Details





Titel:

30 NOVEMBER 1966. - Koninklijk besluit tot regeling van de ambtenaren van de hoofdbesturen en van de in België zetelende uitvoeringsdiensten op een van de taalrollen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de centrale diensten en op de in België zetelende uitvoeringsdiensten.

Art.2. In de hoofdbesturen van de Staat die onderworpen zijn aan het koninklijk besluit van 6 januari 1933 dat de toepassing van de wet op het gebruik van de talen in bestuurszaken op de rijksbesturen regelt, blijven de ambtenaren die zijn aangeworven vóór de inwerkingtreding van artikel 43, § 4, van dezelfde wetten, ingeschreven op de taalrol waarop zij vóór die datum ingeschreven waren.

Art.3. Artikel 2 is eveneens van toepassing op de in artikel 1 vermelde diensten die geen hoofdbesturen van de Staat zijn en waar, vóór de inwerkingtreding van artikel 43, § 4, van dezelfde wetten, wets- of statuutbepalingen, taalrollen hadden ingesteld.

Art.4. § 1. Onderhavig artikel bepaalt de taalrol van de ambtenaren in functie bij de diensten bedoeld in artikel 1, die vóór de inwerkingtreding van artikel 43, § 4, van dezelfde wetten, hetzij nooit op taalgebied werden ingedeeld, hetzij gewoon in twee taalgroepen werden ingedeeld, hetzij over twee taalgroepen werden verdeeld bij andere beslissingen dan wettelijke of statutaire bepalingen.
  § 2. De ambtenaren, die op 1 september 1963 in dienst waren, worden bij de ene of de andere taalrol ingedeeld op grond van de taal van hun toelatingsexamen.
  Zo de ambtenaar in dienst is getreden zonder een toelatingsexamen te hebben afgelegd, wordt hij ingeschreven op de ene of de andere taalrol volgens de taal waarin hij blijkens het vereiste diploma of studiegetuigschrift of de verklaring van de schooldirectie zijn studies heeft gedaan.
  Nochtans kan de ambtenaar die vóór 1 januari 1968 voldaan heeft voor een examen, ingericht door het Vast Secretariaat voor Werving van het Rijkspersoneel en slaande op de grondige kennis van de tweede taal, zich op eigen verzoek en vóór evengenoemde datum laten inschrijven op de taalrol welke overeenstemt met de taal waarin hij dit examen heeft afgelegd.
  § 3. In afwijking van § 2 worden de ambtenaren die vóór 9 juli 1932 in dienst zijn getreden, op de ene of de andere taalrol ingeschreven, op grond van hun taalkennis.
  Om op de rol der Nederlandstalige ambtenaren te kunnen worden ingeschreven dient men het Nederlands correct te kunnen spreken en schrijven; om op de rol der Franstalige ambtenaren te kunnen ingeschreven worden dient men het Frans correct te kunnen spreken en schrijven.
  De betwistingen die ter zake van die bekwaamheid mochten oprijzen worden beslecht door de Minister onder wiens hiërarchische of voogdijbevoegdheid de bedoelde diensten ressorteren.

Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 6. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.