Details



Externe links:

Justel
Reflex



Titel:

13 DECEMBER 1954. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij.



Inhoudstafel:

TITEL I. - Bijzondere bepalingen betreffende het vissen met vergunning.
HOOFDSTUK I. - Vergunningen afgegeven krachtens internationale overeenkomsten.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Vergunningen voor palingvisserij.
Art. 5-8
TITEL II. - Visverlof.
Art. 9-13
TITEL III. - Visserijpolitie.
HOOFDSTUK I. - Bepaling van de hengel.
Art. 14
HOOFDSTUK II. - Tijden, seizoenen en uren gedurende welke het vissen verboden is.
AFDELING I. - Algemene bepalingen.
Art. 15-22
AFDELING 2. - Bijzondere bepalingen. <Nota: voor wat het kanaal van Brussel voor de Rupel betreft, zie KB 18-8-1975, art. 75, c:
het is verboden te vissen op minder dan 100 meter van de sluizen, op aanlegsteigers en op alle plaatsen waar dit de scheepvaart hindert.>
Albertkanaal.
Art. 23
Amblève.
Art. 24-25
(Boudewijnkanaal.) <KB 7-7-1959, art. 5>
Art. 25bis
Biesmelle.
Art. 26
Burnot.
Art. 27
Chiers.
Art. 28
Eau d'Heure.
Art. 29
(Kanaal van Gent naar Oostende) <KB 20-10-1961, art. 4>
Art. 29bis
Schelde (zie artikel 45).
Gileppe.
Art. 30
Hante.
Art. 31
Hermeton.
Art. 32
Lesse.
Art. 33-34
Maas.
Art. 35-37
Molignée.
Art. 38
Kanaal van Monsin.
Art. 39
Kanaal Nimy-Blaton.
Art. 40
Ourthe. <Nota: zie ook art. 63, § 2>
Art. 41-42, 42bis, 43-44, 44bis
Schelde.
Art. 45
Semois.
Art. 46-47
Thure.
Art. 48
Trouille.
Art. 49-50
Vesder.
Art. 51-52
Vire.
Art. 53
Viroin.
Art. 54-55
(Yzer.) <KB 20-11-1963, art. 14>
Art. 55bis
HOOFDSTUK III. - Verboden wijzen van vissen, verboden vistuigen en -toestellen.
Art. 56-57, 57bis
HOOFDSTUK IV. - Afmetingen, wijze van keuring der afmetingen en voorwaarden van gebruik van de geoorloofde vistuigen.
AFDELING 1. - Afmetingen en wijze van keuring der afmetingen.
Art. 58-59
AFDELING 2. - Gebruiksvoorwaarden.
Art. 60-61
hengel en elritsfles.
Art. 62-65
Kreeftennet en kreeftenroede.
Art. 66-67
Palingfuik (of spieringfuik).
Art. 68
Kruisnet.
Art. 69-70
Palingkasten.
Art. 71
Schepnetje en vishaak.
Art. 72
Paling- of spieringfuik, afsteeknet, slapende lijn, schakelnet, sleepnet.
Art. 73
HOOFDSTUK V. - Maat beneden welke sommige vissoorten weder te water moeten worden geworpen.
Art. 74-75
TITEL IV. - Slotbepalingen.
Art. 76-79



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL I. - Bijzondere bepalingen betreffende het vissen met vergunning.
HOOFDSTUK I. - Vergunningen afgegeven krachtens internationale overeenkomsten.
Artikel 1. <zie nota onder TITEL> Krachtens het reglement van 20 Mei 1843 worden visvergunningen verleend aan iedere inwoner van het koninkrijk België of van het koninkrijk der Nederlanden, die wil vissen in de Schelde beneden Antwerpen, van de lijn af welke verondersteld wordt getrokken te zijn van de ene oever van de stroom naar de andere, op de punten waar de beide aanlegplaatsen voor de overvaart van Antwerpen naar het Vlaams Hoofd gelegen zijn.

Art.2. <zie nota onder TITEL> Er zijn vier klassen van vergunningen, waarvan bestemming en prijs als volgt zijn vastgesteld:
  1° vergunning 1e klasse, tot het vissen met het schakelnet, het sleepnet en alle krachtens minder dure vergunningen geoorloofde vistuigen: 400 frank;
  2° vergunning 2e klasse, tot het vissen met het kruisnet vanaf een vaartuig: 300 frank;
  3° vergunning 3e klasse, tot het vissen met het afsteeknet, de palingfuik (of spieringfuik), slapende lijnen of weerhaken: 200 frank;
  4° vergunning 4e klasse, tot het vissen met het kruisnet van op de rand van het water: 150 frank.

Art.3. <zie nota onder TITEL> Om een vergunning te verkrijgen, moet de belanghebbende de prijs er van vooruit storten ten kantore van de ontvanger der registratie en domeinen van Antwerpen.
  De vergunningen, waarvan de Minister van Landbouw het formulier vaststelt, worden op overlegging van het kwijtschrift van de ontvanger afgegeven door de houtvester van Antwerpen of zijn gemachtigde.

Art.4. <zie nota onder TITEL> Niemand die wegens overtreding van het bepaalde in het reglement van 20 Mei 1843, artikel 11 uitgezonderd, is veroordeeld, kan een nieuwe vergunning krijgen binnen twaalf maanden volgend op het verstrijken van de op het tijdstip der veroordeling lopende vergunning. Elke vergunning die tijdens de periode van verval is verkregen, is van rechtswege nietig.

HOOFDSTUK II. - Vergunningen voor palingvisserij.
Art.5. <zie nota onder TITEL> Er worden vergunningen verleend uitsluitend voor de palingvisserij in de onder artikel 7 genoemde waterlopen, kanalen en gedeelten van waterlopen en kanalen. <Nota: dit artikel werd opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij KB 3-4-1980, art. 1>

Art.6. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 1> Er zijn twee soorten vergunningen voor de palingvisserij met het kruisnet:
  1° vergunningen tot het vissen van paling vanaf een vaartuig;
  2° vergunningen tot het vissen van paling vanaf de rand van het water.
  <Nota: dit artikel werd opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij KB 3-4-1980, art. 1>

