14 MEI 1965. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de criteria van toekenning der toelagen voor de oprichting, de vergroting of de inrichting van centra of diensten voor revalidatie. (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Regering bij BVR 1994-07-06/43, art. 16; Inwerkingtreding : 01-07-1994) (NOTA : Opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap BDG 1996-11-18/48, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-1997) (NOTA : Opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij VARIA 2000-06-08/56, art. 52; Inwerkingtreding : 01-07-2000) (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2013-07-04/32, art. 3, 2, 42°, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-02-1991 en tekstbijwerking tot 30-08-2013)
Art. 1-15, 15BIS, 16-18
Artikel 1. (Zie nota onder TITEL) De toelagen voor de oprichting, de vergroting of de inrichting van centra of diensten voor revalidatie, verleend door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen, worden toegekend volgens de bij dit besluit vastgestelde criteria.
Het Rijksfonds verleent deze toelagen binnen de perken van de op zijn begroting uitgetrokken kredieten.
Art.2. (Zie nota onder TITEL) § 1. De toelagen voor de oprichting betreffen de uitgaven die noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van nieuwe centra of diensten voor revalidatie; de toelagen voor de vergroting betreffen de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de uitbreiding van bestaande centra of diensten voor revalidatie.
Deze uitgaven omvatten :
1° voor wat de onroerende goederen betreft, hetzij de kosten van aankoop van de grond en de kosten van de opbouw van de gebouwen, hetzij de kosten van de aankoop en de verbouwing van de gebouwen, hetzij de huurprijs en de kosten van de verbouwing van de gebouwen;
2° voor wat de uitrusting betreft, de kosten van aankoop van apparaten en van meubilair.
§ 2. De toelagen voor de inrichting betreffen de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de modernisering van de bestaande centra of diensten voor revalidatie.
Deze uitgaven omvatten :
1° voor wat de onroerende goederen betreft, de kosten van de verbouwing van de gebouwen;
2° voor wat de uitrusting betreft, de kosten van aankoop van apparaten en van meubilair.
Art.3. (Zie nota onder TITEL) Voor de toekenning van de toelagen wordt er slechts rekening gehouden met de aankopen, de werken en de huren die noodzakelijk zijn voor de werking van de installaties en technieken voor revalidatie die in aanmerking worden genomen voor de toekenning van de toelagen voor onderhoud aan de centra of diensten voor revalidatie. Geen toelage wordt verleend voor de aankopen, de werken en de huren (die aanleiding hebben gegeven tot het verlenen van een toelage toegekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.) <MB 13-02-1978, art. 1>
Het bedrag van de toegekende toelage is gelijk aan 60 t.h. van de kosten van de aankopen, van de werken en van de huren die door het Rijksfonds als noodzakelijk worden erkend, zoals die kosten volgens de bepalingen van dit besluit zijn vastgesteld.
Wanneer het Rijksfonds het nodig oordeelt, vraagt het aan het centrum of de dienst voor revalidatie alle rechtvaardigingsstukken waaruit de werkelijkheid van deze kosten blijken.
Art.4. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds bepaalt voor elk centrum of voor elke dienst voor revalidatie waarvoor het een toelage voor de oprichting, de vergroting of de inrichting toekent, het aantal minder-validen in functie waarvan het in de kosten van de aankopen, de werken en de huren tegemoetkomt.
Art.5. (Zie nota onder TITEL) § 1. (De kosten van de werken voor de opbouw van de gebouwen worden in aanmerking genomen ten belope van hun werkelijk bedrag en zulks onder de volgende voorwaarden :
1° er wordt rekening gehouden met het werkelijk bebouwd aantal m2; evenwel mag, rekening gehouden met het aantal minder-validen in functie waarvan het Rijksfonds tegemoetkomt, het in aanmerking genomen aantal m2 niet meer bedragen dan 12 m2 per minder-valide;
2° er wordt rekening gehouden met de werkelijke kostprijs per m2; evenwel mag, onder voorbehoud van het bij het derde en het vierde lid bepaalde, de in aanmerking genomen kostprijs 8 500 F per m2 niet overschrijden.
