Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MAART 1964. - Koninklijk besluit betreffende de vergunningen tot het inrichten van wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-03-1964 en tekstbijwerking tot 12-12-2001.)



Inhoudstafel:


Art. 1-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  2001029547 



Artikels:

Artikel 1. De aanvraag om vergunning bedoekd bij artikel 1 van de wet van 26 juni 1963 moet, onder gesloten omslag, gericht worden aan de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, ten laatste veertig vrije dagen voor de datum van de sportwedstrijden waarop de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben.
  De vergunning kan aangevraagd worden voor een reeks wedstrijden van weddenschappen met identieke inlichtingsvoorwaarden.

Art.2. Bij elke aanvraag zal men het volgende voegen :
  1° in twee exemplaren :
  a) een staat van inlichtingen betreffende de identiteit van de inrichter van de wedstrijd; bij deze staat zal een uittreksel van de geboorteakte, een getuigschrift van goed gedrag en zeden en van burgertrouw en een nationaliteitsbewijs gevoegd worden.
  Wanneer de aanvraag uitgaat van een vennootschap, dan wordt een afschrift van de oprichtingsakte of van de statuten ingediend, evenals een staat van inlichtingen betreffende de identiteit van de vennoten of beheerders;
  b) het reglement van de wedstrijd;
  c) het verdelingsplan van de inzetten, waarin percentsgewijze voorkomen :
  - het aandeel van de winnaars;
  - het aandeel verschuldigd als belasting op de spelen en de weddenschappen;
  - het aandeel dat eventueel geëist wordt door de sportverenigingen, op wiens kalender de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben;
  - het te storten aandeel aan het National Sportfonds;
  - het aandeel bestemd voor elke categorie van tussenpersonen;
  - het geraamd bedrag van de algemene onkosten;
  - de geraamde winst van de inrichters;
  d) de modellen van de biljetten die eventueel onder het publiek zullen verspreid worden;
  2° in drie exemplaren :
  e) een verklaring waarbij aan de beambten van het Ministerie van Financiën de toelating verleend wordt om aan de Ministers, die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, of aan hun afgevaardigde, alle inlichtingen te verstrekken betreffende het voorwerp van dit besluit en die voortvloeien uit het toezicht van deze ambtenaren in verband met de toepassing van de belasting op de prijzen en de weddenschappen.
  Deze bescheiden worden ondertekend en gedagtekend door de inrichters.

Art.3. De Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, delen hun beslissing mede binnen de twintig dagen na de indiening van de aanvraag. Deze termijn kan met twintig dagen verlengd worden. In dit geval moet de inrichter hiervan ingelicht worden.
  Wanneer er binnen de voorziene termijnen geen beslissing getroffen werd is de vergunning van rechtswege toegestaan.

Art.4. Nadat de vergunning verleend werd kan slechts tweemaal een wijziging worden toegestaan van het reglement van de wedstrijd, het verdelingsplan der inzetten en de daarin vastgestelde aandelen en bedragen, alsook van het model van de biljetten die onder het publiek zullen verspreid worden.

Art.5. Tien percent van het brutobedrag der inzetten wordt bij iedere wedstrijd van weddenschappen op uitslagen van sportwedstrijden, die in België ingericht worden, door de inrichters afgedragen aan het Nationaal Sportfonds, de vijftiende dag van de maand die volgt op de maand waarin de sportwedstrijden, waaromtrent een wedstrijd van weddenschappen werd ingericht, plaats hadden.
  Veertien percent van het brutobedrag der inzetten wordt bij iedere wedstrijd van weddenschappen op uitslagen van sportwedstrijden, die in het buitenland ingericht worden, door de inrichters afgedragen aan het Nationaal Sportfonds, de vijftiende dag van de maand die volgt op de maand waarin de sportwedstrijden, waaromtrent een wedstrijd van weddenschappen werd ingericht, plaats hadden.
  Wanneer er pluraliteit van heffing bestaat, ingeval er in het buitenland biljetten voor deelneming aan in België ingerichte wedstrijden worden verspreid of uitgedeeld, dan kan dit aandeel door de ministers die de lichamlijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben op advies van de Hoge Raad voor lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven, beperkt worden.

