21 APRIL 1953. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Arbeidsraad. <Dit KB werd slechts bij uittreksel gepubliceerd in B.St. 07-05-1953. De geordende tekst van het huishoudelijk reglement, gepubliceerd in B.St. 24-08-1967, gewijzigd bij KB 02-08-1966 (B.St. 13-09-1966), en bij KB 12-10-1970 (B.St. 05-12-1970) wordt hierna weergegeven>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1991 en tekstbijwerking tot 31-12-2010)
GEORDENDE TEKST VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD.
Art. 1-8, 8bis, 9-16
GEORDENDE TEKST VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD.
Artikel 1. De Nationale Arbeidsraad vestigt zijn zetel in de Brusselse agglomeratie, zoals zij in artikel 2, par. 5, van de wet van 28 juni 1932 op het gebruik der talen in bestuurszaken is vastgesteld.
Art.2. De Raad vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter.
Hij zetelt ten minste eenmaal per kwartaal.
Op aanvraag van een Minister, van één der wetgevende Kamers of van vier werkende leden van de Raad, komt hij binnen de vijftien dagen bijeen.
Art.3. <K.B. 12-10-1970. (B.S. 5-12-1970)> De Raad kan slechts geldig beraadslagen wanneer de helft van de leden die respectievelijk de werkgevers- en de werknemersorganisaties vertegenwoordigen aanwezig zijn.
Behalve wanneer hij vergadert met het oog op een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten, beraadslaagt de Raad evenwel geldig na een tweede bijeenroeping welke ook het getal aanwezige leden zij.
Art.4. Ieder plaatsvervangend lid wordt tot de vergaderingen van de Raad uitgenodigd en mag deze bijwonen. Hij is niet stemgerechtigd, tenzij hij een werkend lid vervangt.
Ieder werkend lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen duidt zelf zijn vervanger aan onder de plaatsvervangende leden. De voorzitter wordt hiervan op de hoogte gebracht.
Een plaatsvervangend lid mag tegelijkertijd niet meer dan één werkend lid vervangen.
Art.5. De Raad kiest onder zijn leden en op paritaire basis vier ondervoorzitters, waarvan er twee door elk van de twee groepen worden voorgesteld. Bij afwezigheid van de voorzitter zitten zij om de beurt de vergadering voor, met dien verstande dat een ondervoorzitter, aangeduid door de werkgeversorganisaties en een ondervoorzitter, aangeduid door de werknemersorganisaties, elkaar opvolgen. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitters zit de deken van jaren voor.
Art.6. Over de in artikel 1 van de wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale Arbeidsraad bedoelde adviezen of voorstellen omtrent de algemene vraagstukken van sociale aard wordt niet gestemd. De adviezen of voorstellen die niet eenparig worden goedgekeurd, worden gevolgd van de namen van de groepen, van de organisaties of van de leden die ze individueel onderschrijven.
Over de adviezen omtrent de geschillen van bevoegdheid, welke tussen de nationale paritaire comités zouden kunnen rijzen, wordt bij naamafroeping gestemd. Het advies wordt met meerderheid van stemmen goedgekeurd, nadat de voorzitter de pariteit heeft hersteld door de jongste leden van de overtallige groep te verzoeken zich van stemming te onthouden (1).
(1) <In het eerste artikel van de organieke wet van de Nationale Arbeidsraad worden de woorden "nationale paritaire comités" vervangen door de woorden "paritaire comités" (Koninklijk besluit van 1 maart 1971; Belgisch Staatsblad van 11 maart 1971). De tekst van het huishoudelijk reglement dient nog in overeenstemming te worden gebracht met die wijziging.>
Elke stemming over de procedure geschiedt bij meerderheid van stemmen, nadat de pariteit is hersteld zoals in voorgaand lid is bepaald.
Art.7. De vergaderingen zijn niet openbaar.
Art.8. Het Uitvoerend Dagelijks Bestuur is samengesteld uit de voorzitter, de vier ondervoorzitters, vier raadsleden op paritaire basis gekozen, waarvan er twee door elk van de twee groepen zijn voorgesteld, en de secretaris.
Het heeft inzonderheid tot opdracht :
_ de agenda van de vergaderingen van de Raad vast te stellen;
_ de bespreking van de aan de Raad voor te leggen problemen voor te bereiden en hem de procédures van onderzoek voor te stellen;
_ er voor te zorgen dat de beslissingen van de Raad worden uitgevoerd en in het bijzonder dat de voorstellen, resoluties of adviezen worden overgemaakt;
_ de jaarlijkse begrotingsvoorstellen aan de Raad voor te leggen;
_ aan de Raad voorstellen te doen betreffende het statuut en het kader van het personeel van het Secretariaat, evenals omtrent de benoemingen, afdankingen en bevorderingen van de leden van het personeel;
_ alle bevoegdheden uit te oefenen die nodig zijn voor de werking van de Nationale Arbeidsraad en alle opdrachten te vervullen die hem door de Raad worden toevertrouwd.