Art.7. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 2> De prijs der vergunningen voor palingvisserij vanaf een vaartuig is als volgt vastgesteld:
  1° voor de volgende gedeelten van de Yzer:
  a) tussen de kilometerpalen 20 en 24;
  b) tussen de kilometerpalen 26 en 30;
  c) van de Unicbrug tot de Iepersluis, te Nieuwpoort, evenals voor het door de Staat beheerde gedeelte van het afwateringskanaal van Veurne-Ambacht;
  d) in de kreek van Nieuwendam vanaf de Nieuwendammesluis tot aan de Jagerssluis te Nieuwpoort: 600 frank;
  2° voor de volgende gedeelten van het kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerke:
  a) vanaf Nieuwpoort tot aan de sluis van Nieuwpoort, te Veurne;
  b) de oude westelijke arm, genaamd "Oude Veurnevaart" vanaf zijn zuidelijk uiteinde tot aan de oude Veurnesluis, te Nieuwpoort;
  c) vanaf de hoeve genaamd "Oude Klokhof", te Veurne, tot aan de wegbrug, te Adinkerke: 400 frank;
  3° voor het kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort: 400 frank;
  4° voor de Lovaart, vanaf de Rozenbrug tot aan de uitmonding in het kanaal Nieuwpoort naar Duinkerke: 100 frank;
  5° voor het kanaal van Zelzate naar de Noordzee: 600 frank.
  De prijs voor de vergunning tot het vissen vanaf de rand van het water bedraagt de helft van de prijs der overeenstemmende vergunning tot het vissen vanaf een vaartuig.
  <Nota: dit artikel werd opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij KB 3-4-1980, art. 1>

Art.8. <zie nota onder TITEL> Om een of meer vergunningen te verkrijgen, moet de belanghebbende de prijs er van vooruit storten ten kantore van de ontvanger der registratie en domeinen in wiens ambtsgebied zijn verblijfplaats gelegen is.
  (De vergunningen worden op overlegging van het kwijtschrift van de ontvanger afgegeven door de rijksingenieur van waters en bossen te Brugge of Gent, of door zijn gemachtigde, naar gelang van het geval.) <KB 1-6-1972, art. 3>
  De vergunningen gelden voor het jaar waarin zij zijn afgegeven. Zij zijn persoonlijk; alleen de houders er van mogen het vistuig bedienen en de gevangen vis ophalen. <Nota: dit artikel werd opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij KB 3-4-1980, art. 1>

TITEL II. - Visverlof.
Art.9. <zie nota onder TITEL> <KB 2-12-1974, art. 1> Er zijn drie soorten van visverlof, waarvan bestemming en prijs als volgt zijn vastgesteld:
  1° verlof dat toelating geeft tot het vissen met één of met twee hengels, vanaf de rand van het water, alle dagen met uitsluiting van een zekere soort van forelvisserij, vermeld onder 2°; 250 frank;
  2° verlof dat toelating geeft tot:
  (a) de forelvisserij uitgeoefend vanaf de rand van het water, op de werkdagen, de zaterdag uitgezonderd, gedurende de tijd en in de gedeelten van de waterlopen waarvoor zij ondanks de sluiting van de visserij geoorloofd is.) <KB 15-6-1976, art. 1>
  b) alle visserij met één of met twee hengels vanaf een vaartuig: 750 frank;
  3° verlof dat toelating geeft tot: a) alle visserij met één of met twee hengels, anders verricht dan vanaf de rand van het water of vanaf een vaartuig;
  b) alle visserij met ander vistuig dan de hengel en de elritsfles, met uitzondering van de palingkast, waarvoor een tweede verlof van hetzelfde bedrag is vereist: 1 000 frank.
  Elk visverlof geeft het recht te vissen op de wijze die krachtens de minder dure visverloven is toegestaan.
  <Nota: voor het Vlaamse Gewest werden bij BREV 10-12-1986, art. 1 de bedragen ten belope van 250 frank, 750 frank en 1 000 frank, respectievelijk vervangen door 350 frank, 1 000 frank en 1 400 frank.>

Art.10. <zie nota onder TITEL> De visverloven gelden voor het jaar waarin zij zijn afgegeven. Zij zijn persoonlijk. <Nota: dit artikel werd voor het Brusselse Gewest bij KB 21-2-1983, art. 2 aangevuld door de volgende bepaling:
  Zij zijn slechts geldig voor zover zij afgeleverd zijn door een postkantoor gelegen in het Brusselse Gewest.
  De uitoefening van de visserij in het Brusselse Gewest op grond van een visverlof dat niet werd afgeleverd door een postkantoor gelegen in het Brusselse Gewest, wordt gelijkgesteld met het uitoefenen van de visserij zonder visverlof en wordt overeenkomstig artikel 7 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij bestraft; dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 15-12-1982, art. 2 aangevuld door de volgende bepaling:
  Zij zijn slechts geldig voor zover zij afgeleverd zijn door een postkantoor gelegen in het Vlaamse Gewest.
  De uitoefening van de visserij in het Vlaamse Gewest op grond van een visverlof dat niet werd afgeleverd door een postkantoor gelegen in het Vlaamse Gewest, wordt gelijkgesteld met het uitoefenen van de visserij zonder visverlof en wordt overeenkomstig artikel 7 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij bestraft; dit artikel werd voor het Waalse Gewest bij BEWG 19-1-1983, art. 1 vervangen door de volgende bepaling:
  Art. 10. De vergunningen zijn geldig voor het jaar tijdens hetwelke zij verleend worden. Zij zijn persoonlijk en dienen bij een in het Waalse Gewest gelegen postkantoor bekomen worden.
  Het vissen in het Waalse Gewest aan de hand van een in een postkantoor van een ander Gewest bekomen visverlof wordt gelijkgesteld met het vissen zonder verlof, op straf van het bepaalde bij artikel 7 van de wet van 1 juli 1954 op de visserij.>

Art.11. <zie nota onder TITEL> Elke veroordeling wegens visserijmisdrijf heeft tot gevolg het van rechtswege onttrekken van het visverlof en het verbod te vissen:
  1° gedurende vijf jaar aan hen die wegens overtreding van artikel 22 van de wet van 1 Juli 1954 zijn veroordeeld;
  (2° gedurende twee jaar, aan hen die bij toepassing van artikel 13, § 2, van voornoemde wet zijn veroordeeld.) <KB 10-8-1956, art. 1>
  3° gedurende één jaar aan hen die wegens enig ander visserijmisdrijf, met uitzondering van het zonder regelmatige vergunning vissen met de hengel, zijn veroordeeld.
  Elk verlof, dat tijdens de periode van verval is verkregen, is van rechtswege nietig.
  In geen enkel geval, worden de geheven rechten terugbetaald.
  De Minister van Landbouw kan degene, die het verzoekt, ontheffen van het verval van het recht om een verlof te verkrijgen.