Deze maximumprijs van 8 500 F per m2 is van toepassing op de bouwwerken uitgevoerd in de loop van het jaar 1967. Hij stemt overeen met het peil van de kostprijs van het handwerk in de bouwsector per 1 april 1967.
Wat de in de loop van de volgende jaren uitgevoerde bouwwerken betreft, varieert de in het 2° van het eerste lid vastgestelde maximumprijs van jaar tot jaar in verhouding met de schommeling van het peil van de kostprijs van het handwerk in de bouwsector en zulks volgens de hiernavolgende regels:
1° beschouwd wordt dat de kostprijs van het handwerk voor 40 pct. in de kostprijs van de bouw tussenkomt;
2° de in aanmerking te nemen schommeling van het peil van de kostprijs van het handwerk is deze opgetekend op 1 april van het beschouwd jaar, zoals zij blijkt uit de gegevens opgemaakt door het Ministerie van Openbare Werken.
Wanneer de bouwwerken gespreid zijn over meerdere jaren, wordt toepassing gemaakt van een gemiddelde maximumprijs proportioneel aan het respectief aantal volle maanden gedurende welke, in de loop van elk der beschouwde jaren, de bouwwerken werden voortgezet.) <MB 26-07-1967, art. 1>
§ 1bis. (Voor de toepassing der bepalingen van §1 wordt geen rekening gehouden met volgende installaties:
1° de gymnastiekzalen,
2° de sportzalen,
3° de installaties voor collectieve hydrotherapie met zwembad, of gelijkaardige installaties,
4° de sportvelden,
De kosten van de werken voor de opbouw en de afwerking, die deze installaties betreffen worden in aanmerking genomen ten belope van hun werkelijk bedrag.) <MB 24-01-1979, art. 1>
§ 2. De kosten van aankoop van de grond worden slechts in aanmerking genomen ten belope van :
1°,
a) de oppervlakte of het gedeelte van de oppervlakte nodig voor de opbouw van de gebouwen die door het Rijksfonds als noodzakelijk worden erkend in toepassing van artikel 3, vermeerderd met 25 t.h.;
b) de oppervlakte gebruikt voor de installaties en technieken voor revalidatie in openlucht, inzonderheid de wandelpaden en de sportterreinen.
2° een maximumprijs van 1.500 frank per m2.
§ 2bis (Het Rijksfonds kan afwjken van de bij de §1,1° en §2,1° voorziene beperkingen inzake de de in aanmerking te nemen oppervlakte, wanneer de aanvrager doet blijken dat het onontbeerlijk is inzonderheid omwille van de categorie minder-validen waartoe hij zich richt, van de activiteiten die hij uitvoert of van de voorschriften van stedebouw, dat het centrum of de dienst beschikt over een oppervlakte, bebouwd of niet-bebouwd, die groter is dan de maximumoppervlakte voorzien bij deze bepalingen.
Alleen de oppervlakte vereist voor het aanleggen van binnenstraten en de aansluiting ervan op het openbaar domein, van parkeerruimten voor voertuigen en van garages worden in aanmerking genomen.
In dat geval wordt de berekening van het bedrag van de toe te kennen toelagen op afzonderlijke wijze gedaan voor de bouwwerken en de aankoop van de grond in aanmerking genomen binnen de perken vastgesteld bij de §1,1° en §2,2°, en voor deze in aanmerking genomen krachtens deze paragraaf.) <MB 13-02-1978, art. 2>
§ 3. De kosten van aankoop van de gebouwen worden slechts in aanmerking genomen ten belope van de prijs waarop het Rijksfonds het onroerend goed schat; het niet bebouwde gedeelte van de grond wordt bij deze schatting slechts in aanmerking genomen ten belope van een oppervlakte gelijk aan 25 t.h. van de oppervlakte ingenomen door de gebouwen en van de oppervlakte gebruikt voor de installaties en de technieken voor revalidatie in openlucht.