Art.6. Op advies van de Hoge Raad voor lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven kunnen de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben een gehele of gedeeltelijke vrijstelling toestaan van de verplichting om het aandeel voorzien in artikel 5 te storten aan het National Sportfonds wanneer de wedstrijd van weddenschappen bij gelegenheid werd ingericht en ten bate van liefdadigheidswerken.
  De aanvragen worden, onder gesloten omslag, ingediend bij de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben.

Art.7. Het aandeel dat bestemd is voor de sportverenigingen op wiens kalender de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben, mag 5. h. van het brutobedrag der inzetten niet overschrijden.

Art.8. Om een vergunning te bekomen moet de inrichter van wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen, die biljetten voor deelneming onder het publiek verspreidt of doet uitdelen, aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° de biljetten moeten genummerd en samengesteld zijn uit luiken waarvan het origineel, door de deelnemer ingevuld, dient voor het depouillement;
  2° een kopie van het oorspronkelijk luik wordt verzegeld voor het begin van de sportwedstrijden waarop wedstrijden van weddenschappen ingericht werden;
  3° de bij 2° bedoelde kopie van dit artikel werdt bekomen door een carbonpapier dat deel uitmaakt van het biljet.
  Eventueel mag de kopie bekomen worden door een ander middel dat dezelfde waarborgen biedt en dat aanvaard werd door de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben.
  In dit geval worden de aanvragen ingediend bij de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben;
  4° de inrichter laat het verzegelen, waarvan sprake in het 2° van dit artikel, uitvoeren door een deurwaarder die aangenomen werd door de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben; de aanvragen worden ingediend bij de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben;
  5° de inrichter laat bij hen een samenvattende staat toekomen waarop de nummers van de biljetten en het bedrag van de overeenkomstige inzetten, die door zijn eventuele aangestelden aanvaard zijn, voorkomen.
  De inrichter maakt een gelijkaardige staat op van de biljetten die hij ontvangt;
  6° wanneer vastgesteld is dat het oorspronkelijk luik dat diende bij het depouillement, recht geeft op een prijs die tenminste 1/2 pro mille van het brutobedrag der inzetten van deze wedstrijd dedraagt, dan wordt dit luik door de deurwaarder, voorzien bij het 4° van dit artikel, vergeleken met het overeenstemmend onder zegel geplaatst luik.
  Wanneer het een onderneming betreft, die samenwerkt met het buitenland, en wanneer vastgesteld werd dat het oorspronkelijk luik dat diende bij het depouillement in het buiteland recht geeft op een prijs die tenminste 1/2 pro mille van het brutobedrag der inzetten bedraagt, dan controleert de hogervermelde deurwaarder het in België onder zegel geplaatst luik en gaat na of de aantekeningen die er op voorkomen al dan niet overeenstemmen met de uit het buitenland ingediende inlichtingen.
  De kopieën der biljetten die het voorwerp uitmaken van een betwisting worden op gelijkaardige wijze door de hogervermelde deurwaarder onderzocht;
  7° de winnaars van een prijs bedoeld bij het 6° van dit artikel, worden door de inrichter op de hoogte gesteld van hun prijs binnen de vijf vrije dagen na de datum van de sportwedstrijden waarop de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben.
  De inrichter aanvaardt de klachten der deelnemers tot en met de elfde dag na de datum van de sportwedstrijden waarop de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben;
  8° de deuwaarder, bedoeld bij het 4° van dit artikel, ontzegelt de tiende dag na de datun van de sportwedstrijden waarop de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben.
  Nochtans kunnen de Ministers, die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, de toelating geven tot een voorlopige ontzegeling in de aanwezigheid benevens de deurwaarder voorzien op 4° van het huidig artikel, van een door hen aangeduide beambte.
  De aanvragen worden ingdiend bij de Ministers die de lichamelijkde opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben.
  Voor elke voorlopige zegellichting moeten de deurwaarder en de door de Ministers aangewezen ambtenaar vanwege de inrichters van de wedstrijd schriftelijk kennis hebben gekregen van de lijst van de winnaars eoals die blijkt uit de ontleding van de oorspronkelijke luiken van de deelnemingsbiljetten.
  Zijn vergelijken de oorspronkelijke luiken met de kopieën van de biljetten ten overstaan van de gemachtigde van de inrichters;
  9° de deurwaarder, bedoeld bij het 4° van dit artikel, stelt een proces-verbaal op van de verrichtingen en vaststellingen en zendt een dubbel hierva, binnen de vier dagen, aan de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben;
  10° de prijzen worden door de inrichter betaald binnen de dertig vrije dagen na de datum van de sportwedstrijden waarop de wedstrijden van weddenschappen betrekking hebben.

