Art. 829. (Zie NOTA 4 onder TITEL) In dit hoofdstuk wordt verstaan door:
  organisme: het overeenkomstig de volgende artikelen erkende organisme dat door dit reglement is belast met het onderzoek van bepaalde installaties en toestellen;
  directeur: de persoon die met de feitelijke leiding van het organisme is belast;
  agent-bezoeker: de persoon die de onderzoeksverrichtingen namens het organisme uitvoert.

Art. 829bis. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) Het organisme moet de vorm hebben van een vereniging zonder winstgevend doel dat de rechtspersoonlijkheid bezit bij toepassing van de wet van 27 juni 1921;
  b) Zijn statuten mogen geen enkele bepaling bevatten die strijdig is met de bepalingen van onderhavig reglement;
  c) De directeur moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
  1° Belg zijn;
  2° minstens 21 jaar zijn;
  3° zijn burgerlijke en politieke rechten genieten;
  4° voldaan hebben aan de militiewetten;
  5° houder zijn van een diploma van burgerlijk ingenieur afgeleverd door een Belgische inrichting van hoger onderwijs of van een buitenlands diploma dat erkend werd als gelijkwaardig overeenkomstig de bepalingen van de samengeordende wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens; deze voorwaarde wordt niet vereist van de directeurs die beantwoorden aan de voorschriften van artikel 829decies, lid b, op voorwaarde dat de erkenningsaanvraag wordt ingediend vóór 1 juli 1964; (deze voorwaarde wordt evenmin vereist wanneer eensdeels de directeur houder is van een diploma van industrieel ingenieur en ten minste tien jaar beroepservaring heeft en anderdeels de controleactiviteiten van het organisme slechts één type toestellen betreffen;)
  6° van onberispelijk gedrag zijn;
  7° niet bezoldigd zijn door het Rijk, de provincies of de gemeenten, tenzij uitsluitend als lid van het onderwijzend personeel;
  8° het bewijs leveren dat hij de reglementaire voorschriften betreffende de te onderzoeken toestellen of installaties voldoende kent;
  9° het bewijs leveren dat hij een voldoende praktijk heeft van de constructietechniek, van het gebruik en het onderhoud van deze toestellen of installaties;
  d) Het organisme verbindt zich er toe zich niet te onttrekken aan zijn burgerlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de personen die in het kader van dit reglement op zijn diensten beroep doen.
  e) Deze burgerlijke verantwoordelijkheid wordt door een verzekeringscontract gedekt. Onze bevoegde Minister mag de modaliteiten van deze verzekering en de voorwaarden waaraan zij zal moeten voldoen bepalen.

Art. 829ter. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) Het organisme richt een commissie van toezicht op die onafhankelijk is van de statutaire organen.
  b) Deze commissie heeft tot taak:
  1° toezicht uit te oefenen op de activiteit van het organisme inzake de arbeidsveiligheid en de arbeidsgezondheid;
  2° adviezen en suggesties over de werking van het organisme uit te brengen;
  3° na te gaan of het organisme de voorschriften van dit hoofdstuk in acht neemt.
  c) Elke commissie van toezicht is samengesteld uit:
  1° (een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter;)
  2° de directeur van het organisme of, in geval van belet, een behoorlijk daartoe door hem gemachtigd persoon;
  3° drie effectieve leden en drie plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen;
  4° drie effectieve leden en drie plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen.
  (De bevoegde Minister duidt de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan onder de ambtenaren van de Administratie van de arbeidsveiligheid.)
  De interprofessionele organisaties van werkgevers vertegenwoordigd in de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen duiden de effectieve en plaatsvervangende leden aan die de werkgevers vertegenwoordigen.
  Elk van de interprofessionele organisaties van werknemers vertegenwoordigd in de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen duidt een effectief lid en een plaatsvervangend lid aan die de werknemers vertegenwoordigen.
  De directeur of zijn plaatsvervanger verzekert het secretariaat.
  d) (Het organisme verleent aan de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de leden van de commissie van toezicht per vergaderdag:)
  1° (tweehonderd frank presentiegeld;)
  2° de terugbetaling van de reiskosten in eerste klasse van hun verblijfplaats naar de plaats van vergadering wanneer deze buiten hun verblijfplaats wordt gehouden;
  3° de vergoeding voor verblijfkosten bepaald voor de rangen 10 tot 14 onder de voorwaarden gesteld in het koninklijk besluit van 24 december 1964, tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan leden van het personeel der Ministeries.
  e) Het organisme legt alle drie maanden aan de commissie van toezicht een uitvoerig rapport voor betreffende zijn werking, inzonderheid de bezoeken afgelegd door zijn agenten, zijn activiteit inzake vorming en voorlichting en elke wijziging die zou zijn aangebracht zowel aan de innerlijke organisatie van het organisme als aan zijn naar buiten gerichte werking. Daarenboven wordt de commissie van toezicht bij het onderzoek van het bovengemelde rapport ingelicht over de werking en de samenstelling van de leiding gevende organen van het organisme en over de beslissingen tijdens het verlopen trimester getroffen door de raad van beheer van het organisme op het gebied van de arbeidsveiligheid, evenals over het gevolg dat gegeven werd aan de adviezen en suggesties die door de commissie van toezicht werden uitgebracht in uitvoering van haar opdracht. Tenslotte wordt elk van de leden van de commissie bij het einde van elk boekjaar in het bezit gesteld van de documenten betreffende de financiële toestand, die het voorwerp uitmaken van het verslag aan de algemene vergadering van de leden van het organisme.
  f) De commissie van toezicht vergadert ten minste éénmaal om de drie maanden om over te gaan tot het onderzoek van de hierboven vermelde verslagen. De leden van de commissie ontvangen alle inlichtingen op administratief en financieel gebied, die aan de algemene vergadering van de leden van het organisme worden meegedeeld.
  g) De commissie van toezicht brengt jaarlijks verslag uit over haar werking aan de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en aan de algemene vergadering van de leden van het organisme.

