28 JUNI 1962. - Ministerieel besluit betreffende het behalen van het bekwaamheidsgetuigschrift in bosbouwkunde.
Art. 1-3
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> De deelneming aan het examen met het oog op het bekomen van het bekwaamheidsgetuigschrift, waarvan sprake in het koninklijk besluit van 6 september 1902, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 juli 1937, is afhankelijk van de voorlegging van :
1° een getuigschrift, waarbij bevestigd wordt dat de lessen, gegeven door het Bestuur van Waters en Bossen of in een onderwijsinstelling door lesgevers die houder zijn van een diploma van landbouwkundig ingenieur, groep waters en bossen, regelmatig gevolgd werden.
Het examenprogramma is dit opgesteld onder vorm van vragenlijst door de studiecommissie opgericht bij koninklijk besluit van 2 augustus 1905;
2° een getuigschrift van praktische bevoegdheid af te leveren door de e.a. ingenieur-dienstchef na een proef ondergaan op het terrein in het bijzijn van voornoemde, de Rijksingenieur van Waters en Bossen, houtvesterijoverste, een brigadechef en twee technisch beambten van de omschrijving.
Enkel de e.a. ingenieur, de ingenieur en de brigadechef mogen punten toekennen en het getuigschrift ondertekenen, dat zal afgeleverd worden aan de kandidaten die ten minste 3/5 der punten bekomen hebben.
Art.2. <Zie nota onder TITEL> Het ministerieel besluit van 25 maart 1937 wordt opgeheven.
Art. 3. <Zie nota onder TITEL> Dit besluit is van kracht de dag van zijn verschijning in het Belgisch Staatsblad.