Art.12. <zie nota onder TITEL> De visverloven, waarvan de Minister van Landbouw en de Minister van Verkeerswezen samen het formulier vaststellen, worden door de postkantoren afgegeven. (...) <KB 12-1-1970, art. 214, 12>

Art.13. <zie nota onder TITEL> (...) <Nota: deze alinea werd voor het brusselse Gewest bij KB 2-6-1983, art. 2 vervangen door de volgende alinea:
  Wordt van het verlof vrijgesteld al wie in het Brusselse Gewest niet woont en aan een openbaar aangekondigde, op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag ingerichte hengelwedstrijd tussen vissersverenigingen, deelneemt; deze vrijstelling is alleen geldig tijdens de werkelijke duur van de wedstrijd; deze alinea werd voor het Waalse Gewest bij BEWG 2-6-1983, art. 1 vervangen door de volgende alinea:
  Wordt van het verlof vrijgesteld al wie in het Waalse Gewest niet woont en aan een openbaar aangekondigde, op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag ingerichte hengelwedstrijd tussen vissersverenigingen, deelneemt; deze vrijstelling is alleen geldig voor de werkelijke duur van de wedstrijd; deze alinea werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 18-5-1983, art. 2 vervangen door de volgende alinea:
  Wordt van het verlof vrijgesteld al wie niet in het Vlaamse Gewest woont en aan een openbaar aangekondigde, op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag ingerichte hengelwedstrijd tussen vissersverenigingen deelneemt; deze vrijstelling is alleen geldig voor de werkelijke duur van de wedstrijd.>
  (Van het visverlof worden vrijgesteld op zaterdagen, de kinderen beneden de zestien jaar, die met één hengel vissen en vergezeld zijn van hun vader, moeder of voogd, voorzien van een visverlof.) <KB 15-6-1976, art. 3>

TITEL III. - Visserijpolitie.
HOOFDSTUK I. - Bepaling van de hengel.
Art.14. <zie nota onder TITEL> <KB 20-11-1963, art. 1> Onder hengel, wordt verstaan enig snoer, dat van een roede voorzien is, welke ook het gebruikte aas weze.
  De peur wordt met de hengel gelijkgesteld.

HOOFDSTUK II. - Tijden, seizoenen en uren gedurende welke het vissen verboden is.
AFDELING I. - Algemene bepalingen.
Art.15. <zie nota onder TITEL> Onverminderd de strengere bepalingen en onder voorbehoud van de afwijkingen betreffende de in afdeling 2 genoemde waterlopen en kanalen, is het verboden te vissen gedurende de tijden en uren, in de plaatsen en op de vissoorten, welke hierna zijn bepaald.

Art.16. <zie nota onder TITEL> Het vissen op kreeft en op de verschillende vissoorten is verboden gedurende de rijtijd, te weten:
  1° Van 1 October tot (daags voor de Zaterdag die de vierde Zondag van Maart voorafgaat), op zalm en forel; <KB 7-7-1959, art. 1>
  (2° van 1 februari tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat:) <KB 20-11-1963, art. 2>
  (a) op omber. Het vissen van snoek is verboden van 1 januari tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat.) <KB 15-6-1976, art. 4>
  (b) op baars, in alle waterlopen en kanalen van het door Samber en Maas begrensde zuidelijke gedeelte van het land, deze twee waterlopen inbegrepen.) <KB 20-11-1963, art. 2>
  3° van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot (de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat), op alle niet onder 1° en 2° genoemde vissoorten, behalve paling, grondel en elrits; <KB 25-7-1959, art. 2>
  4° van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot en met 31 Juli, op kreeft.
  Het vissen op kreeft is bovendien verboden van 15 September tot en met de vierde Zondag van Maart.
  Het onder 1° bepaalde verbod geldt echter niet voor het vissen op zalm met de hengel in de Maas beneden de samenvloeiing met de Ourthe.
  (In afwijking van het bepaalde onder 2°, is het vanaf de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat geoorloofd met de hengel op snoek te vissen in de kanalen, waterlopen en gedeelten, van waterlopen waar het vissen van 1 oktober tot daags voor de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat verboden is.) <KB 20-11-1963, art. 3>
  Alle kreeften en vissen die gevangen zijn gedurende de tijd waarin dit verboden is, moeten onmiddellijk weder te water worden geworpen. <Nota: dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 2, § 1 vervangen door de volgende bepaling:
  Gedurende de paaitijd is vissen naar elke soort vis - paling uitgezonderd - en naar kreeft verboden, en zulks meer bepaald:
  1° van 1 oktober tot en met 15 maart op alle soorten forel en zalm (geslacht Salmo);
  2° van 1 januari tot en met 31 mei, op snoek en vlagzalm;
  3° van 16 april tot en met 31 mei, op alle andere vissoorten;
  4° van 1 januari tot en met 31 juli op kreeften.
  Alle vissen en kreeften die gevangen werden gedurende de tijd waarin dit verboden is, moeten onmiddellijk terug in het water worden gezet.>

Art.17. <zie nota onder TITEL> Het is bovendien geheel verboden te vissen:
  1° van 1 October tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) in de niet bevaarbare noch vlotbare kanalen, waterlopen en gedeelten van waterlopen, van het door Samber en Maas begrensde zuidelijke gedeelte van het land; <KB 7-7-1959, art. 1>
  2° van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat). <KB 7-7-1959, art. 2>
  a) in de bevaarbare of vlotbare kanalen, waterlopen en gedeelten van waterlopen over het gehele land;
  b) in de niet bevaarbare noch vlotbare kanalen, waterlopen en gedeelten van waterlopen van het door Samber en Maas begrensde noordelijke gedeelte van het land;
  (3° van de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat tot daags voor de tweede zondag van juli, in de onder 2° bedoelde gedeelten van waterlopen en kanalen, die ter plaatse door de dienst van het bosbeheer zijn afgebakend.) <KB 20-11-1963, art. 4>
  <Nota: dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 2, § 2, vervangen door de volgende bepaling:
  Het is bovendien verboden te vissen:
  1° van 16 april tot en met 31 mei, in alle kanalen, waterlopen en gedeelten daarvan;
  2° van 1 juni tot en met 15 juli in de onder 1° bedoelde gedeelten van waterlopen en kanalen die ter plaatse door het Bestuur voor Landinrichting werden afgebakend.>

Art.18. <zie nota onder TITEL> (In afwijking van de artikelen 16 en 17, 2°, is het van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met 1 mei, op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen, geoorloofd te vissen met één peur en te vissen op alle vissoorten met behulp van één hengel die van één enkelvoudige vishaak is voorzien en vanaf de rand van het water wordt bediend, en zonder gebruikmaking van het schepnet, in alle waterlopen en kanalen van het door Samber en Maas begrensde noordelijke gedeelte van het land evenals in de grensscheidende Maas beneden de enclave van Maastricht, behalve in de paaiplaatsen die ter plaatse door de dienst van het bosbeheer zijn aangeduid.) <KB 27-11-1970, art. 3>
  (In afwijking van het bepaalde in het eerste lid mag in het Vlaamse Gewest wel gebruik worden gemaakt van het schepnet.) <KB 6-2-1981, art. 1>
  <Nota: dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 2, § 3, vervangen door de volgende bepaling:
  Een volledig, gedurende het gehele jaar door durend verbod geldt voor het vissen op volgende vissoorten:
  - grote modderkruiper (Misgurnus fossilis);
  - kleine modderkruiper (Cobitis taenia);
  - bermpje (Nemacheilus barbatulus);
  - zeeforel (Salmo trutta trutta);
  - bittervoorn (Rhodeus sericeus);
  - rivierdonderpad (Cottus gobio);
  Alle vissen behorende tot één van deze soorten, die worden gevangen, moeten onmiddellijk terug in het water worden gezet.>
  <NOTA : Voor het Vlaamse gewest wordt artikel 18, eerste lid aangevuld met de volgende bepaling :
  " zalm (Salmo salar) " (BVE 1989-11-29/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 18-05-1990)>

Art.19. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen:
  1° van 1 October tot 31 Maart, van zonsondergang tot zonsopgang;
  2° van 1 April tot 30 September, van een half uur na zonsondergang tot een half uur voor zonsopgang.
  Tijdens de verboden uren mogen vistuigen niet te water gebracht, gelicht, of bediend worden; met uitzondering van de hengel mogen zij in het water blijven.

