17 NOVEMBER 1965. _ Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen aan de minder-validen leningen toestaat of waarborgt met het oog op hun plaatsing. (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap; BVR 1995-04-05/67, art. 15, Inwerkingtreding : 01-01-1995) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest; BWG 2004-02-04/41, art. 16, Inwerkingtreding : 18-05-2004) (NOTA : opgeheven voor de Franse Gemeenschap van Brussel bij BESL 1997-03-13/44, art. 21, Inwerkingtreding : 01-01-1997) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-12-1965 en tekstbijwerking tot 11-06-1997)
HOOFDSTUK I Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II De waarborg.
Art. 6-12
HOOFDSTUK III De leningen.
Art. 13-17
HOOFDSTUK IV Slotbepaling.
Art. 18
HOOFDSTUK I _ Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.1. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen kan zijn waarborg verlenen aan leningen toegekend aan minder-validen of kan zelf aan minder-validen leningen toekennen op voorwaarde dat:
1° het voor de minder-valide opgestelde sociale reclasseringsproces de toekenning van deze lening, met het oog op zijn plaatsing, rechtvaardigt en toelaat;
2° de door de lening te dekken uitgave rechtstreeks of onrechtstreeks haar oorzaak vindt in de handicap van de betrokkene;
3° de lening het enige middel is dat de plaatsing mogelijk maakt.
Art.2. (Zie nota onder TITEL) De aanvraag tot het bekomen van de bij artikel 1 bedoelde waarborg of lening wordt bij een ter post aangetekende brief ingediend bij het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen, Sint-Lazaruslaan 2, te Brussel 3.
Art.3. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds gaat over of doet overgaan tot elk aanvullend onderzoek dat het nodig acht. De minder-valide of zijn wettelijke vertegenwoordiger is ertoe gehouden alle inlichtingen of verklaringen te verstrekken waar het Rijksfonds hem om verzoekt met het doel de wettelijke en reglementaire tegemoetkomingen vast te stellen die hij kan genieten.
Art.4. (Zie nota onder TITEL) Dit besluit is niet van toepassing op leningen toegekend voor het aflossen van schulden of voor de aankoop of de opbouw van gebouwen of gedeelten van gebouwen bestemd om tot woning te dienen.
Art.5. (Zie nota onder TITEL) Er wordt rekening gehouden met de wettelijke of reglementaire tegemoetkomingen welke de minder-valide werkelijk kan genieten.
HOOFDSTUK II _ De waarborg.
Art.6. (Zie nota onder TITEL) Onverminderd de bepalingen van artikel 1 verleent het Rijksfonds zijn waarborg aan de leningen die aan de minder-validen worden toegekend door de openbare kredietinstellingen, de instellingen of personen door hen erkend en de instellingen of personen erkend of ingeschreven voor de financiering van de verkoop op afbetaling, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 juli 1957 tot regeling van de verkoop op afbetaling en van zijn financiering.
Art.7. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds kan zijn waarborg weigeren :
1° wanneer uit het aanvullend onderzoek blijkt dat aanvullende waarborgen of zekerheden kunnen gevorderd worden;
2° wanneer het oordeelt dat de duurtijd van de leenovereenkomst niet verantwoord is;
3° wanneer het leningen of kredieten betreft waarvoor de waarborg van de Staat, in toepassing van een andere wetgeving, kan bekomen worden.
Art.8. (Zie nota onder TITEL) De waarborg heeft een aanvullend karakter en dient om in de ontoereikendheid van de door de minder-valide verstrekte zekerheden en waarborgen te voorzien; de waarborg dekt, zonder de boeten in aanmerking te nemen en onverminderd een in de leenovereenkomst voorziene voordeligere berekeningswijze, de terugbetaling in hoofdsom, bijkomende kosten en intresten herberekend op de hoofdsom die bestendig door annuiteiten wordt afgelost tegen de rentevoet welke door het Rijksfonds overeenkomstig de bepalingen van artikel 14, voor de toekenning van gelijkaardige leningen, wordt toegepast.
Art.9. (Zie nota onder TITEL) De waarborg dekt het debetsaldo dat volgens de bij artikel 8 bedoelde berekeningen verschuldigd blijft. Behoudens andersluidende beslissing van zijnentwege verleent het Rijksfonds slechts zijn tegemoetkoming na verwezenlijking van de zekerheden en waarborgen en na uitputting van alle realisatiemogelijkheden, zowel van de goederen van de schuldenaar als van deze van de borgen.
Evenwel, kan deze tussenkomst in het debetsaldo nooit hoger zijn dan de waarde van de oorspronkelijke waarborg.
Art.10. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds behoudt elk recht om de sommen die het krachtens zijn waarborg heeft gestort, terug te vorderen.
Art.11. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds bepaalt de bijzondere clausules en bepalingen van de waarborgakte.
Art.12. (Zie nota onder TITEL) De door het Rijksfonds gewaarborgde leningen moeten het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke boekhouding in de boeken van de kredietverlener.
HOOFDSTUK III _ De leningen.
Art.13. (Zie nota onder TITEL) Onverminderd de bepalingen van artikel 1 kan het Rijksfonds leningen toekennen aan de minder-validen wanneer deze het bewijs leveren dat, spijts zijn waarborg, hun de lening werd geweigerd door verscheidene van de bij artikel 6 bedoelde instellingen of personen om reden dat zij in de onmogelijkheid verkeren om de vereiste waarborgen, zekerheden of voorschotten te geven.
Art.14. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds past op de lening de rentevoet toe welke de Algemene Spaar- en Lijfrentekas toepast op haar gewone hypothecaire leningen op de dag van de ondertekening van de leenovereenkomst.
Nochtans kan, in bijzondere gevallen die hij bepaalt, de raad van beheer van het Rijksfonds, beslissen dat er geen intrest zal worden geind.
Art.15. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds bepaalt de in de leenovereenkomst in te lassen bijzondere clausules en bepalingen, de noodzakelijke waarborgen of zekerheden, alsook de vóór elke betaling over te leggen documenten; het bepaalt, voor elk geval, het bedrag van de lening, de uitbetalingsmodaliteiten en de termijn binnen welke het krediet moet worden aangewend.
Art.16. (Zie nota onder TITEL) De kosten voor het opstellen van de akte en voor de aanbreng van de waarborgen en zekerheden, alsook de registratiekosten zijn ten laste van de minder-valide.
De kosten voor het aanleggen van het dossier zijn ten laste van het Rijksfonds. Wanneer evenwel het Rijksfonds gedwongen is beroep te doen op de diensten van een deskundige, zijn de honoraria welke deze laatste vraagt, ten laste van de minder-valide.
Art.17. (Zie nota onder TITEL) Het bedrag van de lening wordt rechtstreeks aan de minder-valide of zijn wettelijke vertegenwoordiger uitbetaald.
HOOFDSTUK IV _ Slotbepaling.
Art. 18. (Zie nota onder TITEL) Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.