11 SEPTEMBER 1964. - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van zekere projectielen met het oog op de uitoefening van de jacht. <opgeheven voor het Vlaamse Gewest; zie BREV 1987-10-28/31, art. 5, 1°; Inwerkingtreding : 14-11-1987>
Art. 1-4
Artikel 1. <KB 29-06-1971, art. 1> Het is verboden herten, damherten, moeflons, reeën en everzwijnen, zonder onderscheid van leeftijd noch geslacht, op een andere manier dan met kogels te schieten of af te maken.
Deze bepaling is niet van toepassing in de zones waar het schieten met kogels verboden is door het bestek van de geregistreerde jachtpachten die bestonden op 15 september 1964.
Art.2. (Over gans het land is het verboden, bij het schieten met kogels of afmaken van de in artikel 1 genoemde wildsoorten gebruik te maken van :
a) kogels uit geweren met gladde loop van om 't even welk model met een kaliber kleiner dan 20;
b) karabijnkogels, waarvan het kaliber uitgedrukt of omgerekend in mm kleiner dan 6 mm is.) <KB 29-06-1971, art. 2>
Voor de bersjacht en de loerjacht op de reebok echter is het geoorloofd gebruik te maken van karabijnkogels waarvan het kaliber, uitgedrukt of omgerekend in mm, ten minste 5, 6 mm bedraagt en die op 100 m ten minste 100 kgm energie ontwikkelen.
Art.3. Dit besluit treed in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.