Art.20. <Zie nota onder TITEL> In afwijking van de artikelen 17 en 19 is het te allen tijde, op elk uur van de dag en van de nacht, geoorloofd met de peur op paling te vissen.
  (In afwijking van artikel 19, wordt het vissen op paling bij middel van het kruisnet des nacht toegelaten.) <KB 30-4-1955, art. 1>
  <NOTA 1 : Voor het Vlaamse Gewest werd aan artikel 20 een derde lid toegevoegd bij BVE 1987-03-27/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-04-1987>
  <NOTA 2 : Voor het Vlaamse Gewest wordt artikel 20, derde lid vervangen door de volgende bepaling :
  " Het vissen is van 1 juni tot en met 31 augustus gans de nacht toegestaan in de hierna volgende wateren :
  1° het kanaal Passendale-Nieuwpoort : volledig;
  2° het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke : volledig;
  3° het kanaal van Brugge naar Sluis : volledig;
  4° het kanaal Charleroi-Brussel : vanaf de bovengrens van Halle tot aan de bovengrens van Anderlecht;
  5° het zeekanaal van Brussel naar de Rupel : vanaf de bovengrens van Vilvoorde tot aan de monding in de Rupel;
  6° het kanaal Leuven-Mechelen : volledig;
  7° het kanaal Bocholt-Herentals : volledig;
  8° het Albertkanaal : vanaf de brug Sluis van Genk tot aan de Tervantbrug te Paal;
  9° de Zuid-Willemsvaart : vanaf de brug van Bree tot aan de brug van Beek;
  10° de oude Leiearm te Machelen : volledig;
  11° de Durme : op het grondgebied van de oude gemeente Lokeren;
  12° de Maas : vanaf de Heppeneertbeek tot aan de Spanjerd;
  13° de Watersportbaan, te Gent :volledig;
  14° het Galgenweel, te Antwerpen (linkeroever);
  15° het Kempisch Kanaal van Schoten naar Dessel, te Turnhout." (BVE 1989-11-29/38, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1990)>

Art.21. <zie nota onder TITEL> Het is te allen tijde verboden op de volgende plaatsen te vissen:
  1° in de gedeelten van niet-bevaarbare noch vlotbare waterlopen, die onder bosbeheer staande bossen doorkruisen;
  2° in sluizen;
  3° op minder dan 50 m boven en 50 m beneden de stuwen die van vistrappen zijn voorzien;
  4° op minder dan 50 m beneden de andere stuwen, de sluizen, de verlaten, de gaten en de wannen.
  (Het onder 4° bepaalde is echter van 1 november t31 januari niet van toepassing op het vissen met de hengel zonder kunstmatig aas, behalve voor het gedeelte van de Ourthe, beneden de brug van Jupille (Hodister), en voor het gedeelte van de Amblève, beneden de brug van Remouchamps, waar, gedurende die periode, het vissen met de hengel alleen toegelaten wordt indien deze alleen geaasd is met een natuurlijke vis, dood of levend, van minstens 12 cm lengte.
  De onder 3° en 4° bedoelde verbodstroken worden op de oevers door de dienst van het bosbeheer aangeduid.
  Zij worden begrensd:
  1° stroomopwaarts, door een lijn die verondersteld wordt, op de bepaalde afstand, getrokken te zijn evenwijdig met de eigenlijke stuw;
  2° stroomafwaarts, door een lijn die verondersteld wordt, op de bepaalde afstand, haaks op de stroom getrokken te zijn en gemeten vanaf het meest stroomafwaarts gelegen punt van het eigenlijk kunstwerk. Voor de toepassing van deze bepaling, worden twee tegen elkaar aangebouwde kunstwerken als één kunstwerk beschouwd.) <KB 20-10-1961, art. 1>

Art.22. <zie nota onder TITEL> <KB 20-10-1961, art. 2> Het is verboden te vissen in gedeelten van kanalen en waterlopen, waarvan het peil toevallig, of ingevolge de droogte, of voor het uitvoeren van ruimings- of andere werken, of ingevolge het stilliggen van fabrieken of van de scheepvaart abnormaal laag zou zijn.
  De gedeelten van kanalen en waterlopen waarin alle visvangst verboden is worden ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangeduid.

AFDELING 2. - Bijzondere bepalingen.
Albertkanaal.
Art.23. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen van af de oevers van het eiland Monsin in het Albertkanaal, alsook in de dokken van de haven van Monsin.

Amblève.
Art.24. <zie nota onder TITEL> <KB 20-10-1961, art. 3> Het is verboden te vissen:
  1° op minder dan 50 m beneden de waterval van Coo;
  2° vanaf de brug van Remouchamps.

Art.25. <zie nota onder TITEL> <KB 20-11-1963, art. 6> Beneden de brug van Remouchamps:
  1° het is verboden te vissen van boven op de bruggen;
  2° is het, in afwijking van artikel 17, verboden te vissen van 1 maart tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd, van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd uitsluitend vanaf de rand van het water op forel te vissen met vliegen als aas, zonder gewicht of toevoegsel.

