17 MAART 1965. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor toekenning, door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen, van een tegemoetkoming in de kosten van arbeidsgereedschap en werkkleding. (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap; BVR 1995-04-05/67, art. 15, Inwerkingtreding : 01-01-1995) - (NOTA : opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL 1997-03-13/43, art. 26; Inwerkingtreding : 01-01-1997) - (NOTA : Opgeheven voor wat betreft het Franse taalgebied bij BWG 1999-06-03/77, art. 17; Inwerkingtreding : 01-07-1999) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 27-08-1999)
Art. 1-6
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> De minder-validen die een activiteit uitoefenen in uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor werklieden, een arbeidsovereenkomst voor bedienden, een arbeidsovereenkomst voor huisarbeiders of van een publiekrechterlijk statuut, kunnen op hun aanvraag en onder de bij artikel 2 bepaalde voorwaarden, een tegemoetkoming bekomen in de kosten van arbeidsgereedschap of werkkleding.
Bedoelde tegemoetkoming kan worden verleend, hetzij bij de indienstneming, hetzij tijdens de tewerkstelling wanneer zij noodzakelijk blijkt om de minder-valide in dienst te houden of om hem toe te laten een betrekking te bekleden die beter beantwoordt aan zijn kundigheden en mogelijkheden
Art.2. <Zie nota onder TITEL> Om de bij artikel 1 bedoelde tegemoetkoming te kunnen bekomen moeten de minder-validen aan volgende voorwaarden voldoen :
a) minder dan 60 of 65 jaar oud zijn, naargelang het een vrouw of een man betreft;
b) het bewijs leveren dat het bezit van arbeidsgereedschap en werkkleding noodzakelijk is voor de uitoefening van hun beroepsactiviteit, zoals ze werd bepaald bij hun omscholings- en sociale reclasseringsproces, of, indien het proces nog niet werd opgemaakt, bij een afzonderlijke beslissing van het Rijksfonds;
c) van hun wergever de onontbeerlijke werktuigen of werkkleding niet kunnen bekomen noch de tegenwaarde in speciën voor de aankoop ervan;
d) persoonlijk niet over voldoende inkomsten beschikken om zich de noodzakelijke werktuigen of werkkleding aan te schaffen of het bewijs te leveren dat het zich aanschaffen van deze werktuigen of werkkleding, om reden van de handicap, een abnormale last betekent.
Art.3. <Zie nota onder TITEL> De aanvraag tot het bekomen van een tegemoetkoming wordt bij een ter post aangetekende brief ingediend bij het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen.
Bedoelde aanvraag moet een raming bevatten van de kosten van de werktuigen of de werkkleding, alsmede al de bij de artikelen 1 en 2 vereiste bewijsstukken.
Art.4. <Zie nota onder TITEL> De administateur-directeur beslist over de toekenning van de tegemoetkoming en stelt het bedrag ervan vast.
Wanneer evenwel het bedrag van de tegemoetkoming hoger is dan 2 000 F, wordt de beslissing getroffen door de raad van beheer van het Rijksfonds.
Art.5. <Zie nota onder TITEL> (impliciet opgeheven) <had uitwerking tot 31-12-1966>.
Art. 6. <Zie nota onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1965.