14 NOVEMBER 1939. - Besluitwet betreffende de beteugeling van de dronkenschap. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-12-2009 en tekstbijwerking tot 06-06-2023)
Art. 1-20
Artikel 1.§ 1. Hij die in een openbare plaats in staat van dronkenschap wordt bevonden, wordt gestraft : voor de eerste inbreuk, met geldboete van 15 frank tot 25 frank; in geval van herhaling binnen een jaar na de eerste veroordeeling, met geldboete van 26 frank tot 50 frank; in geval van nieuwe herhaling binnen een jaar na de tweede veroordeeling, met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van 50 frank tot 100 frank.
§ 2. [1 Bovendien, in de bij paragraaf 1 bedoelde gevallen, kan de delinquent, indien hij wanorde, schandaal, of voor een ander of voor hem zelf gevaar veroorzaakt, onder de verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke politie, bestuurlijk worden aangehouden, met een absolute beperking tot voor maximaal twaalf uur.
De in het eerste lid bedoelde aanhouding is een bestuurlijke aanhouding in de zin van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt waarop de artikelen 31 tot 33septies van diezelfde wet van overeenkomstige toepassing zijn.]1
----------
(1)<W 2023-04-26/07, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 16-06-2023>
Art.2. Indien, bij het plegen van het misdrijf, de delinquent drager is van een wapen, wordt dit wapen in beslag genomen door den agent die het misdrijf vaststelt, en de verbeurdverklaring er van wordt door den rechter uitgesproken, zelfs indien dit wapen niet aan den veroordeelde toebehoort.
Art.3. (Zo de in staat van dronkenschap verkerende delinquent en bezigheid verricht welke voorzichtigheid of bijzondere voorzorgen vereist ten einde gevaar te vermijden voor hem zelf of voor anderen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met geldboete van 26 frank tot 100 frank, of met één van die straffen alleen.) <W 15-04-1958, art. 5>
Deze straffen worden verdubbeld in geval van herhaling binnen een jaar; zij worden verdriedubbeld en de gevangenisstraf wordt altijd uitgesproken in geval van nieuwe herhaling binnen een jaar na de tweede veroordeeling.
Art.4. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van 26 frank tot 50 frank of met één van die straffen alleen, wordt gestraft hij die dronkenmakende dranken opdient aan een persoon die kennelijk dronken is.
Indien deze geen 18 jaar oud is, wordt de straf verdubbeld.
Art.5.
<Opgeheven bij W 2009-12-10/35, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 10-01-2010>
Art.6. Met de bij artikel 4 voorziene straffen wordt gestraft, hij die een persoon doet drinken totdat hij kennelijk dronken is.
Art.7.In geval van herhaling binnen een jaar, worden de bij de artikelen 4 [1 ...]1 en 6 bepaalde geldboeten verdubbeld en wordt de gevangenisstraf altijd uitgesproken.
In geval van nieuwe herhaling binnen een jaar na de tweede veroordeeling, worden de geldboeten verdriedubbeld; de gevangenisstraf voorzien bij genoemde artikelen wordt verdubbeld en altijd uitgesproken.
----------
(1)<W 2009-12-10/35, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 10-01-2010>
Art.8. Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van 26 frank tot 500 frank, of met één van die straffen alleen, wordt gestraft, hij die opzettelijk iemand anders tot dronkenschap heeft gebracht, wanneer de dronkenschap een ziekte die persoonlijke werkonbekwaamheid heeft medegebracht, tot gevolg heeft gehad.
Indien de dronkenschap den dood tot gevolg heeft, bedraagt de straf vijf jaar tot tien jaar opsluiting en geldboete van 250 frank tot 5,000 frank.
Art.9. Met gevangenisstraf van acht dagen en met geldboete van 26 tot 50 frank of met één van die straffen alleen, worden gestraft, zij die een uitdaging tot drinken voorstellen of aanvaarden, wanneer de uitdaging dronkenschap bij één of meer wedders veroorzaakt heeft, zonder nochtans bij het vorig artikel bedoelde gevolgen teweeg te brengen.
Art.10.<W 15-04-1958, art. 6> Wanneer hij bij toepassing van deze besluitwet veroordeelt tot gevangenisstraf of tot een zwaardere straf, kan de rechter tegen de veroordeelde uitspreken :
1° Het verval van het recht tot het waarnemen van het ambt van gezworene, [1 en voogd]1 voor twee tot vijf jaar;
2° Het verbod dranken te verkopen of te slijten gedurende ten hoogste twee jaar, op straffe van gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en geldboete van 100 frank tot 500 frank voor iedere overtreding van dit verbod.