(Boudewijnkanaal.)
Art. 25bis. <zie nota onder TITEL> <KB 7-7-1959, art. 5> In afwijking van de artikelen 16 en 17, is het, van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat geoorloofd met de handlijn op alle vissoorten te vissen, in het Boudewijnkanaal.
  <Nota 1 : voor het Vlaamse Gewest werden bij BREV 10-12-1986, art. 4, § 1 de woorden "van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat" vervangen door de woorden "van 16 april tot en met 31 mei".>
  <NOTA 2 : Voor het Vlaamse Gewest wordt een artikel 25ter ingevoegd :
  "Art. 25ter. In afwijking van artikel 17, 1° is het vissen op forel in de Berwijn toegestaan van 16 april tot en met 31 mei." (BVE 1989-11-29/38, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 18-05-1990)>

Biesmelle.
Art.26. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Biesmelle, beneden het slachthuis van de stad Thuin, slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer, aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten. <KB 7-7-1959, art. 2>

Burnot.
Art.27. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17 is de visserij in de Burnot, beneden het brugje van de baan Namen-Dinant, slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt, tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten. <KB 7-7-1959, art. 2>

Chiers.
Art.28. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Chiers slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt, tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten. <KB 7-7-1959, art. 2>

Eau d'Heure.
Art.29. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Eau d'Heure, beneden de stroomopwaarts gelegen grens van de gemeente Cour-sur-Heure, slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten. <KB 7-7-1959, art. 2>

(Kanaal van Gent naar Oostende)
Art. 29bis. <zie nota onder TITEL> <KB 22-6-1966, art. 1> In afwijking van de artikelen 16 en 17, is het, van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd met de handlijn op alle vissoorten te vissen:
  a) vanaf de Sint-Agnetabrug, te Gent, tot aan de sluizen van Slijkens;
  b) in de dokken van Oostende, genaamd zwaaidok, houtdok en vlotdok, evenals in de afleiding genaamd "sasdok."
  <Nota: voor het Vlaamse Gewest werden bij BREV 10-12-1986, art. 4, § 1, de woorden "van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat" vervangen door de woorden "van 16 april tot en met 31 mei".>

Schelde (zie artikel 45).
Gileppe.
Art.30. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen in het meer van de Gileppe.

Hante.
Art.31. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 4> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Hante, beneden de Brunebarbebrug, te Hantes-Wihéries, slechts van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede zondag van juli gesloten.

Hermeton.
Art.32. <zie nota onder TITEL> <KB 10-8-1956, art. 2> In afwijking van artikel 17 is de visserij in de Hermeton, beneden de brug van de spoorweg van Namen naar Givet van 1 October tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten.

Lesse.
Art.33. <zie nota onder TITEL> <KB 20-11-1963, art. 7> Beneden de samenvloeiing met de Lhomme, is het, in afwijking van artikel 17, verboden te vissen van 1 maart tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, en, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede zondag van juli.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd op forel te vissen met vliegen als aas zonder gewicht of toevoegsel.

Art.34. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen vanaf de Lessebrug te Anseremme.

Maas.
Art.35. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen vanaf alle bruggen van de Maas.

Art.36. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen:
  1° beneden de sluis en stuw van Hastière, op minder dan 50 m van de sluis en op minder dan 120 m van de stuw;
  2° beneden de sluis en stuw van Waulsort, op minder dan 50 m van de sluis en op minder dan 70 m van de stuw;
  3° in de kil van de Colébi;
  4° beneden de sluis en stuw van Anseremme op minder dan 50 m van de sluis en op minder dan 50 m van de stuw;
  5° in de schuthaven van Bouvignes;
  6° (...) <KB 30-7-1971, art. 1>
  7° in de kreek van het eiland Yvoir;
  8° beneden de sluis en stuw van Hun, op minder dan 50 m van de sluis en op minder dan 120 m van de stuw;
  9° in de kil van Tailfer;
  10° in het schuildok van Beez;
  (11° beneden de sluis en stuw van Yvoz-Ramet, op minder dan 50 m van de sluis en op minder dan 200 m van de stuw;
  12° in gans de uitgestrektheid van de bevaarbare doorgang (versassingsgeul) van de stuw van Ampsin-Neuville, evenals op minder dan 100 m boven en op minder dan 150 m beneden de eigenlijke stuw.
  13° in de paaiplaats van het "Ile des Béguines";) <KB 20-10-1961, art. 5>
  14° (...) <KB 18-4-1967, art. 1>

Art.37. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen:
  (1° vanaf de oevers van het eiland Monsin, vanaf de verbinding van het Albertkanaal met de Maas tot de verbinding van het kanaal van Monsin met de Maas.) <KB 18-5-1965, art. 1>
  2° beneden de stuw van Monsin, op minder dan 200 m;
  (3° beneden de stuw van Wezet, op minder dan 50 m.) <KB 20-10-1961, art. 6>

Molignée.
Art.38. <zie nota onder TITEL> <KB 30-7-1971, art. 2> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Molignée, beneden de baan Dinant-Namen, slechts van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede zondag van juli gesloten.

Kanaal van Monsin.
Art.39. <zie nota onder TITEL> <KB 18-5-1965, art. 2> Het is verboden te vissen vanaf de oevers van het eiland Monsin.

Kanaal Nimy-Blaton.
Art.40. <zie nota onder TITEL> Het is verboden te vissen in de paaiplaats te Nimy.

Ourthe.
Art.41. <zie nota onder TITEL> <KB 29-6-1964, art. 1> Over geheel het bevaarbare of vlotbare gedeelte, dit is beneden de stuw van Nisramont, is het verboden van boven op de bruggen te vissen.

Art.42. <zie nota onder TITEL> <KB 29-6-1964, art. 2> Tussen de stuw van Nisramont en de Jupillebrug, te Hodister, is de visvangst, in afwijking van artikel 17, van 1 oktober tot daags voor de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat gesloten.

Art. 42bis. <zie nota onder TITEL> <KB 29-6-1964, art. 3> In het niet bevaarbare noch vlotbare gedeelte van de Ourthe, dat het meer van Nisramont uitmaakt, is het, in afwijking van artikel 17, verboden te vissen van 1 maart tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd uitsluitend vanaf de rand van het water op forel te vissen met vliegen als aas, zonder gewicht of toevoegsel.

Art.43. <zie nota onder TITEL> <KB 15-6-1976, art. 5> Tussen de Jupillebrug en de samenvloeiing met de Maas is het, op afwijking van artikel 17, verboden te vissen van 1 maart tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat.
  Deze bepaling geldt eveneens voor het kanaal van de Ourthe, dat deze rivier met de Maas verbindt, te Angleur.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd uitsluitend vanaf de rand van het water op forel te vissen met vliegen als aas, zonder gewicht of toevoegsel.

Art.44. <zie nota onder TITEL> <KB 29-6-1964, art. 4> Het is verboden te vissen:
  1° tussen de stuw en de brug van Nisramont;
  2° tussen de sluizen nr. 7 en nr. 6, te Tilff;
  3° beneden de stuw van Angleur, op minder dan 70 m.

Art. 44bis. <zie nota onder TITEL> <KB 20-11-1963, art. 11> De verbodstrook van 50 meter, waarvan sprake in artikel 21, 4°, wordt stroomafwaarts de stuw van Streupas (Angleur) begrensd door een lijn die verondersteld wordt getrokken te zijn evenwijdig met de eigenlijke stuw.

