2 MEI 1956. - Wet op de postcheck. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1991 en tekstbijwerking tot 27-04-2018)
HOOFDSTUK I. - DE POSTCHECK.
Art. 1-8
HOOFDSTUK II. DE POSTASSIGNATIE.
Art. 9-11
HOOFDSTUK III. - DE POSTOVERSCHRIJVING.
Art. 12-14
HOOFDSTUK IV. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN.
Art. 15-19
HOOFDSTUK V. VERHAAL WEGENS NIET-BETALING.
Art. 20-27
HOOFDSTUK VI. BIJKOMENDE BEPALING.
Art. 28-29
1992014242 1995014171 1995014183 2007011267 2007011281 2013003122
HOOFDSTUK I. - DE POSTCHECK.
Artikel 1.<W 2-07-1981, art. 26> § 1. De postcheck is de titel waarbij de houder van een postcheckrekening aan (DE POST) order geeft op het beschikbaar tegoed een gerede betaling op zicht te verrichten. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
De beschikbaarheid van fondsen kan voortkomen uit een overeenkomstig de wet van 26 december 1956 op de postdienst toegestane kasfaciliteit.
§ 2. De postcheck moet worden gesteld op een door (DE POST) afgegeven formulier. Hij moet het te betalen bedrag vermelden, en door de houden van de postcheckrekening of door zijn gemachtigde gedagtekend en ondertekend zijn. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
De titel waarop een van de in het eerste lid aangeduide vermeldingen ontbreekt of die niet is gesteld op een formulier van [1 bpost]1, geldt niet als check. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
(Het bedrag op een postcheque die uitgegeven is vóór 31 december 2001 en die in België betaalbaar is, wordt geacht uitgedrukt te zijn in Belgische frank bij gebrek aan enige aanduiding van de munteenheid op de daarvoor bestemde plaats op de uitgegeven postcheque.) <W 1999-05-03/31, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.2. De postcheck kan niet geëndosseerd worden. Zij is vrij van zegelrecht.
Art.3.De postcheck is op naam of aan toonder.
De check op naam vermeldt naam en adres van de rechthebbende. Zolang zij niet in een postassignatie is omgezet door haar geldigmaking door [1 bpost]1, is zij betaalbaar zoals de check aan toonder, behalve dat de rechthebbende van zijn identiteit moet doen blijken. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
De check op naam is individueel of collectief, naar gelang het gedrag aan één of meer rechthebbenden moet worden betaald.
De check aan toonder vermeldt geen naam van rechthebbende. Zij is slechts betaalbaar op (DE POST) (...). De betaling geschiedt zonder dat enig identiteitsbewijs vereist is. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992> <KB 1992-09-14/37, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
(Op de voordracht van de Minister onder wie DE POST ressorteert) en van de Minister van Financiën, kan de Koning echter, onder de voorwaarden welke Hij vaststelt, toestaan dat de check aan toonder of op naam uitbetaald wordt door financiële of kredietinstellingen behorend tot de categorieën welke Hij bepaalt. <KB 1992-09-14/37, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.4. <W 2-07-1981, art. 28> Het bedrag van een per postcheck gegeven order is onbeperkt.
Art.5.<W 2-07-1981, art. 29> De postcheck moet ter betaling worden aangeboden binnen zes maanden na de datum van uitgifte ervan. Dezelfde termijn geldt voor het overmaken aan [1 bpost]1 op naam met het oog op de geldigmaking ervan overeenkomstig artikel 9. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Behoudens de in de leden 3 en 4 van onderhavig artikel voorziene gevallen, wordt hij slechts uitbetaald zo het beschikbaar tegoed toereikend is.
Dit beschikbaar tegoed kan voortkomen uit een overeenkomstig de wet van 26 december 1956 op de postdienst toegestane kasfaciliteit.
(Op de voordracht van de Minister onder wie DE POST ressorteert) en van de Minister van Financiën, kan de Koning volgens regelen die Hij vaststelt : <KB 1992-09-14/37, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
1° de uitbetaling van postchecks zonder voorafgaande verificatie van het beschikbare tegoed toestaan;
2° de uitbetaling van postchecks aan de gerechtigde of aan toonder waarborgen, ongeacht het bedrag van het op het tijdstip van de aanbieding beschikbare tegoed.
