Details





Titel:

28 DECEMBER 1948. - Besluit ven de regent houdende vaststelling van het aantal leden van de centrale raad voor het bedrijfsleven en bepaling der modaliteiten van hun voordracht (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-01-1949 en tekstbijwerking tot 28-12-2009)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2009011584 



Artikels:

Artikel 1.[1 Het aantal werkende leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven wordt vastgesteld op vierenvijftig.]1
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.2.De meest [1 representatieve]1 organisaties, bedoeld bij artikel 2, a) en b), van de wet houdende organisatie van het bedrijfsleven, zullen door [3 de Minister bevoegd voor Economie]3 verzocht worden, hem binnen een termijn van één maand een dubbele lijst voor te leggen van [2 kandidaten]2 voor de functies van werkend en plaatsvervangend lid voor elke zetel welke hun zal toegewezen worden.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (2)<KB 2009-12-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (3)<KB 2009-12-18/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.3.Binnen de termijn van één maand na hun benoeming worden, door de ouderdomsdeken, die hun vergadering voorzit, de leden opgeroepen die benoemd werden onder de [2 kandidaten]2 voorgedragen door de meest [1 representatieve]1 organisaties bedoeld bij artikel 2, a) en b), van de wet.
  Met het oog op de benoeming van de bij artikel 2, alinea 5, van de wet van 20 September 1948 bedoelde personaliteiten, maken zij in de loop van deze vergadering een dubbele lijst op van drie werkende en plaatsvervangende [2 kandidaten]2, gekozen onder de personaliteiten voorgedragen door de leden die benoemd werden bij toepassing van artikel 2, a), van de wet, alsook een dubbele lijst van drie werkende en plaatsvervangende [2 kandidaten]2, gekozen onder de personaliteiten voorgedragen door de leden die benoemd werden bij toepassing van artikel 2, b), van de wet.
  Deze lijst wordt aan [3 de Minister bevoegd voor Economie]3 overgemaakt.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (2)<KB 2009-12-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (3)<KB 2009-12-18/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.4.Wanneer in de vervanging moet worden voorzien van werkende of plaatsvervangende leden benoemd bij toepassing van artikel 2 van dit besluit, verzoekt [2 de Minister bevoegd voor Economie]2, de organisaties die, al naar het geval, bedoeld zijn in artikel 2, a), of in artikel 2, b), van de wet van 20 September 1948, hem binnen de termijn van één maand, een dubbele lijst van [1 kandidaten]1 per onbezette zetel te laten geworden.
  Wanneer in de vervanging moet worden voorzien van personaliteiten benoemd bij toepassing van artikel 3 van dit besluit, maken de leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven benoemd bij toepassing van artikel 2, a) en b), van de wet van 20 September 1948, per onbezette zetel, een dubbele lijst op van [1 kandidaten]1, gekozen onder de personaliteiten, voorgedragen, al naar het geval, door de leden benoemd bij toepassing nu artikel 2, a) of 2, b), van de wet. Deze lijst wordt, binnen de termijn van één maand na de [3 vacature]3, aan [2 de Minister bevoegd voor Economie]2 overgemaakt.
  De personen, die ter vervanging van een lid van de Raad worden benoemd, voleindigen het mandaat van hun voorganger.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (2)<KB 2009-12-18/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  (3)<KB 2009-12-18/11, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.5.Op iedere lijst tot voordracht moeten vier verschillende namen per zetel opgegeven worden: namelijk twee voor het mandaat van werkend lid en twee voor het mandaat van plaatsvervangend lid.
  De [1 kandidaat]1 werkend lid kan tot plaatsvervangend lid benoemd worden.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.6.Ieder [1 kandidaat]1 voor het lidmaatschap van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven moet:
  1° Belg zijn;
  2° van zijn burger- en Staatsrechten genieten.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in bet Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.[1 De Minister bevoegd voor Economie]1 wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  ----------
  (1)<KB 2009-12-18/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>