Schelde.
Art.45. <zie nota onder TITEL> In afwijking van de artikelen 16 en 17 is het, in het onder artikel 1 bedoelde gedeelte van de Schelde, het hele jaar door geoorloofd op alle vissoorten te vissen.
  <Nota: dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 3 vervangen door de volgende bepaling:
  In afwijking van het bepaalde in artikelen 16 en 17 - maar onverminderd het verbod gesteld door artikel 18 - is het in het onder artikel 1 bedoelde gedeelte van de Schelde, evenals in de verbinding van Schelde en Rijn, tussen de brug van Zandvliet en de Belgisch-Nederlandse grens, het gehele jaar door geoorloofd alle vissoorten te vangen.>

Semois.
Art.46. <zie nota onder TITEL> In het niet bevaarbare noch vlotbare gedeelte van de Semois, dit is boven de molen der Nawes (vroeger molen Deleau), te Herbeumont:
  1° is, in afwijking van artikel 17, de visserij slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten; <KB 7-7-1959, art. 2>
  2° is gedurende de open tijd:
  a) het vissen, alleen van 1 October tot 31 December, verboden op minder dan 50 m beneden en op minder dan 50 m boven de monding van de bijrivieren;
  b) (In afwijking van artikel 21-1°, het vissen met één enkele hengel geoorloofd in de gedeelten van de rivier die de onder bosbeheer staande bossen doorkruisen, vanaf het stroomafwaarts gelegen grenspunt van de Termanfaloicheweide te Chiny tot aan de samenvloeiing met de Antrogne, te Herbeumont.) <KB 15-12-1969, art. 1>
  (3° is het, beneden de samenvloeiing niet de Antrogne in afwijking van 1° hierboven, verboden te vissen vanaf 1 maart.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd, van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd uitsluitend vanaf de rand van het water op forel te vissen met vliegen als aas zonder gewicht of toevoegsel.) <KB 20-11-1963, art. 12>

Art.47. <zie nota onder TITEL> In het bevaarbare of vlotbare gedeelte:
  1° is het verboden te vissen:
  a) van boven op de bruggen;
  b) op gans de breedte van de waterloop op minder dan 50 m beneden en op minder dan 50 m boven de monding van de door de dienst van het bosbeheer aangewezen bijrivieren; deze verboden stroken zijn ter plaatse aangegeven;
  (c) in de paaiplaatsen of schuiloorden van vis, namelijk:
  1. in de kil "des Illions", te Cugnon, behalve gedurende de periode van de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat tot en met 31 augustus; 2. in de kil "la Saurpire", te Auby; 3. in de kil "Ai", te Rochehaut.) <KB 20-10-1961, art. 7>
  (2° is het, in afwijking van artikel 17, verboden te vissen van 1 maart tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat.
  Evenwel, is het in de gesloten tijd, van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd uitsluitend vanaf de rand van het water op forel te vissen met vliegen als aas, zonder gewicht of toevoegsel.) <KB 20-11-1963, art. 13>

Thure.
Art.48. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 5> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Thure, beneden de plaats genoemd "Passerelle du Château-Fort", te Solre-sur-Sambre, slechts van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede zondag van juli gesloten.

Trouille.
Art.49. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17 is de visserij in de Trouille, van haar oorsprong tot de Lecuire-molen te Givry, van 1 October tot (daags voor de Zaterdag die de vierde Zondag van Maart voorafgaat) gesloten. <KB 7-7-1959, art. 1>

Art.50. <zie nota onder TITEL> (opgeheven) <KB 7-7-1959, art. 8>

Vesder.
Art.51. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 17 is de visserij in de Vesder, beneden de brug genaamd "Pont de l'Epargne", te Verviers, slechts van de Maandag die op de vierde Zondag van Maart volgt, tot (daags voor de Zaterdag die de tweede Zondag van Juni voorafgaat) of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, tot daags voor de tweede Zondag van Juli gesloten. <KB 7-7-1959, art. 2>

Art.52. <zie nota onder TITLE> Het is verboden te vissen vanaf de Vesderbrug te Chênée.

Vire.
Art.53. <zie nota onder TITEL> (opgeheven) <KB 1-10-1965, art. 1>

Viroin.
Art.54. <zie nota onder TITEL> <KB 6-8-1974, art. 1> In afwijking van artikel 17, is de visserij in de Viroin, slechts van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat of, in de ter plaatse door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten tot daags voor de tweede zondag van juli gesloten.
  Gedurende deze periode en buiten de door de dienst van het bosbeheer aangewezen gedeelten, is het evenwel uitsluitend vanaf de rand van het water op forel geoorloofd te vissen met vliegen als aas zonder gewicht of toevoegsel.

Art.55. <zie nota onder TITEL> Gedurende de open tijd is het, alleen van 1 October tot 31 december, verboden te vissen op minder dan 50 m beneden en op minder dan 50 m boven de monding der bijrivieren.

(Yzer.)
Art. 55bis. <zie nota onder TITEL> <KB 6-8-1974, art. 2> In afwijking van de artikelen 16 en 17, is het in de Yser, van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, geoorloofd met de handlijn op alle vissoorten te vissen.
  Evenwel, wordt alle visvangst, het poeren inbegrepen, verboden in de oude arm van de Yser gelegen op de grens der gemeenten Sint-Jakobs-Kapelle, Esen en Kaaskerke.
  <Nota: voor het Vlaamse Gewest werden bij BREV 10-12-1986, art. 4, § 1, de woorden "van de maandag die op de vierde zondag van maart volgt tot en met daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat" vervangen door de woorden "van 16 april tot en met 31 mei".>

HOOFDSTUK III. - Verboden wijzen van vissen, verboden vistuigen en -toestellen.
Art.56. <zie nota onder TITEL> Het is verboden onder het ijs te vissen.

Art.57. <zie nota onder TITEL> Het is verboden een vistuig of vistoestel te bezigen dat niet in de onder artikel 58 gegeven opsomming voorkomt.

Art. 57bis. <zie nota onder TITEL> <BREV 10-12-1986, art. 5> Gedurende de tijd dat het niet toegestaan is op snoek te vissen, is het gebruik van levende of dode visjes als aas en van kunstaas geschikt om snoek te vangen verboden, behalve in de waters die door het Bestuur voor Landinrichting worden aangeduid.