De machtiging tot het trekken van gewaarborgde checks wordt gegeven onverminderd de eventuele toepassing van artikel 509bis van het Strafwetboek.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.6. Aanbieding bij een van de door de Koning aangewezen verrekeningskamers geldt als aanbieding ter betaling.
Art.7.Iedere houder van een postcheckrekening kan, binnen een termijn van zes maanden na de datum van uitgifte, de postchecks die te zijnen bate zijn uitgegeven aan [1 bpost]1 overmaken om op het credit van zijn rekening of van dat ener bepaalde bank te worden geboekt. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
De titels moeten vooraf gekruist worden en tussen de twee lijnen de rekening aanwijzen op het credit waarvan het bedrag van de postcheck moet worden geboekt.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.8.De postcheck op naam die de rechthebbende aan [1 bpost]1 voor geldigmaking overmaakt, moet een der volgende vermeldingen dragen : "Overgemaakt door de rechthebbende" of "Aan de rechthebbende terug te zenden bij niet-betaling". <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
In het eerste geval wordt de rechthebbende kennis gegeven van de niet-betaling van de postcheck; in het tweede geval wordt de titel hem teruggezonden.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
HOOFDSTUK II. _ DE POSTASSIGNATIE.
Art.9.De postassignatie is een postcheck op naam die door [1 bpost]1 is geldig gemaakt om door [1 bpost]1 (...) te worden uitbetaald. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992> <KB 1992-09-14/37, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Zij is slechts betaalbaar aan de rechthebbende of zijn mandataris. Deze moeten van hun identiteit doen blijken.
Zij kan niet geëndosseerd worden.
De assignatie kan door de rechthebbende worden gekruist, hetzij ten bate van zijn postcheckrekening, hetzij ten bate van de rekening van een bepaalde bank. In dat geval wordt het bedrag er van op het credit van de vermelde rekening geboekt.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.10.De postassignatie is betaalbaar op zicht gedurende een termijn van dertig dagen te rekenen van de datum van geldigmaking.
,Na het verstrijken van die termijn, is zij slechts betaalbaar na door [1 bpost]1 voor datum geviseerd te zijn. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.11. (Opgeheven) <W 2003-05-22/41, art. 129, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2012, met uitzondering van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister, de FOD Budget en Beheerscontrole, de FOD Personeel en Organisatie, de FOD Informatie- en Communicatietechnologie en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Inwerkingtreding : 01-01-2009 (zie art. 134 van dezelfde wet)>
HOOFDSTUK III. - DE POSTOVERSCHRIJVING.
Art.12.<W 2-07-1980, art. 30> De postoverschrijving is de titel waarbij de houder van een postcheckrekening aan [1 bpost]1 order geeft zijn beschikbaar tegoed geheel of gedeeltelijk op een andere rekening over te boeken. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Zij is individueel of collectief, naargelang het bedrag op de rekening van één of van meer rechthebbenden moet worden overgeboekt.
Zij moet het uit te betalen bedrag aanduiden, gedagtekend en ondertekend zijn door de houder van de postcheckrekening of door zijn gemachtigde. Die vermeldingen zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid.
(Het bedrag op een postoverschrijving die uitgegeven is vóór 31 december 2001 ten laste van een postrekening-courant wordt geacht uitgedrukt te zijn in Belgische frank bij gebrek aan enige aanduiding van de munteenheid op de daarvoor bestemde plaats op de uitgegeven postoverschrijving.) <W 1999-05-03/31, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
Het beschikbare rekeningtegoed kan voortkomen uit een overeenkomstig de wet van 26 december 1956 op de postdienst toegestane kasfaciliteit.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.13.De postoverschrijving die de rechthebbende aan [1 bpost]1 voor uitvoering overmaakt, moet één der volgende vermeldingen dragen : "Overgemaakt door de rechthebbende" of "Aan de rechthebbende terug te zenden in geval van niet-uitvoering". <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
In het eerste geval wordt de rechthebbende kennis gegeven van de niet-uitvoering der postoverschrijving; in het tweede geval wordt de titel hem teruggezonden.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.14.De postoverschrijving moet aan [1 bpost]1 binnen zes maanden na de uitgifte voor uitvoering worden overgemaakt. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
HOOFDSTUK IV. _ GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN.
