19 FEBRUARI 1965. _ Ministerieel besluit houdende vaststelling van de perken binnen en de voorwaarden onder dewelke een schoolopleiding bedoeld bij artikel 56, § 1 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen kan worden gelijkgesteld met een beroepsopleiding, omscholing of herscholing bedoeld bij § 2 van hetzelfde artikel.
Art. 1-2
Art.1. <Zie nota onder TITEL> Een schoolopleiding bedoeld bij artikel 56, § 1 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen kan, in bijzondere gevallen, door de raad van beheer van het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen gelijkgesteld worden met een beroepsopleiding, omscholing of herscholing bedoeld bij § 2 van hetzelfde artikel, wanneer de belanghebbende minder-valide voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° ten minste achttien jaar oud zijn;
2° zijn schoolopleiding onderbroken hebben gedurende de twee jaren die de datum voorafgaan waarop hij de studies heeft hernomen waarvoor de gelijkstelling wordt overwogen of, wegens financiële redenen, in de onmogelijkheid verkeren om, zonder de tussenkomst van het Rijksfonds, zijn studies te hernemen of voort te zetten;
(NOTA : Voor de Duitse Gemeenschap is de 2° door de volgende bepalingen vervangen : "2° wegens financiële redenen, in de onmogelijkheid verkeren om, zonder de tegemoetkoming van het Rijksfonds, zijn studies te hernemen of voor te zetten;"; <BDG 1990-10-18/35, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1990>)
(NOTA : Voor de Franse Gemeenschap wordt het 2° vervangen door de volgende bepaling : "2° om financiële redenen, in de onmogelijkheid verkeren om, zonder de tegemoetkoming van het Rijksfonds, zijn studie te hernemen of voort te zetten; <BFG 1990-10-25/45, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 04-02-1991>)
3° leergangen volgen die, in het kader van het omscholings- en sociale reclasseringsproces bedoeld bij artikel 34 van het voornoemd koninklijk besluit van 5 juli 1963, onmisbaar worden geacht om, met het oog op zijn plaatsing, een opleiding te verwerven welke het meest in overeenstemming is met zijn aanleg en mogelijkheden.
Art. 2. <Zie nota onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 april 1963.