§ 4. De kosten van de verbouwingswerken worden slechts in aanmerking genomen ten belope van een maximumbedrag gelijk aan 20 t.h. van de prijs waarop het Rijksfonds het onroerend goed schat; het niet bebouwde gedeelte van de grond wordt bij deze schatting slechts in aanmerking genomen ten belope van een oppervlakte gelijk aan 25 t.h. van de oppervlakte ingenomen door de gebouwen en van de oppervlakte gebruikt voor de installaties en technieken voor revalidatie in openlucht.
§ 5. De huurkosten der gebouwen worden slechts in aanmerking genomen gedurende de periode die het Rijksfonds noodzakelijk oordeelt voor de uitvoering van de verbouwingswerken.
§ 6. De kosten van aankoop van de apparaten en van het meubilair worden slechts in aanmerking genomen ten belope van de prijs door het Rijksfonds vastgesteld op basis van de verkoopsvoorwaarden overgelegd door ten minste drie verschillende leveranciers.
(NOTA : artikel 5 geldig voor het Waalse Gewest :
Art. 5. (Zie nota onder TITEL) § 1. (De kosten van de werken voor de opbouw van de gebouwen worden in aanmerking genomen ten belope van hun werkelijk bedrag en zulks onder de volgende voorwaarden :
1° er wordt rekening gehouden met het werkelijk bebouwd aantal m2; evenwel mag, rekening gehouden met het aantal minder-validen in functie waarvan het Rijksfonds tegemoetkomt, het in aanmerking genomen aantal m2 niet meer bedragen dan 12 m2 per minder-valide;
2° er wordt rekening gehouden met de werkelijke kostprijs per m2; evenwel mag, onder voorbehoud van het bij het derde en het vierde lid bepaalde, de in aanmerking genomen kostprijs (210 euro) per m2 niet overschrijden. <BWG 2001-12-13/47, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Deze maximumprijs van (210 euro) per m2 is van toepassing op de bouwwerken uitgevoerd in de loop van het jaar 1967. Hij stemt overeen met het peil van de kostprijs van het handwerk in de bouwsector per 1 april 1967. <BWG 2001-12-13/47, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Wat de in de loop van de volgende jaren uitgevoerde bouwwerken betreft, varieert de in het 2° van het eerste lid vastgestelde maximumprijs van jaar tot jaar in verhouding met de schommeling van het peil van de kostprijs van het handwerk in de bouwsector en zulks volgens de hiernavolgende regels:
1° beschouwd wordt dat de kostprijs van het handwerk voor 40 pct. in de kostprijs van de bouw tussenkomt;
2° de in aanmerking te nemen schommeling van het peil van de kostprijs van het handwerk is deze opgetekend op 1 april van het beschouwd jaar, zoals zij blijkt uit de gegevens opgemaakt door het Ministerie van Openbare Werken.
Wanneer de bouwwerken gespreid zijn over meerdere jaren, wordt toepassing gemaakt van een gemiddelde maximumprijs proportioneel aan het respectief aantal volle maanden gedurende welke, in de loop van elk der beschouwde jaren, de bouwwerken werden voortgezet.) <MB 26-07-1967, art. 1>
§ 1bis. (Voor de toepassing der bepalingen van §1 wordt geen rekening gehouden met volgende installaties:
1° de gymnastiekzalen,
2° de sportzalen,
3° de installaties voor collectieve hydrotherapie met zwembad, of gelijkaardige installaties,
4° de sportvelden,De kosten van de werken voor de opbouw en de afwerking, die deze installaties betreffen worden in aanmerking genomen ten belope van hun werkelijk bedrag.) <MB 24-01-1979, art. 1>
§ 2. De kosten van aankoop van de grond worden slechts in aanmerking genomen ten belope van :
1° a) de oppervlakte of het gedeelte van de oppervlakte nodig voor de opbouw van de gebouwen die door het Rijksfonds als noodzakelijk worden erkend in toepassing van artikel 3, vermeerderd met 25 t.h.;
b) de oppervlakte gebruikt voor de installaties en technieken voor revalidatie in openlucht, inzonderheid de wandelpaden en de sportterreinen;
2° een maximumprijs van (37 euro) per m2. <BWG 2001-12-13/47, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 2bis (Het Rijksfonds kan afwjken van de bij de § 1, 1° en § 2, 1° voorziene beperkingen inzake de de in aanmerking te nemen oppervlakte, wanneer de aanvrager doet blijken dat het onontbeerlijk is inzonderheid omwille van de categorie minder-validen waartoe hij zich richt, van de activiteiten die hij uitvoert of van de voorschriften van stedebouw, dat het centrum of de dienst beschikt over een oppervlakte, bebouwd of niet-bebouwd, die groter is dan de maximumoppervlakte voorzien bij deze bepalingen.
