28 JULI 1948. - Wet betreffende de sanering van der balans van de Nationale Bank van België.
Art. 1-4
Artikel 1. Na de instemming van de algemene vergadering der aandeelhouders van de Nationale Bank van België met de vermeerdering van het kapitaal der Bank, zoals voorzien bij de wet tot wijziging van het organiek statuut, en met het afstaan aan de Staat van de aan het oorlogstijdperk verbonden winsten van de Bank, treedt de Staat in de rechten van de Nationale Bank wat betreft de schuldvordering van laatstgenoemde op de Emissiebank te Brussel.
Art.2. Ter aflossing van bovenbedoelde schuldvordering zal de Staat de opbrengst aanwenden van de muntsaneringslening geëmitteerd krachtens de wet van 14 October 1945 betreffende de geblokkeerde of tijdelijk onbeschikbare monetaire activa.
Art.3. De schuld van de Staat tegenover de Nationale Bank, inclusief de Schatkistbons van 500 millioen frank bedoeld bij de overeenkomst dd. 17 October 1930, bekrachtigd bij de wet dd. 27 december 1930 en bij de overeenkomst van 4 april 1935, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 16 april 1935, alsmede het 3 1/2 t.h. Schatkistcertificaat van 550 millioen frank waarvan sprake in de overeenkomst van 27 juli 1932, afgesloten overeenkomstig de wet van 19 Juli 1932, wordt geregeld als volgt :
a) De som van fr. 10,493,184,884.77, ter voldoening aan artikel 8 der besluitwet dd. 1 mei 1944, voorkomend op onbeschikbare rekening wegens herwaardering van de goudvoorraad der Nationale Bank wordt aangewend tot gedeeltelijke aflossing der schuldvordering van laatstbedoelde op de Staat;
b) Ten belope van 35 milliard frank wordt de schuld van de Staat tegenover de Nationale Bank omgezet in geconsolideerde schuld.
Van dit bedrag zullen (1 miljard frank) terugbetaald worden door middel van het jaarlijks aandeel van de Staat in de winsten van de Nationale Bank; <W. 19-06-1959, art. 3>
(Het saldo van 34 miljard frank wordt omgezet in vrij verhandelbare, op marktvoorwaarden rentende schatkistcertificaten of obligaties die op hun vervaldag terugbetaalbaar zijn. De looptijden en de rentevoeten van die certificaten en obligaties worden vastgesteld bij een tussen de Minister van Financiën en de Nationale Bank van België te sluiten overeenkomst. Als compensatie voor de meeruitgave die voor de Staat voortvloeit uit die conversie betaalt de Bank aan de Staat jaarlijks een bedrag van 986 miljoen frank en vervalt de jaarlijkse forfaitaire toelage van de Staat aan de Bank als gedeeltelijke schadeloosstelling voor de instandhouding van de biljettenomloop. Voor het jaar 1991 wordt die compensatie pro rata temporis berekend.) <W 1991-01-02/52, art. 22, 1°, 002; Inwerkingtreding : 29-01-1991>
c) (Opgeheven) <W 1991-01-02/52, art. 22, 2°, 002; Inwerkingtreding : 29-01-1991>
Art. 4. De besluitwet dd. 10 mei 1940 betreffende de voorschotten van de Nationale Bank aan de Staat wordt ingetrokken.