8 MEI 1967. - Koninklijk besluit tot regeling van de toekenning van premies voor het moderniseren en het bouwen van hotelinrichtingen.
Art. 1-11
Artikel 1. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten kan de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort een premie verlenen voor aankopen en bouw-, inrichtings-, uitbreidings- en uitrustingswerken, die bestemd zijn om hotelinrichtingen te moderniseren en tot stand te brengen.
Onder hotelinrichtingen moeten worden verstaan de inrichtingen bedoeld in de wet van 19 februari 1963 houdende statuut van hotelinrichtingen en in het koninklijk besluit van 17 juli 1964 betreffende het statuut van hotelinrichtingen.
Art.2. De premieaanvragen worden ingediend bij de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort. Deze stelt regelen voor het indienen van de aanvragen en bepaalt welke bescheiden eraan moeten worden toegevoegd.
Art.3. De toekenning van de premie hangt af van de volgende voorwaarden :
1° in geval van modernisering van een hotelinrichting moeten de aankopen en de inrichtings-, uitbreidings- en uitrustingswerken, bijdragen tot het verhogen van het comfort van de klanten of tot het verhogen van de accomodatie van de inrichting;
2° de voorgenomen aankopen en werken moeten door de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort, worden goedgekeurd;
3° de aanvrager moet zich ertoe verbinden het bedrag van de premie terug te betalen indien hij, zonder toestemming van de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort, de bestemming van de aankopen en van de werken wijzigt gedurende een termijn van vijf jaar ingaande op 1 januari van het jaar dat volgt op dat waarin de premie op de begroting is aangerekend.
Art.4. De premie bedraagt 20 pct. van de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken en mag niet hoger zijn dan (600 000) frank. <KB 01-06-1977, art. 1>
Geen premie wordt toegekend als de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken minder bedragen dan (200 000) frank. <KB 01-06-1977, art. 1>
(Het globaal bedrag van de toegekende premies blijft beperkt tot 600 000 frank per hotelinrichting.) <KB 27-09-1977, art. 1>
<NOTA : Voor wat betreft de Vlaamse Gemeenschap wordt artikel 4 vervangen door volgende bepaling : "De premie bedraagt 30 pct. van de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken en mag niet hoger zijn dan 1 200 000 frank.
Geen premie wordt toegekend als de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken minder bedragen dan F 200 000.
Het globaal bedrag van de toegekende premies blijft beperkt tot 1 200 000 frank per hotelinrichting."; KB 29-07-1980, art. 1 en 2>
<NOTA : Voor wat betreft de Duitstalige Gemeenschap wordt artikel 4 vervangen door volgende bepaling : "De premie bedraagt 30 pct. van de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken en mag niet hoger zijn dan 1 200 000 F.
Geen premie wordt toegekend als de kosten van de aankopen en van de uitgevoerde werken minder bedragen dan 200 000 F.
Het globaal bedrag van de toegekende premies blijft beperkt tot 1 200 000 F per hotelinrichting."; KB 08-07-1981, art. 1 en 2>
Art.5. De premie wordt uitgekeerd :
a) aan de eigenaar die zelf de hotelinrichting exploiteert;
b) aan de exploitant-huurder die zelf de aankopen of werken financiert; in geval van werken, op voorlegging van een attest van de eigenaar van de hotelinrichting waaruit blijkt dat deze instemt met de uitvoering van de werken die door de huurder worden ondernomen.
Art.6. Hij die een premie vraagt, staat reeds daartoe toe, dat de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort, zijn ambtenaren ter plaatse het dienstige of nodig geoordeelde onderzoek doet verrichten.
Art.7. Het Technisch Comité van het hotelwezen, opgericht bij het koninklijk besluit van 12 september 1963, is belast, bij de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort, een uitgewerkt advies uit te brengen over de opportuniteit de premie toe te kennen.
Art.8. De premie wordt slechts uitgekeerd na de aankoop van het materieel of na de uitvoering van de bouw-, inrichtings-, uitbreidings- en uitrustingswerken waarvoor de premie is verleend en op voorlegging van de betaalstukken.
Art.9. Hij die een premie ontvangt moet een verbintenis ondertekenen naar het bij dit besluit gevoegde model.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1967.
Art. 11. Onze Minister-Staatssecretaris voor het Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.