Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JULI 1961. - Wet tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade. (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij DVR 1991-07-24/30, art. 43)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

 



Artikels:

Artikel 1. De houders van het jachtrecht staan in voor de schade welke aan de velden, vruchten en oogsten wordt toegebracht door herten, reeën, damherten, wildschapen en everzwijnen welke te voorschijn komen uit de bospercelen waarop zij het jachtrecht hebben; zij kunnen noch toeval noch heirkracht inroepen.
  Indien de gedaagde het bewijs levert dat het wild van een of meer andere jachtgebieden dan het zijne voortkomt, kan hij de houders van het jachtrecht op die jachtgebieden in de zaak roepen en deze kunnen, in dat geval, tot herstelling van de gehele schade of van een deel van de schade veroordeeld worden.

Art.2. De vordering wordt gebracht vóór de vrederechter van de plaats waar de schade werd veroorzaakt.
  De rechter doet uitspraak naar billijkheid, rekening houdend met de plaatselijke toestand en met alle elementen die zijn overtuiging kunnen beïnvloeden. Eventueel verdeelt hij de last van de herstelling van de schade, zo de dieren afkomstig zijn van pachtgronden waarop verscheidene personen houder zijn van het jachtrecht.

Art.3. De vordering moet ingesteld worden binnen zes maanden na de schade en, wat de landbouwteelten betreft, vóór het binnenhalen van de oogst.
  Zij kan ingesteld worden tegen de eigenaar der goederen, zo de houder van het jachtrecht zich niet heeft doen kennen, tenzij bedoelde eigenaar laatstgenoemde doet dagvaarden tot tussenkomst en tot vrijwaring.
  De eigenaar van de beschadigde oogst kan zijn toevlucht nemen tot de procedure omschreven in artikel 7bis van de wet van 28 februari 1882 op de jacht, met het oog op de vergoeding van de konijnenschade.
  Evenwel, wat voornoemd artikel 7bis betreft, zijn de bepalingen van het eerste lid, betreffende de dubbele schadevergoeding, en deze van het laatste lid, betreffende het recht tot hoger beroep, niet toepasselijk op de schade van het in voornoemd artikel 1 bedoeld wild.

Art.4. <Wijzigingsbepaling>

Art. 5. <Wijzigingsbepaling>