7 MEI 1936. - Koninklijk besluit betreffende den handel van drank-water. - (NOTA 1 : Dit Koninklijk besluit is opgeheven voorzover het natuurlijk mineraal water en bronwater betreft door het KB van 1985-10-11/32, art. 14.) - (NOTE 2 : Dit Koninklijk besluit is opgeheven voorzover het natuurlijk mineraal water en bronwater betreft door het KB van 1999-02-08/13, art. 13; Inwerkingtreding : 23-04-1999.). - (NOTE : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 19-03-2002).
HOOFDSTUK I. DRANKWATER.
Art. 1-12
HOOFDSTUK II. INGEVOERD WATER.
Art. 13-15
HOOFDSTUK III. LIMONADE.
Art. 16-21
HOOFDSTUK IV. IJS.
Art. 22-23
HOOFDSTUK V. ALGEMENE BEPALINGEN.
Art. 24-27
HOOFDSTUK I. _ DRANKWATER.
Art. 1. Het is verboden te verkoopen, te koop te stellen, voor den verkoop of de levering in voorraad te houden of te vervoeren, drankwater dat voor consumptie ongeschikt is of dat vervat is in niet of slecht gesloten, of langs binnen riekende, vuile of slecht gereinigde flesschen.
Moet inzonderheid als voor consumptie ongeschikt beschouwd worden :
a) water dat niet gewonnen, bereid of gebotteld is naar de vereischten bepaald bij het koninklijk besluit van 6 Mei 1936, omtrent het exploiteeren van de inrichtingen waarin drank-water, limonade en kunstijs behandeld of gefabriceerd worden ;
b) water dat salpeterigzuur of nitrieten, zwavelzuur of sulfiden, koolwaterstof, giftstoffen bevat of waarin organische stoffen zweven;
c) water waarin andere kenteekens van verontreiniging voorkomen.
Art.2. Het bij voorgaand artikel bedoeld water wordt schadelijk verklaard en valt onder de toepassing van artikel 561 van het Strafwetboek.
Art.3. Het gebruik van elke aanduiding of van ieder teeken, dat het publiek kan misleiden omtrent de herkomst, den aard, de samenstelling of den oorsprong van het te koop gesteld drank-water is om het even onder welken vorm verboden inzonderheid op de flesschen welke bewust water inhouden of op haar verpakking, op de facturen, vrachtbrieven of andere in omloop gebrachte handelsbescheiden, alsmede op de etiketten, waarborgbanderollen, prospectussen, prijzenlijsten, aanplakbiljetten en welkdanige advertenties omtrent bewust water.
Art.4. Het is verboden te gebruiken :
a) de woorden "source", "bron", "brunnen", daarvan afgeleide woorden of uitdrukkingen voor het aanduiden van water, dat door den hoogen gezondheidsraad niet als bronwater is erkend;
b) de woorden "mineraal", "thermaal", voor water dat niet als zoodanig door de Koninklijke Academie voor geneeskunde erkend is;
c) de woorden "kuur", "regime", van deze woorden afgeleide termen, uitdrukkingen waarin deze woorden voorkomen of aanduidingen omtrent therapeutische eigenschappen, tenzij voor water dat door de Koninklijke Academie voor geneeskunde als mineraal of thermaal erkend is, voor zoover deze aanduidingen niet in strijd zijn met de bepalingen van artikel 3 van dit besluit.
d) het woord "natuur" ter qualificeering van water, dat een behandeling heeft ondergaan waardoor zijn samenstelling is gewijzigd;
e) het woord "steriel" of andere uitdrukkingen van dezelfde beteekenis voor water dat levende kiemen bevat.
Art.5. <KB 05-07-1972, art. 1> (Recipiënten die drinkwater bevatten en die in de handel worden gebracht moeten op een duidelijk opvallende plaats een etiket dragen met de volgende vermeldingen :) <KB 2002-01-14/45, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
1° de aanduiding van andere toegevoegde produkten dan kooldioxyde;
2° de naam van de exploitant en die van de plaats waar de zetel van het bedrijf gevestigd is;
Die aanduiding moet in letters van maximum 2 mm hoogte voorkomen.
Het is verboden op het etiket enige andere naam van plaats of gehucht dan wel enige andere veld- of akkernaam te vermelden, zelfs indien die naam werkelijk op de oorsprong van het water, op de win- of bereidplaats betrekking heeft, behoudens evenwel in het geval bedoeld bij artikel 3 van de wet 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwaters. Op de sluiting die door het ontstoppen noodzakelijkerwijze onbruikbaar wordt gemaakt, moet de naam of het wettig gedeponeerd merk van de exploitant voorkomen.
