Details



Externe links:

Justel
Reflex



Titel:

30 APRIL 1958. - Wet [betreffende de handelingsbekwaamheid van de minderjarige voor sommige spaarverrichtingen] (W 04-07-1985, art. 1, BS 14-08-1985).



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000003478 



Artikels:

Artikel 1. (...) <W 1976-07-14/33, art. 4 (art. 43, 1°)>

Art.2. De ontvoogde minderjarige wordt als meerderjarig beschouwd in zijn betrekkingen met (de Algemene Spaar- en Lijfrentekas en de private spaarkassen die onderworpen zijn aan de bepalingen betreffende de controle op die kassen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 23 juni 1967). (De ontvoogde minderjarige wordt (...) eveneens als meerderjarig beschouwd in zijn betrekkingen met:
  1) de ondernemingen bedoeld in artikel 1, tweede lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1937 en de besluitwet van 23 december 1946;
  2) de ondernemingen vermeld in de lijst opgesteld ter uitvoering van artikel 2, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit.) <W 1976-07-14/33, art. 4 (art. 43, 2°)> <W 04-07-1985, art. 2, 1° en 2°, BS 14-08-1985>
  (De niet ontvoogde minderjarige kan bij de in het eerste lid aangewezen kassen of ondernemingen een spaar- of depositoboekje op zijn naam laten openen zonder toedoen van zijn wettelijke vertegenwoordiger.) <W 16-03-1964, art. 2, BS 19-03-1964>
  (Behoudens verzet van zijn wettelijke vertegenwoordiger is de niet-ontvoogde minderjarige die volle zestien jaar oud is, bevoegd om zelf de geldsommen op te vragen die zijn ingeschreven op het door hem geopende spaar- of depositoboekje; hij kan echter, zonder de toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger, in de loop van dezelfde maand niet meer dan (125 EUR) opvragen. <KB 2000-07-20/58, art. 11, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  De Koning kan het in het derde lid bepaalde bedrag wijzigen, rekening houdend met de economische en sociale evolutie.) <W 04-07-1985, art. 2, 3°, BS 14-08-1985>

Art. 3. <L 16-03-1964, art. 3, MB 19-03-1964> Het (in artikel 2) bedoelde verzet wordt ingesteld, vervolgd en berecht volgens de regelen van de rechtspleging van gemeen recht, behoudens de volgende afwijkingen: <W 1976-07-14/33, art. 4 (art. 43, 3°)>
  Het exploot tot verzet wordt betekend aan de persoon of aan een van de personen belast met het dagelijks beheer van de (spaarkas) of van de onderneming die het spaar-of depositoboekje heeft geopend, en vermeldt, op straffe van nietigheid, de hoedanigheid waarin hij die verzet doet, handelt, benevens de naam, de voornamen, geboorteplaats en -datum van de minderjarige (...). <W 1976-07-14/33, art. 4 (art. 43, 4°)>
  Binnen acht dagen te rekenen van de datum der betekening van het exploot, is hij die verzet doet, op straffe van nietigheid van zijn verzet, gehouden de minderjarige (...) tot geldigverklaring te dagvaarden en de persoon of een van de personen belast met het dagelijks beheer van de (spaarkas) of van de onderneming die het spaar- of het depositoboekje heeft geopend, de eis tot geldigverklaring aan te zeggen. <W 1976-07-14/33, art. 4 (art. 43, 4°)> <W 04-07-1985, art. 3, BS 14-08-1985>
  De termijn om verzet aan te tekenen of om hoger beroep in te stellen bedraagt acht dagen, te rekenen van de betekening van het vonnis; de termijn om zich in cassatie te voorzien bedraagt vijftien dagen.
  De in kracht van gewijsde gegane beslissing wordt betekend aan de persoon of aan een van de personen belast met het dagelijks beheer van de (spaarkas) of van de onderneming die het spaar- of het depositoboekje heeft geopend. <W 04-07-1985, art. 3, BS 14-08-1985>
  De betekeningen aan de personen belast met het dagelijks beheer kunnen bij ter post aangetekende brief worden gedaan.