Art.15.De houder van een postcheckrekening is aansprakelijk voor de orders gegeven op de postcheck- of postoverschrijvingsformulieren die hem door [1 bpost]1 zijn bezorgd. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Hij draagt namelijk al de gevolgen die voortvloeien uit het verlies, de diefstal of het verkeerd gebruik van de postcheck- of postoverschrijvingsformulieren.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.16.In geval van verlies, diefstal of verkeerd gebruik van postcheck- of postoverschrijvingsformulieren, kan de trekker, de ondertekenaar of de rechthebbende, zolang de order niet is uitgevoerd, tegen de uitvoering verzet aantekenen.
Het verzet moet zo spoedig mogelijk ter kennis van [1 bpost]1 worden gebracht en binnen vier en twintig uren na de ontdekking van de feiten bij een ter post aangetekende brief worden bevestigd. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Het verzet is geldig gedurende twee jaar.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.17.[1 bpost]1 is van alle aansprakelijkheid ontheven : <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
1° als het zich gevoegd heeft naar de onderrichtingen van de trekker of de ondertekenaar van een in de vorm regelmatig order;
2° als de betaling van een check, de bestelling of de betaling van een assignatie, de uitvoering van een postoverschrijving die ten onrechte werden verricht, te wijten zijn aan de daad of de nalatigheid van de trekker of van de ondertekenaar, van de houder of van de rechthebbende;
3° als het verlies van de titels te wijten is aan de daad of de nalatigheid van de trekker of ondertekenaar, de houder of de rechthebbende.
Onder de daden of nalatigheden, in 2° en 3° bedoeld, vallen :
a) het verzuim van de houder van een postcheckrekening die zijn adresverandering of de herroeping van de macht van de lasthebber aan [1 bpost]1 niet heeft opgegeven; <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
b) het toezenden aan [1 bpost]1 van een check aan toonder; <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
c) alle onjuiste, onverenigbare of onvolledige vermeldingen op de postchecks, -assignaties of -overschrijvingen.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.18.Het tegoed van de rekeningen, op welker debet of crediet gedurende tien jaren geen enkele verrichting heeft plaats gehad, vervalt wegens verjaring (aan [1 bpost]1). Die termijn van tien jaar gaat in, na verstrijken van het jaar waarin de laatste verrichting heeft plaats gehad. <W 1991-03-21/30, art. 153, § 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.19.<W 1991-03-21/30, art. 153, § 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992> De foto- of microfotocopieën, de magnetische, elektronische of optische kopieën van documenten in het bezit van [1 bpost]1, hebben dezelfde bewijskracht als de originelen waarvan zij, behoudens tegenbewijs, een getrouwe kopie zijn, wanneer zij door DE POST werden gemaakt.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
HOOFDSTUK V. _ VERHAAL WEGENS NIET-BETALING.