Art. 8bis. Op verzoek van ten minste vier werkende leden wordt elke aangelegenheid, welke tot de bevoegdheid van de Raad behoort, door het Uitvoerend Dagelijks Bestuur op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst.
In geval van hoogdringendheid mag de voorzitter elke aangelegenheid, welke tot de bevoegdheid van de Raad behoort, aan de agenda toevoegen. Over deze aangelegenheid wordt slechts beraadslaagd indien de Raad daartoe beslist.
Art.9. De leden van het personeel van het Secretariaat worden door de Raad, op de voordracht van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur, benoemd mits naleving van de wetten van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947 tot verzekering van de wederopneming der gemobiliseerde Belgen in hun bediening en tot toekenning van prioriteitsrechten bij het begeven van de openbare betrekkingen der oudstrijders en ermede gelijkgestelden.
Art.10.Het Uitvoerend Dagelijks Bestuur bepaalt welke handelingen tot het dagelijks beheer behoren. Deze handelingen worden door de secretaris verricht. Zij mogen noch verplichtingen noch ontlastingen omvatten.
Worden echter als handelingen van dagelijks beheer aangezien : de ondertekening van de gewone briefwisseling, de ontvangstbewijzen en ontlastingen te geven aan de administraties, nl. aan ([1 bpost]1 en het bestuur van Spoorwegen, voor telegrammen, voor aangetekende, belaste of verzekerde brieven, colli, waarden, enz.
Hij mag eveneens de wissels overdragen of kwijten en ontlasting geven van ten bate van de Nationale Arbeidsraad verrichte stortingen.
Alle akten die niet tot het dagelijks beheer behoren worden gezamenlijk door de voorzitter en door de secretaris ondertekend.
Indien een van hen afwezig of verhinderd is, wordt hij vervangen door een lid van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur. Ingeval én de voorzitter én de secretaris afwezig of verhinderd zijn, worden de akten gezamenlijk door twee leden van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur ondertekend, de ene een vertegenwoordiger van de werknemers en de andere van de werkgevers.
Bij rechtsvorderingen en administratieve verhalen, als eiser of als verweerder, treedt het Uitvoerend Dagelijks Bestuur op namens de Raad, op vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of, bij diens ontstentenis, van een der ondervoorzitters of van de secretaris.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.11. De voorzitter, de secretaris en de leden van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten aanzien van de verbintenissen van de Nationale Arbeidsraad. Zij zijn slechts voor de uitoefening van hun mandaat verantwoordelijk.
Art.12. Een exemplaar van de adviezen of voorstellen, bedoeld in artikel 1 van de wet van 29 mei 1952, van de agenda's, van de voorbereidende nota's evenals van de notulen van de vergaderingen van de Raad, wordt in beide landstalen aan de werkende en plaatsvervangende leden alsmede aan de in artikel 9 van dezelfde wet bedoelde Minister overgemaakt.
Art.13. De administratieve werkzaamheden van de Raad en de inrichting van zijn administratieve diensten worden beheerst door de bepalingen van de wet van 28 juni 1932 op het gebruik der talen in bestuurszaken.
Alle documenten die bestemd zijn voor de leden van de Raad, van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur en van de verschillende commissies, opgericht in uitvoering van onderhavig artikel 15, worden in beide landstalen opgemaakt.
Art.14.De Raad mag slechts de onroerende goederen nodig ter vervulling van zijn opdracht in eigendom of anders bezitten.
De beschikbare gelden die de dagelijkse kleine uitgaven te boven gaan, worden bij [1 bpost]1 gedeponeerd.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.15. De Raad kan om het even welke voorbereidende studie aan een commissie opdragen.
Deze laatste legt aan de Raad een verslag over haar werkzaamheden voor.
Elk lid van de Raad, hetzij werkend, hetzij plaatsvervangend, mag steeds aan de werkzaamheden van een commissie, waarvan hij geen lid is, deelnemen en de vergaderingen bijwonen met adviserende stem.
Art. 16. De Voorzitter kan, op beslissing van de Raad, van het Uitvoerend Dagelijks Bestuur, of op eigen initiatief, vertegenwoordigers van de besturen, van de openbare instellingen of van de instellingen van openbaar nut of andere bijzonder bevoegde personen, oproepen om hun advies te vernemen.