Alleen de oppervlakte vereist voor het aanleggen van binnenstraten en de aansluiting ervan op het openbaar domein, van parkeerruimten voor voertuigen en van garages worden in aanmerking genomen.
In dat geval wordt de berekening van het bedrag van de toe te kennen toelagen op afzonderlijke wijze gedaan voor de bouwwerken en de aankoop van de grond in aanmerking genomen binnen de perken vastgesteld bij de §1,1° en §2,2°, en voor deze in aanmerking genomen krachtens deze paragraaf.) MB 13-02-1978, art. 2>
§ 3. De kosten van aankoop van de gebouwen worden slechts in aanmerking genomen ten belope van de prijs waarop het Rijksfonds het onroerend goed schat; het niet bebouwde gedeelte van de grond wordt bij deze schatting slechts in aanmerking genomen ten belope van een oppervlakte gelijk aan 25 t.h. van de oppervlakte ingenomen door de gebouwen en van de oppervlakte gebruikt voor de installaties en de technieken voor revalidatie in openlucht.
§ 4. De kosten van de verbouwingswerken worden slechts in aanmerking genomen ten belope van een maximumbedrag gelijk aan 20 t.h. van de prijs waarop het Rijksfonds het onroerend goed schat; het niet bebouwde gedeelte van de grond wordt bij deze schatting slechts in aanmerking genomen ten belope van een oppervlakte gelijk aan 25 t.h. van de oppervlakte ingenomen door de gebouwen en van de oppervlakte gebruikt voor de installaties en technieken voor revalidatie in openlucht.
§ 5. De huurkosten der gebouwen worden slechts in aanmerking genomen gedurende de periode die het Rijksfonds noodzakelijk oordeelt voor de uitvoering van de verbouwingswerken.
§ 6. De kosten van aankoop van de apparaten en van het meubilair worden slechts in aanmerking genomen ten belope van de prijs door het Rijksfonds vastgesteld op basis van de verkoopsvoorwaarden overgelegd door ten minste drie verschillende leveranciers.)
Art.6. (Zie nota onder TITEL) De toelage toegekend voor de aankoop en de verbouwing van gebouwen mag in geen geval hoger zijn dan het maximumbedrag van de toelage die, rekening houdende met het aantal minder-validen in functie waarvan het Rijksfonds tegemoetkomt, bij toepassing van dit besluit verleend ware geweest voor de aankoop van de grond en de opbouw van de gebouwen.
Art.7. (Zie nota onder TITEL) (alinea 1 opgeheven) <MB 26-07-1967, art. 2>
De toelage voor de huur en het verbouwen van de gebouwen wordt slechts toegekend voor zover de duur van de huur, gelet op de belangrijkheid van de uit te voeren verbouwingswerken, door het Rijksfonds als voldoende wordt geacht.
Art.8. (Zie nota onder TITEL) Het Rijksfonds beslist over de aanvragen om toelage rekening houdend met de orde van belangrijkheid van de behoeften der diverse categorieën van minder-validen en der verschillende gewesten van het land, alsook, met de respectieve mogelijkheden tot herstel van de fysische en geestelijke geschiktheid der minder-validen die, gelet op de installaties en de technieken voor revalidatie die het centrum of de dienst zal aanwenden, door de verschillende aanvragen geboden worden.