Art. 829quater. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) De erkenningsaanvragen worden aan Onze bevoegde Minister gericht.
  Er worden bijgevoegd:
  1° [1 ...]1
  2° een [1 ...]1 afschrift van het diploma van de directeur van het organisme;
  3° een curriculum vitae van de directeur van het organisme;
  4° een afschrift van de statuten van het organisme;
  5° alle inlichtingen of documenten door Onze bevoegde Minister gevraagd.
  b) Onze bevoegde Minister mag de uitwerking van de erkenning beperken:
  in de tijd;
  territoriaal;
  ten opzichte van de aard van de te controleren toestellen of installaties
  

Art. 829quinquies. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) De agenten-onderzoekers moeten de voorwaarden vervullen bedoeld in artikel 829bis, lid c, behalve wat het diploma betreft.
  b) Zij moeten bovendien werkelijk deel uitmaken van het personeel van het organisme.
  c) Onze bevoegde Minister mag afwijkingen verlenen van de voorwaarden van de leden a en b hierboven.
  d) De organismen zijn tegenover Onze bevoegde Minister verantwoordelijk voor de naleving van deze voorwaarden; bij niet-naleving ervan kan de erkenning worden ingetrokken.
  e) De naam en het adres van de agenten-onderzoekers, alsmede elke wijziging ter zake, worden aan Onze bevoegde Minister medegedeeld.
  Onze bevoegde Minister kan deze agenten wraken bij gemotiveerde beslissing.

Art. 829sexies. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) Het organisme, zijn directeur of zijn agenten-onderzoekers mogen noch de constructeur, noch de leverancier, noch de installateur van de toestellen of installaties zijn die zij onderzoeken, noch de agent van een van deze personen. Zij mogen geen handel drijven in deze toestellen of installaties, de vertegenwoordiging of het onderhoud ervan verzekeren, noch de agent zijn van personen die er handel in drijven of de vertegenwoordiging of het onderhoud ervan verzekeren.
  b) Zij mogen de toestellen of installaties waarvan zij eigenaar of gebruiker zijn niet onderzoeken, tenzij deze toestellen of installaties moeten dienen voor de controles die door onderhavig reglement zijn opgelegd.
  c) Zij mogen de toestellen of installaties aan de studie waarvan zij hebben meegewerkt niet onderzoeken, tenzij deze studie slechts betrekking zou hebben op de veiligheidsvraagstukken of op de overeenstemming met de reglementaire voorschriften.
  d) Zij mogen noch rechtstreeks noch indirect wijzigingen of herstellingen aanbrengen aan de toestellen of installaties. Zij mogen niet mede werken aan een wijziging of aan een herstelling waartoe zou besloten worden naar aanleiding van vaststellingen die zij gedaan hebben, tenzij in de mate nodig om na te zien of de werken volgens de regels worden uitgevoerd.
  e) Het organisme moet over het materieel beschikken dat nodig is om de controles waarvoor het erkend is uit te voeren.
  f) Het is de directeurs van organismen en de agenten-onderzoekers verboden, zelfs na het beëindigen van hun functies, feiten kenbaar te maken waarvan zij ten gevolge van hun functies kennis kregen en die uiteraard vertrouwelijk zouden zijn.