Art.9. _ De inrichters van weddenschappen op uitslagen van sportwedstrijden verbinden zich, met betrekking tot de aanduidingen die aan het publiek verstrekt worden betreffende het reglement, het bedrag der inzetten en hun verdeling nauwkeurig de werkelijkheid te eerbiedigen.
  Het bedrag der vaste prijzen, die het voorwerp uitmaken van bekendmaking, zal steeds voorafgegaan worden door de woorden "Vaste prijzen".
  De inzetten moeten overeenstemmen met de bedragen vermeld op de modellen der biljetten ingediend overeenkomstig artikel 2, d.

Art.10. Op de biljetten en andere bescheiden die onder het publiek verspreid worden, moet de volgende aanduiding voorkomen :
  "Vergunning verleend in toepassing va de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sportbeoefening en het openluchtleven, evenals het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten."

Art.11. De inrichters van een wedstrijd van weddenschappen waaraan bij toepassing van dit besluit vergunning werd verleend, maken aan de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, een door de ontvanger van de belastingen voor eensluidend verklaard dubbel over van de bescheiden die zij aan de Administratie van de Belastingen toesturen.

Art.12. Zijn vrijgesteld van de bepalingen voorzien onder artikel 8, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8° en 9° van dit besluit, de inrichters van wedstrijden van weddenschappen waarvan de onderneming beantwoordt aan de volgende voorwaarden :
  a) geen winst voor de inrichter;
  b) algemene onkosten lager dan 5 % van het brutobedrag des inzetten;
  c) het aantal eventuele tussenpersonen mag drie niet te boven gaan;
  d) bruto-ontvangst lager dan 10 000 F per wedstrijd.
  (NOTA : Voor de Franse Gemeenschap wordt het bedrag van 10 000 F vervangen door het bedrag van 250 EUR <BFG 2001-11-08/51, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>)

Art.13. De vergunning kan worden ingetrokken wanneer de inrichters van wedstrijden en van weddenschappen op sportuitslagen de bepalingen van artikel 9 van dit besluit niet eerbiedigen; waanneer de voorwaarden bepaald in de artikelen 5, 7, 8, en 10 van dit besluit niet worden nageleefd; wanneer het toezicht, voorzien bij artikel 5 van de wet van 26 juni 1963, verhinderd wordt of wanneer opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt worden in de bescheiden bedoeld onder artikel 2, littera's a, b, c, en d, en onder artikel 11, van dit besluit.
  De intrekking van een vergunning geschiedt met een opzeggingstermijn van tenminste acht dagen, die aanvangt bij de ontvangst van een bij de post aangetekend schrijven, waarbij de intrekking en de redenen ervan bekendgemaakt worden.

Art.14. De aanvragen, beslissingen en mededelingen die voortvloeien uit de toepassing van dit besluit worden verzonden door een bij de post aangetekend schrijven. De datum van het postmerk bepaald de datum van het bescheid.

Art.15. De vergunningen, die betrekking hebben op weddenschappen op sportwedstrijden die moeten doorgaan tot op de dertigste dag na het verschijnen van het huidig besluit, toegestaan door de Ministers die de lichamelijke opvoeding en de sport onder hun bevoegdheid hebben, in toepassing van artikel 1 van de wet van 18 mei 1962, die de wet van 15 maart 1956 wijzigt bij de stichting van het Nationaal Instituut voor de Lichamelijke Opvoeding en de Sport, worden vernietigd dertig dagen na het verschijnen van voormoemd besluit.
  Zij blijven onderworpen aan de schikkingen van het koninkijk besluit van 21 augustus 1957.

Art.16. Het koninklijk besluit van 21 augustus 1957 betreffende de vergunning tot organiseren van wedstrijden van weddenschappen op sportluitslagen is opgeheven.

Art.17. Onze Minister van Nationale Opvoeding en van Cultuur, Onze Minister van Cultuur, Adjunct voor Nationale Opvoeding, en Onze Minister van Financiën zijn gelast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 18. Dit besluit wordt van kracht de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.