 6 van de wet op de arbeid der vrouwen en kinderen tijdens :
_ de periode van 24 december tot 1 januari;
_ de periode van de Paasvakantie, vastgesteld voor het door de Staat ingericht, gesubsidieerd of erkend onderwijs;
_ de week vóór en na Pinksteren;
_ de maanden juli en augustus.
Art.5. De bij artikel 6, § 2, eerste lid, van de wet van 15 juli 1964 bepaalde regeling welke een dagelijkse grens van de arbeidsduur van tien uren vaststelt, wordt uitgebreid tot alle werknemers van de inrichting, wanneer de meerderheid van de aldaar tewerkgestelde werknemers niet elke dag naar hun woon- of verblijfplaats kunnen terugkeren.
Afdeling III. _ Zondagsrust.
Art.6. De inhaalrust waarop de werknemers recht hebben, die 's zondags worden tewerkgesteld in de badplaatsen en luchtkuuroorden, alsook in de toeristische centra, krachtens artikel 6, § 1, 3° van de wet van 6 juli 1964 op de zondagsrust, wordt toegekend, hetzij tussen 15 juni en 31 juli, hetzij tussen 1 augustus en 15 september, naargelang de tewerkstelling op zondag respektievelijk hetzij tussen 15 juni en 31 juli plaats heeft, hetzij tussen 1 augustus en 15 september.
De inhaalrust moet vóór het verstrijken van de arbeidsovereenkomst toegekend worden.
Afdeling IV. _ Nachtarbeid voor meerderjarige vrouwen.
Art.7. (opgeheven) <KB 24-12-1968, art. 9, 14°>
HOOFDSTUK II. _ Algemeen verbindend verklaarde conventionele bepalingen.
Art.8. De beslissing van 15 juni 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf betreffende de arbeidsvoorwaarden van sommige categorieën van werknemers wordt algemeen verbindend verklaard.
HOOFDSTUK III. _ Algemene bepalingen.
Art.9. Het koninklijk besluit van 12 december 1951 betreffende de toepassing in de hotels, spijshuizen en drankslijterijen van de wet van 14 juni 1921 tot invoering van de achturendag en van de achtenveertigurenweek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 mei 1958, wordt opgeheven.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.11. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Beslissing. <Niet opgenomen in het systeem>