Art.9. (Zie nota onder TITEL) De aanvraag moet de naam en het adres van de aanvrager specificeren en wanneer het om een rechtspersoon van privaat recht gaat, gepaard gaan met:
1° de aanduiding van de naam en het adres van de personen die hem in de gerechtelijke en buitengerechtelijke akten vertegenwoordigen;
2° een voor eensluidend verklaard afschrift van zijn statuten;
3° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag voor ieder persoon die deel uitmaakt van zijn beheersorganen.
Wanneer de aanvrager een fysisch persoon is, moet hij bij zijn aanvraag een getuigschrift van goed zedelijk gedrag voegen.
Art.10. (Zie nota onder TITEL) De aanvraag om toelage moet nauwkeurig haar voorwerp specificeren en het bewijs leveren van het belang dat de toekenning van de gevraagde toelage heeft voor de sociale reclassering van de minder-validen en inzonderheid:
1° de toestand inzake de geneeskundige uitrusting voor revalidatie preciseren, waarin het gewest, waar het centrum of de dienst wordt opgericht, vergroot of ingericht, zich bevindt;
2° de ruimte aangegeven in functie waarvan het centrum of de dienst wordt opgericht, vergroot of ingericht.
Daarenboven moet de aanvraag de termijn vermelden binnen welke de gevraagde toelage zal aangewend worden en vergezeld zijn van een voorontwerp dat de beoogde aankopen, werken en huren, met een schatting van hun kostprijs, aanduid.
Art.11. (Zie nota onder TITEL) Voor elke aanvraag neemt het Rijksfonds een principiële beslissing betreffende de toekenning van een toelage.
Ingeval de principiële beslissing gunstig is, vermeldt het Rijksfonds:
1° het aantal minder-validen in functie waarvan het Rijksfonds zal tegemoetkomen;
2° de termijn binnen welke de documenten, inlichtingen en verbintenissen, voorzien bij artikel 12, het moeten toegezonden worden.
<NOTA : Voor de Duitse Gemeenschap is de tweede lid, 2° door de volgende bepalingen vervangen : " Deze termijn mag zes maanden niet overschrijden : indien de aanvrager zich vóór het verstrijken van deze termijn op een overmacht beroept, mag de termijn met ten hoogste zes maanden verlengd worden, wanneer de aanvraag de toekenning van een toelage voor de oprichting van gebouwen en de aankoop van de ervoor bestemde uitrusting betreft. Wanneer de aanvrager een publiekrechtelijke rechtspersoon is, onderworpen aan toezichtverplichtingen, kan de verlenging verleend worden voor twee termijnen van zes maanden."; (BDG 1990-10-18/35, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1990)>
Art.12. (Zie nota onder TITEL) De toelagen worden slechts toegekend voor zover de aanvrager, binnen de termijn opgelegd krachtens artikel 11, tweede lid, 2°, het Rijksfonds laat toekomen:
1° een volledig plan van de aankopen, werken en huren en inzonderheid:
a) voor wat de onroerende goederen betreft:
een uittreksel uit de stafkaart waarop de ligging van de aan te kopen gronden, de aan te kopen, te bouwen, te huren of te verbouwen gebouwen, is vermeld;
een uittreksel uit het kadastraal plan dat de percelen, honderd meter in de omtrek van het centrum of de dienst, opgeeft:
de plannen, doorsneden en gevels, op de schaal van 1/100, van de aan te kopen, op te bouwen of te verbouwen gebouwen;
een kostenbegroting van de prijs van de aan te kopen grond, van de aan te kopen, te huren of te verbouwen gebouwen, van de uit te voeren opbouw- of verbouwingswerken;
b) voor wat de uitrusting betreft :
een memorie die, gelet op de installaties en technieken voor revalidatie die in het centrum of de dienst zullen gebruikt worden, het nut van de aankoop van de apparaten en de noodzakelijkheid van de aankoop van het meubilair rechtvaardigt;
een kostenbegroting van de kosten van aankoop van de apparaten en het meubilair, vergezeld van de verkoopsvoorwaarden overgelegd door ten minste drie verschillende leveranciers;