HOOFDSTUK IV. - Afmetingen, wijze van keuring der afmetingen en voorwaarden van gebruik van de geoorloofde vistuigen.
AFDELING 1. - Afmetingen en wijze van keuring der afmetingen.
Art.58. <zie nota onder TITEL> Op de toegelaten vistuigen en vistoestellen wordt een maat gesteld als volgt:
  1° hengel: (maat vrij);
  2° elritsfles: inhoud: max. 1 liter (met één opening, zonder vleugels of toebehoren);
  3° kreeftennet: maaswijdte: juist 2 cm;
  4° kreeftenroede (of -tang): (maat vrij);
  5° peur of poer: (maat vrij);
  <NOTA : Voor het Vlaamse Gewest wordt in artikel 58 een bepaling 5°bis ingevoegd :
  "5°bis peurnet : minimum maaswijdte 10 mm;" (BVE 1989-11-29/38, art. 3, 003; Ed : 18-05-1990>
  6° fuik (paling- of spieringfuik) (met één opening) met of zonder vleugels, maar zonder toebehoren: a) maaswijdte of ruimte tussen de roeden: 1/2 cm tot 1 cm; b) opening van de hals: maximum 3 cm;
  7° kruisnet: maaswijdte: minimum 1 cm;
  8° palingkast: ruimte tussen rijswerk: minimum 2 cm;
  (9° schepnetje:
  a) maaswijdte: minimum 1,5 cm;
  b) opening: maximum 40 cm;
  c) hoogte: maximum 70 cm.
  Evenwel, is het gebruik van het schepnetje met een maaswijdte van minimum 1 cm geoorloofd om de met het kruisnet gevangen paling weg te nemen.) <KB 20-11-1963, art. 15>
  <Nota: 58, 9° werd voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 6 vervangen door de volgende bepaling "9° schepnetje: maat vrij".>
  10° vishaak: lengte: maximum 1,50m;
  11° afsteeknet: maaswijdte: maximum 3 cm;
  12° slapende lijn (of weerhaken): (maat vrij);
  13° schakelnet: maaswijdte: maximum 3 cm;
  14° sleepnet (vast of beweeglijk): a) maaswijdte: juist 8 mm; b) opening: (breedte maximum 3 m; hoogte maximum 1,5 m;)
  c) totale lengte (van de opening tot het uiteinde van het net): maximum 7 m.
  De hierboven opgegeven maaswijdte geldt voor elk der zijden van de mazen, nat gemeten.

Art.59. <zie nota onder TITEL> Voor de keuring van de maaswijdte der netten, van de ruimte tussen de roeden of mazen der fuiken en van de ruimte tussen de rijzen der palingkasten wordt gebruik gemaakt van een mal in de vorm van een rechthoekige pyramide, waarop strepen zijn aangebracht die met de opgelegde maten overeenstemmen.
  Voor het verrichten van de keuring wordt de mal op verschillende, op goed geluk af genomen plaatsen in de mazen, tussen de roeden of in het rijswerk gestoken.
  De mal wordt door het bestuur verstrekt en geijkt. Een model er van wordt neergelegd ter griffie van de politierechtbanken, van de rechtbanken van eerste aanleg en van de hoven van beroep.

AFDELING 2. - Gebruiksvoorwaarden.
Art.60. <zie nota onder TITEL> <KB 25-7-1959, art. 1> Buiten de onder artikel 1 bedoelde wateren is het 's Zondags en op wettelijke feestdagen alleen geoorloofd te vissen met de hengel, de peur, de elritsfles, het kreeftennet en de kreeftenroede.

Art.61. <zie nota onder TITEL> Het is verboden een waterloop of een kanaal over meer dan twee derde van de waterbreedte, gemeten volgens de kortste afstand, met enig vistuig of vistoestel af te dammen. Verschillende netten of fuiken mogen niet terzelfdertijd op dezelfde oever of op twee tegenover elkander liggende oevers gebruikt worden, tenzij op een afstand van minstens driemaal van de omvang van de grootste.

hengel en elritsfles.
Art.62. <zie nota onder TITEL> <KB 22-6-1966, art. 2> Het gebruik van de hengel, zoals deze in artikel 14 bepaald wordt, is slechts geoorloofd voor zover de visser zich in de mogelijkheid bevindt de hengel voortdurend te bewaken.
  Eenzelfde hengel mag ten hoogste van drie enkelvoudige of veelvoudige haken voorzien zijn:
  2° Het is verboden met meer dan twee hengels te vissen. Dit verbod slaat niet op het zogenaamd "au tandem" vissen;
  3° Het is verboden het zogenaamd "vissen met de slepende lijn" vanop een motorboot te beoefenen.

Art.63. <zie nota onder TITEL> § 1. In de Amblève beneden de brug van Remouchamps, mag de hengel alleen vanaf de rand van het water of vanaf een vaartuig worden gebezigd.
  § 2. In de bevaarbare Ourthe mag de hengel worden gebezigd:
  1° tussen de brug van Nisramont en de Jupillebrug, alleen vanaf de rand van het water;
  2° beneden de Jupillebrug, te Hodister, alleen vanaf de rand van het water of vanaf een vaartuig.) <KB 29-6-1964, art. 5>
  (Evenwel, in afwijking van het onder 1° bepaalde, is het van 1 juni tot 30 september tussen de brug van Nisramont en de brug van Maboge geoorloofd te voet de bedding van de rivier te betreden om met vliegen als aas te vissen.) <KB 18-4-1967, art. 2>

Art.64. <zie nota onder TITEL> De met de hengel gevangen vis die niet met de snuit vastzit, moet onmiddellijk weder te water worden geworpen.

Art.65. <zie nota onder TITEL> <KB 27-11-1970, art. 4> De hengelaar mag, alleen terwijl hij aan het vissen is, één enkele elritsfles gebruiken om zich elrits en riviergrondel als aas aan de hand te doen voor zover hij zich in de mogelijkheid bevindt de elritsfles voortdurend te bewaken.
  Deze bepaling is niet van toepassing van de zaterdag die de vierde zondag van maart voorafgaat tot daags voor de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat, in de waterlopen en gedeelten van waterlopen waar het vissen op forel met vliegen als aas en het vissen met de peur alleen geoorloofd zijn.

Kreeftennet en kreeftenroede.
Art.66. <zie nota onder TITEL> <KB 30-7-1971, art. 3> In de bevaarbare of vlotbare waterlopen en kanalen waar het visrecht aan de Staat toebehoort, is het verboden:
  1° de kreeftenroede te bezigen;
  2° samen met de hengel het kreeftennet te bezigen.

Art.67. <zie nota onder TITEL> <KB 7-7-1959, art. 9> Het kreeftennet en de kreeftenroede mogen op Maandagen, Dinsdagen, Woensdagen en Vrijdagen niet worden gebezigd.
  De visser mag niet meer dan vijf vistuigen voor kreeftenvisserij tegelijk bezigen.

Palingfuik (of spieringfuik).
Art.68. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 6> De palingfuik met één opening zonder vleugels, of toebehoren, mag alleen in de hierna genoemde wateren gebezigd worden:
  1° de wateren bedoeld in artikel 1;
  2° de grensscheidende Maas;
  3° de niet bevaarbare noch vlotbare waterlopen en kanalen der beide Vlaanderen, evenals in het Boudewijnkanaal.
  <NOTA : Voor het Vlaamse Gewest wordt artikel 68, 3° vervangen door de volgende bepaling :
  "3° de niet bevaarbare noch vlotbare waterlopen en kanalen in de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, evenals het Boudewijnkanaal, met uitzondering van de door een provinciale visserijcommissie gehuurde waterlopen en kanalen." (BVE 1989-11-29/38, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 18-05-1990)>

Kruisnet.
Art.69. <zie nota onder TITEL> Het kruisnet moet op de dwarsroeden gespannen worden; het is verboden te slepen, te korren of te polsen.