Art.20.Onverminderd artikel 445 van het Wetboek van koophandel, heeft de rechthebbende van een postcheck of een postoverschrijving ten opzichte van de schuldeisers van de trekker of de ondertekenaar, een schuldvordering, bevoorrecht op de sommen die [1 bpost]1 bij de aanbieding van de postcheck of de postoverschrijving schuldig was. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.21.De houder van een postcheck, onverschillig of deze op naam is of aan toonder, kan op de trekker verhaal nemen, indien de weigering van betaling binnen de termijn voor aanbieding ter betaling wordt vastgesteld :
hetzij bij een authentieke akte of protest;
hetzij bij een verklaring van [1 bpost]1 (...), die gedagtekend en geschreven is op de postcheck, met aanduiding van de dag der aanbieding; <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992> <KB 1992-09-14/37, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
hetzij bij een gedagtekende verklaring van een verrekeningskamer, waarin wordt vastgesteld dat de postcheck tijdig is aangeboden en niet betaald is.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.22.De rechthebbende van een postcheck op naam of van een postoverschrijving door hem aan (DE POST) overgemaakt, kan op de trekker of de ondertekenaar verhaal nemen indien de niet-geldigmaking van de check op naam of de niet-uitvoering voor de overschrijvingsorder vastgesteld is binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag van uitgifte, hetzij bij een kennisgeving van [1 bpost]1, hetzij door de terugzending van de order. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.23. De houder van een check of de rechthebbende van een in artikel 22 bedoelde titel, moet van de niet-betaling of van de niet-geldigmaking van de check op naam of van de niet-uitvoering van de overschrijvingsorder kennis geven binnen vier werkdagen, te rekenen van de dag van het protest of de daarmee gelijkstaande verklaring of van de dag van de vaststelling.
Hij kan zulks doen in om het even welke vorm, zelfs door de postcheck of de postoverschrijving, eenvoudig terug te zenden.
Hij moet bewijzen dat hij de kennisgeving binnen de gestelde termijn heeft gedaan. Deze termijn wordt geacht te zijn in acht genomen wanneer de brief tot kennisgeving binnen de vermelde termijn is gepost.
Hij die de kennisgeving niet binnen de gestelde termijn doet, verliest zijn rechten niet; hij is echter, zo daartoe gronden zijn, aansprakelijk voor de schade door zijn nalatigheid veroorzaakt, zonder dat de schadevergoeding het bedrag van de postcheck of de postoverschrijving kan te boven gaan.
Art.24. De houder van een check of de rechthebbende van een in artikel 22 bedoelde titel kan bij niet-betaling of bij niet-geldigmaking van de check op naam of bij niet-uitvoering van de overschrijvingsorder, terugvorderen :
1° het bedrag van de check of van de overschrijving;
2° de interest berekend tegen de wettelijke rentevoet in burgerlijke zaken voorgeschreven, met ingang van de dag der aanbieding of overmaking;
3° de kosten van het protest van de daarmee gelijkstaande verklaring of van de vaststelling, die van de gedane kennisgeving, alsmede de andere kosten.
Art.25.De houder van een wegens niet-betaling geprotesteerde check kan, indien het geschil tot de bevoegdheid van de [1 ondernemingsrechtbank]1 behoort, met het verlof van de (beslagrechter), conservatoir beslag leggen op de roerende zaken van de trekker. <W 10-10-1967, art. 3>
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 007; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.26. In geval van overmacht worden de termijnen gesteld in de artikelen 5, 14, 21 en 22 geschorst.
De houder of de rechthebbende van de titel is verplicht de trekker of de ondertekenaar onverwijld schriftelijk kennis te geven van de overmacht en deze kennisgeving, door hem gedagtekend en ondertekend, op de keerzijde van de postcheck of de overschrijving te vermelden.
Hij die de kennisgeving niet doet, is, zo daartoe gronden zijn, aansprakelijk voor de schade door zijn nalatigheid veroorzaakt, zonder dat de schadevergoeding het bedrag van de postcheck of de overschrijving kan te boven gaan.
Art.27. Verjaren :
1° door verloop van zes maanden te rekenen van de datum van uitgifte, elk verhaal uit hoofde van de postcheck;
2° door verloop van zes maanden te rekenen van de overboeking of, zo er geen overboeking is geschied, van datum van uitgifte, elk verhaal uit hoofde van een overschrijvingsorder;
(3° door verloop van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van geldigmaking, elk verhaal uit hoofde van een postassignatie.) <W 6-02-1970, art. 10>
HOOFDSTUK VI. _ BIJKOMENDE BEPALING.
Art.28. <Wijzigingsbepaling>
Art. 29. De Koning stelt de datum vast, waarop deze wet in werking treedt. Op die datum worden opgeheven de bepalingen in de wet van 20 Juni 1873, die op de postcheck toepasselijk zijn.