2° het bewijs dat hij over de nodige sommen beschikt om het verschil te dekken tussen de in de kostenbegrotingen voorziene kosten van de aankopen, werken en huren en het maximumbedrag van de eventuele toelage van het Rijksfonds. Wanneer deze sommen geheel of gedeeltelijk door een lening moeten gevormd worden, moet de aanvrager er een principiële belofte van een geldschieter bijvoegen betreffende het bedrag van de lening die moet worden toegestaan en de jaarlijkse rentevoet: (deze rentevoet mag niet hoger zijn dan deze die, op de dag van de ondertekening van de promesse, toegepast wordt door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas voor haar gewone hypothecaire leningen:) <MB 25-10-1969, art. 1, 1°>
3° de verbintenis om de procedure in acht te nemen ingesteld bij het besluit van de Regent van 11 februari 1946 houdende goedkeuring van de titels I en II van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming;
4° de verbintenis voorzien bij artikel 83 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen; de bestemming van de apparaten en het meubilair voor de aankoop waarvan een toelage wordt verleend moet behouden blijven gedurende de door het Rijksfonds bepaalde afschrijvingstermijn;
5° de verbintenis om aan de voorwaarden van voorlopige en definitieve erkenning te voldoen;
6° de verbintenis om het geheel van de onroerende goederen en van de uitrusting te verzekeren tegen brand- en aanverwante risico's;
7° de verbintenis om de afgevaardigde van het Rijksfonds toe te laten ter plaatse de overeenstemming na te gaan van de aankopen en de opbouw- en verbouwingswerken met het door het Rijksfonds goedgekeurd plan, alsook de bestemming gegeven aan de toegekende toelage, en daartoe alle registers, boeken, staten, boekhoudkundige bescheiden, briefwisseling en andere nuttige documenten raadplegen;
8° de aanduiding van de goederen waarop hij een hypotheek kan toestaan ter waarborging van de verbintenissen bedoeld bij 3° tot 7°.
Art.13. (Zie nota onder TITEL) In de definitieve beslissing tot toekenning vermeldt het Rijksfonds het bedrag van de toegekende toelage met specificatie van:
1° de elementen op basis waarvan het bedrag van de toelage, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, werd berekend;
2° de wijzigingen die het eventueel denkt te moeten doen aanbrengen in het plan der aankopen, werken en huren en van de aanvaarding waarvan het de vereffening van de toelage afhankelijk stelt;
3° het bedrag en de rangorde van de hypothecaire inschrijving die het eventueel ter waarborging van de door de aanvrager aangegane verbintenissen vereist.
<NOTA : Voor de Duitse Gemeenschap wordt art. 13 door de volgende bepaling vervangen : " Artikel 13. In de definitieve beslissing tot toekenning vermeldt het Rijksfonds het bedrag van de toegekende toelage, dat het bedrag vermeld in de principiële beslissing bedoeld in artikel 11 niet mag overschrijden.
Bovendien specifieert deze definitieve beslissing :
1° de elementen die, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, als basis dienen voor de berekening van het bedrag van de toelage;
2° de wijzigingen die het Rijksfonds eventueel denkt te moeten doen aanbrengen in het plan der aankopen, werken en huren en van de aanvaarding waarvan het de vereffening van de toelage afhankelijk stelt;
3° het bedrag en de rangorde van de hypothecaire inschrijving of van de andere zekerheden die het Rijksfonds eventueel ter waarborging van de door de aanvrager aangegane verbintenissen vereist.
De definitieve beslissing wordt ambtshalve en van rechtswege geannuleerd indien de werken niet begonnen of de aankopen niet uitgevoerd zijn vóór het einde van het trimester dat volgt op het trimester dat de aanvrager in het door het Rijksfonds goedgekeurd plan der aankopen, werken en huren als het trimester had aangeduid tijdens hetwelke de werken zouden begonnen of de aankopen zouden uitgevoerd worden.