Art.70. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 7> Het kruisnet mag alleen in de bij de artikelen 7 en 68 bedoelde wateren worden gebezigd.
  In de wateren bedoeld in artikel 7 mag het kruisnet enkel worden gebezigd vanaf de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat tot en met 31 december daaraanvolgend.
  Bovendien mag dit vistuig in die wateren vanaf deze opening tot en met 31 augustus slechts van 20 uur 's avonds tot 6 uur 's morgens worden gebezigd.
  Het gebruik van het kruisnet is beperkt tot het vangen van paling alleen in de wateren bedoeld in de artikelen 7 en 68, 2° en 3° van dit besluit.
  Het kruisnet moet steeds in de open ruimte, zonder afscherming, worden opgesteld en bediend. <Nota: dit artikel werd voor het Vlaamse Gewest bij KB 3-4-1980, art. 2 vervangen door de volgende bepaling:
  Het kruisnet mag alleen in de bij artikel 68 bedoelde wateren worden gebezigd.
  Het gebruik van het kruisnet is beperkt tot het vangen van paling alleen in de wateren bedoeld in artikel 68, 2° en 3°, van dit besluit.
  Het kruisnet moet steeds in de open ruimte, zonder afscherming worden opgesteld en bediend.>

Palingkasten.
Art.71. <zie nota onder TITEL> Alleen die palingkasten, waarvan erkend is dat zij voor 1 Mei 1913 aan de fabrieksstuwen bestonden, mogen worden gebezigd.
  Deze kasten mogen alleen van 1 Juli tot daags voor de laatste Maandag van November worden gebezigd, behoudens sluiting van de visserij voor deze laatste datum. Terwijl de toestellen gebezigd worden, moet de eigenaar zorg dragen, dat voor de vis een andere uitweg wordt gelaten, welke voldoet aan de voorwaarden die de Minister van Landbouw voor ieder afzonderlijk geval heeft gesteld.
  Na afloop van de machtigingsperiode hebben de inspecteurs van waters en bossen het recht, de palingkasten te doen wegnemen en te verzegelen, of enige andere maatregel te nemen om het gebruik er van tot 1 Juli daaropvolgend te beletten.

Schepnetje en vishaak.
Art.72. <zie nota onder TITEL> Het schepnetje en de vishaak mogen alleen worden gebezigd om de met de hengel of het kruisnet gevangen vis weg te nemen.
  (In het Vlaamse Gewest is het gebruik van de vishaak echter verboden.) <KB 6-2-1981, art. 2>

Paling- of spieringfuik, afsteeknet, slapende lijn, schakelnet, sleepnet.
Art.73. <zie nota onder TITEL> Alleen in de onder artikel 1 bedoelde wateren mogen worden gebezigd:
  1° het afsteeknet;
  2° de paling- of de spieringfuik met vleugels;
  3° de slapende lijn (of weerhaak);
  4° het schakelnet;
  5° het sleepnet (vast of beweeglijk).
  Het gebruik van het sleepnet is van 1 November tot daags voor 1 Maart verboden. <Nota: aldus aangepast aan erratum B.St. 19-12-1954>

HOOFDSTUK V. - Maat beneden welke sommige vissoorten weder te water moeten worden geworpen.
Art.74. <zie nota onder TITEL> <KB 1-6-1972, art. 8> De lengten, beneden welke sommige vissen en de kreeften niet mogen gevist worden en weder te water moeten geworpen worden, zijn:
  (1° voor de snoek: 45 cm; voor de snoekbaars en zalm, 40 cm;) <KB 15-6-1976, art. 6>
  2° voor barbeel: 30 cm;
  3° voor omber: 28 cm;
  4° voor karper en zeelt: 25 cm;
  5° voor forel: 22 cm;
  6° voor molenaar en black-bass: 18 cm;
  7° voor baars: 15 cm. Deze maat is tot 18 cm gebracht in het door Samber en Maas begrensde zuidelijke gedeelte van het land, deze twee waterlopen inbegrepen.
  8° voor gewone voorn en rietvoorn: 12 cm. Deze maat is tot 15 cm gebracht in het door Samber en Maas begrensde zuidelijke gedeelte van het land, deze twee waterlopen inbegrepen;
  9° voor kreeft: 10 cm.
  De lengte van de vis wordt gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin; de lengte van de kreeft, van het oog tot het uiteinde van de ontplooide staart.
  Te dien einde mag de visser terwijl hij aan het vissen is, geen gevangen vissen of kreeften onder zich hebben waarvan de kop of de staart zouden afgesneden zijn.
  <Nota 1 : in het eerste lid van dit artikel werden voor het Vlaamse Gewest bij BREV 10-12-1986, art. 7, § 1, de volgende wijzigingen aangebracht: a) het 4°, het 7° en het 8° werden respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen:
  "4° van karper: 35 cm;
  7° voor baars: maat vrij;
  8° voor blankvoorn en rietvoorn: 15 cm"; b) het lid werd aangevuld als volgt: "10° voor winde en zeelt: 25 cm".>
  <NOTA 2 : Voor het Vlaamse Gewest worden in artikel 1, eerste lid, 1° de woorden "en zalm" opgeheven. (BVE 1989-11-29/38, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 18-05-1990)>

Art.75. <zie nota onder TITEL> <KB 27-11-1970, art. 6> Van de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat tot en met 31 januari mogen voornen en rietvoornen van minder dan 12 cm, vervoerd, verkocht, te koop gesteld, in voorraad gehouden en gebezigd worden met het oog op gebruik bij het vangen van paling, snoek, baars en sander.
  <Nota: voor het Vlaamse gewest werden bij BREV 10-12-1987, art. 4, § 2 de woorden "van de zaterdag die de tweede zondag van juni voorafgaat" vervangen door de woorden "vanaf 1 juni".>

TITEL IV. - Slotbepalingen.
Art.76. <zie nota onder TITEL> Het koninklijk besluit van 13 Maart 1936, gewijzigd bij de besluiten van de Regent van 13 Februari 1946 en 23 Januari 1947 en bij de koninklijke besluiten van 23 Maart 1951 en 22 Juli 1952 wordt opgeheven.

Art.77. <zie nota onder TITEL> Bij overgangsmaatregel mogen de houders van vergunningen, afgegeven overeenkomstig de artikelen 4 tot 8 van het koninklijk besluit van 13 Maart 1936, verder vissen onder de voorwaarden van het voornoemd besluit en van de voornoemde vergunningen, tot het verstrijken daarvan.

Art.78. <zie nota onder TITEL> Dit besluit treedt 1 Januari 1955 in werking.

Art. 79. <zie nota onder TITEL> Onze Minister van Landbouw, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Verkeerswezen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.