15 MAART 1966. _ Koninklijk besluit betreffende de procedure van aankoop van een privaat erf, dat met erfdienstbaarheid is bezwaard ten voordele van een houder van een gasvervoervergunning of -toelating.
Art. 1-4
Artikel 1. De eigenaar van het private erf, bezwaard met de erfdienstbaarheid die bestaat in het bezetten van dit erf door de houder der gasvervoervergunning of -toelating, kan binnen twee jaar na de bij artikel 10 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, voorgeschreven kennisgeving, de Minister tot wiens bevoegdheid de energie behoort, laten weten dat hij de gerechtigde op deze erfdienstbaarheid vraagt het bezette terrein aan te kopen.
Art.2. Indien geen minnelijke schikking kan getroffen worden voor de aankoop van het bezette terrein dan moet de houder van de gasvervoervergunning of -toelating de Koning om machtiging verzoeken om, in naam van de Staat maar op eigen kosten, de nodige onteigeningen te verrichten overeenkomstig artikel 14 van de wet van 12 april 1965.
Dit verzoek dient aan de Koning te worden gericht binnen een termijn van twee jaar na de datum waarop de houder van de gasvervoervergunning of -toelating de vraag, die hem werd toegestuurd door de eigenaar van het bezette erf, ontvangen heeft.
Art.3. Onderhavig besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.