Wanneer de aanvrager zich vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in vorig lid op een overmacht beroept, kan de raad van beheer van het Rijksfonds deze termijn ofwel met ten hoogste zes maanden verlengen, indien de aanvraag de toekenning van toelagen voor de oprichting of verbouwing van gebouwen of voor de aankoop van de ervoor bestemde uitrusting betreft, ofwel met ten hoogste drie maanden, indien de aanvraag de toekenning van toelagen voor de aankoop van grond of gebouwen en uitrusting betreft zonder betrekking op de oprichting of verbouwing van gebouwen. "; (BDG 1990-10-18/35, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1990)>
Art.14. (Zie nota onder TITEL) Het bedrag van de toegekende toelage wordt slechts vereffend voor zover de aankopen, werken of huren overeenkomstig het door het Rijksfonds goedgekeurd plan uitgevoerd zijn.
Art.15. (Zie nota onder TITEL) § 1. De toelage betreffende de aankoop van de grond wordt vereffend bij de voltooiing van de funderingen van de gebouwen die hierop gebouwd moeten worden.
§ 2. De toelage betreffende de opbouw van de gebouwen wordt vereffend:
1° ten belope van 50 t.h. op het ogenblik van de voltooiing van de ruwbouw;
2° (ten belope van 50 pct. op het ogenblik van de inwerkingstelling van het centrum of de dienst; deze betaling wordt eerst gedaan nadat de aanvrager een afschrift heeft doen geworden van de betekening die hij, in voorkomend geval, gehouden is te doen in toepassing van artikel 18 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij het besluit van de Regent van 11-02-1946) <MB-07-1967, art. 3 en 4>
§ 3. De toelage betreffende de aankoop van gebouwen wordt vereffend op het ogenblik van de aankoop.
§ 4. De toelage betreffende de huur van de gebouwen wordt vereffend op de in de huurceel bepaalde vervaldagen.
§ 5. (De toelage betreffende de verbouwing van de gebouwen wordt vereffend op het ogenblik van de inwerkingstelling van het centrum of de dienst; deze betaling wordt eerst gedaan nadat de aanvrager een afschrift heeft doen geworden van de betekening die hij, in voorkomend geval, gehouden is te doen in toepassing van artikel 18 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij het besluit van de Regent van 11 februari 1946.) <MB 26-07-1967, art. 3 en 4>
§ 6. De toelage betreffende de aankoop van apparaten en van meubilair wordt vereffend na overlegging door de aanvrager van een kopie van de factuur en van een verklaring die bewijst dat de apparaten of het meubilair hem in degelijke staat werden geleverd.
Art. 15BIS. (Zie nota onder TITEL) <NOTA : Voor de Duitse Gemeenschap ingevoegd bij BDG 1990-10-18/35, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1990 : " Artikel 15bis. Op straffe van uitsluiting moet de vereffening van de toegekende toelagen aan de hand van de in artikel 15 bedoelde bewijsstukken aangevraagd worden binnen een termijn van zes maanden te rekenen ofwel vanaf de datum van de betekening van definitieve beslissing, indien de werken of aankopen op het ogenblik van die beslissing al uitgevoerd zijn, ofwel vanaf de uitvoeringsdatum, indien de werken of aankopen op het ogenblik van de definitieve beslissing nog niet uitgevoerd zijn. ">
Art.16. In geval van niet-naleving van de verbintenissen, bedoeld bij artikel 12, 3° tot 7°, is de aanvrager gehouden de hem toegekende toelage terug te betalen.
Art.17. (Zie nota onder TITEL) <MB 26-7-1967, art. 5> De reeds gedane aankopen, werken en huren kunnen het voorwerp van de toekenning van de bij dit besluit voorziene toelagen slechts uitmaken voor zover de datum van de aankoop, deze van het begin der werken en deze van de aanvang van de huur niet meer dan twee jaar het jaar voorafgaan voor hetwelk de aanvraag om toelage geldig is ingediend.
Evenwel, bij wijze van overgangsmaatregel, kunnen de aankopen gedaan in de loop van het jaar 1965 alsmede de werken en de huren die een aanvang hebben genomen in de loop van hetzelfde jaar, die het voorwerp uitmaken van een voor het jaar 1968 geldig ingediende aanvraag om toelage, in aanmerking genomen worden voor de toekenning van de bij dit besluit voorziene toelagen.
Art. 18. (Zie nota onder TITEL) Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.