Bovendien kan hij bij overtreding van artikel 3 het verval van het recht tot het besturen van een voertuig of luchtschip, of tot het geleiden van een rijdier uitspreken, hetzij voorgoed, hetzij voor een duur van ten minste acht dagen en ten hoogste twee jaar.
(De bepalingen die in de wetgeving op de politie van het wegverkeer het verval van het recht tot sturen betreffen zijn toepasselijk op het hierboven beschreven verval van het recht tot sturen). <W 01-08-1963, art. 9>
----------
(1)<W 2013-03-17/14, art. 152, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
Art.11. Het is verboden, op straffe van gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en van geldboete van 100 frank tot 500 frank, spijzen of dranken te verkoopen in de ontuchthuizen.
In geval van herhaling binnen een jaar, is de straf gevangenisstraf van twee maanden tot één jaar en geldboete van 500 frank tot 1,000 frank.
De gemeentebesturen mogen elken verkoop van drank verbieden in de huizen bewoond :
1° door één of meer personen die zich kennelijk aan ontucht overleveren;
2° (door één of meer personen die veroordeeld werden voor een van de bij de artikelen 379 tot 382 van het Wetboek van strafrecht voorziene misdrijven of om een inrichting van geheime ontucht gehouden te hebben.) <W 21-08-1948, art. 7, § 5>
Dat verbod zal, na twee jaar, zijn uitwerking verliezen, indien het niet hernieuwd wordt.
Iedere overtreding van dit verbod wordt bestraft met geldboete van 50 frank en, in geval van herhaling, met gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met geldboete van 200 frank.
Art.12. De rechter mag, in de bij de artikelen 7 en 8 voorziene gevallen, bevelen dat het vonnis van veroordeeling aangeplakt worde op zooveel exemplaren en op zulke plaatsen als hij zal bepalen, een en ander op kosten van den veroordeelde.
Art.13. De artikelen 66, 67 en 69 van het Strafwetboek zijn van toepassing op de bij deze besluitwet voorziene misdrijven.
Art.14. Voor de toepassing van deze besluitwet verstaat men onder openbare plaatsen, elke voor het publiek toegankelijke plaats, onder meer den openbaren weg, de drankslijterijen, de hotels, herbergen, spijshuizen, vermaakgelegenheden, magazijnen, kramen, schepen, treinen, trams, stations, werkhuizen of werven.
Worden evenzoo als voor het publiek toegankelijke plaatsen aangezien de plaatsen waar de leden van een vereeniging of van een groepeering vergaderen, uitsluitend of voornamelijk om er sterke of gegiste dranken te verbruiken of om aan hazardspel te doen.
Art.15. Benevens de officieren van gerechtelijke politie, zijn al de ambtenaren en beambten van het bestuur der rechtstreekse belastingen, van het bestuur der douanen en accijnzen en van den dienst der volksgezondheid, de gerechtelijke agenten bij de parketten, de officieren en agenten van de gemeentepolitie, de gendarmen en de deurwaarders der belastingen bevoegd, alleen, al de inbreuken op dit besluit op te sporen en vast te stellen.
Art.16.Onverminderd de toepassing van [1 artikel 148 van het Gerechtelijk Wetboek]1, staan de ambtenaren en andere personen die bij artikel 15 bedoeld zijn, alsmede de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de politierechtbanken, wat betreft de vaststelling van de bij deze besluitwet voorziene misdrijven en de vervolging van de daders van die misdrijven, onder de leiding van den procureur des Konings.
----------
(1)<W 2014-05-05/09, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 18-07-2014>
Art.17. Is in rechte niet ontvankelijk, de vordering tot betaling van dronkenmakende dranken die in drankgelegenheden, koffiehuizen, hotels, herbergen en welkdanige drankslijterijen ook verbruikt werden.
Deze bepaling is niet van toepassing op de vordering tot betaling van schuld aangegaan wegens logement of kostgeld in de hotels en herbergen en wegens de eetmalen welke tegelijk dranken en spijzen begrijpen.
Art.18. De tekst van deze besluitwet zal aan de poort of deur van al de gemeentehuizen en in de voornaamste zaal van alle herbergen, koffiehuizen en andere drankslijterijen uitgehangen worden. Te dien einde zal aan alle burgemeesters en aan alle herbergiers, koffiehuishouders en andere slijters van dranken een exemplaar er van worden toegezonden.
De slijter van dranken die dit voorschrift overtreedt, wordt gestraft met een geldboete die 25 frank niet mag te boven gaan.
Art.19. <Wijzigingsbepaling van art. 3 van het Wetboek van strafvordering>
Art. 20. <Opheffingsbepaling van de wet van 16-08-1887/ >