Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 JULI 1950. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de te bevredigen levensbehoeften voor de uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd aangezien als levensbehoeften.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

 



Artikels:

Artikel 1. Onverminderd de bepalingen:
  1° Van het besluit van de Regent van 29 januari 1949, houdende reglementering van de voortbrenging, der verdeling en het verbruik van de electrische energie in geval van tekort aan vermogen en/of electrische energie, tengevolge van sociale geschillen;
  2° Van het besluit van de Regent van 29 januari 1949 houdende reglementering van de voortbrenging, de verdeling en het verbruik van het gas in geval van tekort ten gevolge van sociale geschillen, worden namelijk voor uitvoering van de wet van 19 augustus 1948, betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, aangezien als levensbehoeften:
  1. Betreffende de economische sector:
  a) De nodige bewaringsmaatregelen om de beschadiging van het nijverheidsmaterieel of het verlies van grondstoffen of producten te vermijden;
  b) De werking van de continubedrijven en -installaties waarvan de stilstand, beschadiging van het materieel of een verlies van grondstoffen of producten zou veroorzaken, maar uitsluitend in de nodige mate om beschadiging van het materieel of dit verlies van grondstoffen of producten te vermijden; (de controle voorgeschreven door de wetgeving en de reglementering inzake mijnen, groeven en graverijen;) <KB 20-04-1976, art. 1>
  c) De werking:
  van de meelfabrieken, broodbakkerijen, gistfabrieken;
  (van de margerinefabrieken, de zuivelfabrieken en ondernemingen welke kroonstoppen vervaardigen om flessen melk en flessen spuitwater van een capsule te voorzien); <KB 24-03-1961, art. 1>
  van de slachthuizen en vilderijen;
  van de suikerraffinaderijen;
  van de koelinrichtingen;
  van de blekerijen;
  van de laboratoria voor de vervaardiging van sera en entstoffen;
  d) De voortbrenging en de verdeling van samengeperst gas;
  e) De uitdelving, de lading en de verzending van kolen in de kolenmijnen, in de mate waarin deze uitdelving, lading en verzending nodig zijn om de andere levensbehoeften te verzekeren van het land;
  f) De werking van de cokesfabrieken in de mate waarin het nodig is om de andere levensbehoeften van het land te verzekeren;
  g) De verdeling van vloeiende brandstoffen;
  h) De werking van de herstellingswerkplaatsen van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen en van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen;
  i) De voortbrenging en de verdeling van dagbladpapier alsmede het drukken van dagbladen.
  2. Betreffende de sector "Verkeerswezen":
  A. Zeewezen:
  a) Ontlading van schepen welke de nodige koopwaren vervoeren om de andere levensbehoeften van het land te verzekeren;
  b) Onderhoud van de Belgische schepen aan de kade.
  B. Landvervoer:
  a) Het vervoer van de nodige grondstoffen om de andere levensbehoeften van het land te verzekeren (voedingswaren, brandstoffen, enz.);
  b) Het vervoer van de nodige arbeiders voor de ondernemingen die de andere levensbehoeften van het land moeten verzekeren;
  c) Het onderhoud van de vaste installaties en van het rollend materieel.
  C. Luchtvervoer:
  a) Het onderhoud van de vliegtuigen aan de grond;
  b) De exploitatie van de radio-electrische installaties voor de internationale lijnen
  D. (BELGACOM): <W 1991-03-21/30, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 04-09-1992>
  De exploitatie van de centrales en verkeerswegen binnen de nodige perken om de andere levensbehoeften van het land te verzekeren.
  E. Posterijen:
  a) Het vervoer en de verdeling van de briefwisseling;
  b) De bewaking van effecten en waarden;
  c) De werking van de dienst der postchecks.
  F. Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-Omroep:
  De werking van de nationale uitzendingen en werelduitzendingen.
  3. Betreffende de sector "Openbare Werken":
  a) De handhaving van de scheepvaart;
  b) De nodige ontruiming van rivier- en kanaalwater om het waterpeil van de kanaalvakken te handhaven en de oevergronden voor overstromingen te behoeden;
  c) De werking van sluizen, stuwdammen en beweeglijke bruggen.
  4. Betreffende de sector "Volksgezondheid":
  a) De werking van de diensten voor watervoorziening;
  b) De verstrekking van medische en pharmaceutische zorgen;
  c) Het vervoer van gewonden en zieken;
  d) De werking van hospitalen, klinieken, kraamvrouweninrichtingen, sanatoria, preventoria, instellingen voor geesteszieken, kribben en zuigelingeninrichtingen;
  e) De werking van de regerings- en plaatselijke diensten welke over de voorbehouding van besmettelijke zieken waken;
  f) (de ontruiming en de vernietiging door om het even welk procédé van kraakvuil in de agglomeraties, van afval in de slachthuizen en in de bedrijven waar de hygiëne dezelfde maatregelen vereist.) <KB 16-01-1973, art. 1>
  (5. Betreffende de financiële sector voor zover hij niet onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor banken valt:
  a) De werking van 's Rijkskas;
  b) De werking van het Belgisch-Luxemburgs Instituut voor de Wissel;
  c) De werking van de Rentenmarkt;
  d) De werking van de Markt van het daggeld;
  e) De werking van de Wisselmarkt;
  f) De verrichtingen die nodig zijn om de aanbieding ter betaling, de incassering en het protesteren te verzekeren van de handelseffecten die op vervaldag gekomen zijn;
  g) de documentaire kredietverrichtingen.
  Bij gebrek aan overeenkomst tussen de werkgevers en de betrokken werknemers, zullen de personen die belast worden met de uitvoering van deze prestaties aangeduid worden door een commissie ad hoc, die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties en van vertegenwoordigers van de werkgevers die worden aangeduid door de Minister van Financiën. Bedoelde commissie zal worden voorgezeten door een ambtenaar, die door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid wordt aangeduid.
  Indien de commissie niet is samengesteld of indien ze bedoelde personen niet heeft aangewezen, worden die aangeduid door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid handelend op verzoek van de Minister van Financiën.) <KB 31-05-1972, art. 1>

Art.2. Onze Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publikatie in het "Belgisch Staatsblad".