Art. 829septies. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) De organismen moeten zich voegen naar de onderrichtingen die hen inzake uitvoering van de controles door Onze bevoegde Minister gegeven worden.
  b) De attesten, processen-verbaal en verslagen krachtens dit reglement afgeleverd moeten voldoende duidelijk en uitgebreid zijn opdat uit de lezing ervan het mogelijk weze na te gaan of aan alle reglementaire voorschriften is voldaan.
  (Elk van die dokumenten bevat, afgescheiden en goed zichtbaar, de volgende vermelding: Krachtens (artikel 838.1.b) van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, moet dit document ter kennis worden gebracht van het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen, tijdens de eerstvolgende vergadering.)
  c) De verslagen, attesten en andere documenten waarvan het opstellen door onderhavig reglement wordt voorgeschreven moeten getekend worden door de directeur of namens de directeur van het erkend organisme.

Art. 829octies. (Zie NOTA 4 onder TITEL) Enkel de organismen krachtens deze bepalingen erkend zijn er toe gemachtigd de benaming:
  "Door de Minister van....................
  erkend organisme voor de controle van...."
  of elke gelijkaardige benaming te voeren.

Art. 829nonies. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) Elke wijziging aan de statuten van de organismen moet aan Onze bevoegde Minister worden medegedeeld.
  b) De vervanging van de directeur wordt aan Onze bevoegde Minister genotificeerd. Deze kan de directeur bij gemotiveerde beslissing wraken.
  c) De erkenning kan worden geschorst wanneer het organisme de erkenningsvoorwaarden niet meer vervult of wanneer het de reglementaire bepalingen of de onderrichtingen die door Onze bevoegde Minister gegeven worden niet meer eerbiedigt.
  d) De erkenning kan worden ingetrokken wanneer, te rekenen van de zestigste dag van de notificatie van de schorsing, de oorzaken van de schorsing blijven bestaan en tevens wanneer het organisme tweemaal het voorwerp van een schorsing der erkenning is geweest.

Art. 829decies. (Zie NOTA 4 onder TITEL)
  a) De organismen die erkend zijn op 1 juli 1962 blijven erkend.
  Zij moeten evenwel voldoen aan alle bepalingen van dit hoofdstuk ten laatste op 1 juli 1964 zoniet wordt de erkenning ingetrokken.
  b) De natuurlijke personen die erkend zijn vóór 1 juli 1962 blijven erkend.
  De directeurs van de organismen die erkend zijn vóór dezelfde datum worden erkend ten persoonlijke titel.
  Deze personen worden gelijkgesteld met de erkende organismen en zijn onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 829sexies, 829septies en 829octies, geldend voor de organismen en de directeurs.
  Ten laatste op 1 juli 1964 moeten zij voldoen aan de erkenningsvoorwaarden vastgesteld bij artikel 892bis, littera c, 1 tot 4 en 6 tot 9 en litteras d en e, zoniet wordt de erkenning ingetrokken.
  Ten laatste op dezelfde datum moeten deze personen de reglementaire controles persoonlijk verrichten, zoniet wordt de erkenning ingetrokken.
  De erkenning wordt ambtshalve ingetrokken twee jaar na het stopzetten van de activiteit van deze personen en bij hun aanstelling als directeur van een organisme.
  (Wat de erkenningen voor de controle van de elektrische installaties betreft, wordt voormelde datum van 1 juli 1962 vervangen door deze van 1 juli 1972 en de voormelde datum van 1 juli 1964 door deze van 1 juli 1973.)

Art. 844 *1. (Opgeheven)
Art. 844 *2. (Opgeheven)
Art. 845 *1. (Opgeheven)
Art. 845 *2. (Opgeheven)
Art. 845 *3. (Opgeheven)
Art. 845 *4. (Opgeheven)
Art. 845 *5. (Opgeheven)
Art. 845 *6. (Opgeheven)
Art. 845 *7. (Opgeheven)