Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 OKTOBER 1966. - KONINKLIJK BESLUIT waarbij de inenting tegen poliomyelitis verplicht gesteld wordt (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-10-2000 en tekstbijwerking tot 28-10-2000)



Inhoudstafel:


Art. 1-10
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000022705  2000022745  2000022760 



Artikels:

Artikel 1.[De inenting tegen poliomyelitis wordt verplicht gesteld. De handelingen die zij omvat nemen een aanvang [1 na de tweede levensmaand]1 en moeten vóór de leeftijd van achttien maanden beëindigd zijn, behalve zo er geneeskundige tegenaanduiding is, in welk geval zij moeten verricht worden tijdens de achttien maanden volgend op het einde van deze tegenaanduiding.] (KB 02-04-1968, art. 1)
  ----------
  (1)<KB 2000-09-22/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2000>

Art.2. De Minister van Volksgezondheid bepaalt de aard van de te gebruiken entstof.

Art.3. Door de burgemeesters wordt de lijst opgesteld en bijgehouden van de kinderen die aan de verplichte inenting zijn onderworpen.
  Zij wijzen de in artikel 7 bedoelde personen op hun verplichtingen dienaangaande. Zij houden eveneens toezicht op de naleving van die verplichting en delen de gezondheidsinspecteur de vastgestelde nalatigheden mede.

Art.4. De burgemeesters dienen alle voorzieningen te treffen om de kosteloze inenting te doen plaatsvinden binnen de termijnen bepaald in artikel 1.
  De in artikel 7 bedoelde personen kunnen echter de in hun bewaring gestelde of onder hun voogdij staande kinderen op hun kosten door een geneesheer naar keus doen inenten, binnen de termijnen bepaald in artikel 1.

Art.5. Ter gelegenheid van de laatste toediening van de entstof wordt aan de in artikel 7 bedoelde personen een vaccinatiebewijs afgeleverd waarvan het model bij dit besluit gevoegd is.
  Dit attest dient binnen vijftien dagen na zijn aflevering toegezonden aan het gemeentebestuur waar het ingeënte kind gedomicilieerd is.

Art.6. Het bestaan van een contra-indicatie moet blijken uit een omstandig geneeskundig attest, dat de waarschijnlijke duur van de contra-indicatie vermeldt en aan de gezondheidsinspecteur van het ambtsgebied toegestuurd wordt. Deze verwittigt de burgemeester van de gemeente waar het betrokken kind gedomicilieerd is.

Art.7. Ieder die het recht van bewaring of de voogdij uitoefent over kinderen, die aan de verplichte inenting zijn onderworpen, is persoonlijk gehouden de in de artikels 1, 5, lid 2, en 6, bepaalde voorschriften na te komen.

Art.8. De overtredingen van dit besluit worden bestraft met de in de gezondheidswet van 1 september 1945 gestelde straffen.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1967.

Art.10. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Model van vaccinatiebewijs, bedoeld bij artikel 5
  De ondergetekende, ......................................, doctor in de geneeskunde,
  verklaart dat het kind (naam en voornamen)
  ..........................................................................................................
  geboren te.........................................., de.............................
  woonachtig te ...................................................straat, nr. ............,
  de volledige inenting tegen poliomyelitis heeft ondergaan.
  1° inname, de ..............................
  2° inname, de ..............................
  3e inname, de ..............................
  ..................................................................., de.......................
  De geneesheer-inenter,