Over de andere sluitingen wordt een banderol, voorzien van een van die vermeldingen, aangebracht.
Art.6. Voor de benaming van het water, om het even of het gaat om een fantasienaam, of om een doodgewone benaming zoals water, tafelwater, of om een plaatsnaam, overeenkomstig artikel 9, moeten alleszins volstrekt vette letters gebruikt worden, welke ten minste drie maal grooter zijn dan die van de andere woorden der etiket.
Art.7. Alvorens de bedrijfshouder een drank-water in den handel brengt, moet hij aan Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken de benaming bekend maken welke hij aan dit water wil geven.
De bestaande benamingen moeten binnen drie maanden na de bekendmaking van dit besluit aangegeven worden.
Twee exemplaren van de etiket dienen bij de in vorenstaande alinea's bedoelde aangifte te gaan.
Art.8. Voor iedere bestaande benaming waarin de naam van een stad of gemeente, van een gehucht of een andere plaatsnaam of waarin een door middel van dezen naam gevormde uitdrukking voorkomt, behoudt de bedrijfshouder recht op het gebruik van de benaming, zoo deze overeenstemt met den werkelijken oorsprong van het water overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 en in een vóór 10 September 1933 gedeponeerd en gebruikt fabrieksmerk vervat is.
Art.9. Behoudens wat bij vorenstaand artikel voor de bestaande benamingen voorzien is, wordt de vergunning om voor de benaming van drank-water gebruik te maken van een naam van stad of gemeente, van een gehucht of van een andere plaatsnaam of een door middel van dezen naam gevormde uitdrukking, slechts verleend voor water, dat niet door een watervoorzieningsdienst wordt geleverd en door de Koninklijke Academie voor geneeskunde als mineraal of thermaal erkend is.
Art.10. <KB 23-04-1937, art. 1> De aanvragen 't zij om, in de bij de artikelen 4 en 9 voorziene gevallen, de verklaring van de Koninklijke Academie voor geneeskunde te bekomen, 't zij om de erkenning als bron door den Hoogen Gezondheidsraad te verkrijgen, overeenkomstig artikel 4, a), dienen, met al de voor het onderzoek dienstige bescheiden aan Onzen Minister van Gezondheid gericht.
Voor de aanvragen die aan de Koninklijke Academie voor geneeskunde dienen onderworpen, moet de aanvrager bij de bescheiden in vorig alinea vereischt, het bewijs voegen dat hij eene som van 1,000 frank, bestemd om de onderzoekskosten te dekken, aan de Schatkist gestort heeft.
Voor de aanvragen te onderwerpen aan den Hoogen Gezondheidsraad, zal de aanvrager het bewijs leveren dat hij eene som van 150 frank aan de Schatkist gestort heeft.
De hier vastgestelde retributies zijn verschuldigd voor elk afzonderlijk onderzoek dat uit een gemeenschappelijke vraag kan voortvloeien.
Art.11. In de verbruiksinrichtingen, dienen de flesschen met hun oorspronkelijk sluitmiddel den verbruiker aangeboden en slechts in zijn tegenwoordigheid geopend.
Art.12. De bepalingen van dit besluit omtrent het etiketteeren zijn op de hevelflesschen niet van toepassing. Op deze dient evenwel een goed zichtbaar opschrift voor te komen met den naam en het adres van den fabrikant of van den verkooper van het hevelflesschwater.
HOOFDSTUK II. _ INGEVOERD WATER.
Art.13. Vreemd drank-water mag slechts ingevoerd worden wanneer het gewonnen, bereid of gebotteld werd in voorwaarden welke alle verontreinigingsmogelijkheid uitsluiten. Van het naleven van dit voorschrift dient te blijken in een officieel attest van de vreemde regeering, dat door den bevoegden Belgischen consulairen agent van het gebied gelegaliseerd is. Het moet aan Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken gezonden worden.
Art.14. (opgeheven) <KB 05-07-1972, art. 2>
Art.15. De bepalingen voorzien bij hoofdstuk I van dit besluit zijn op dit water van toepassing. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken mag evenwel, voor ingevoerd water, afwijkingen van de voorschriften omtrent het etiketteeren toestaan, op voorlegging van volgende bescheiden, welke, in voorkomend geval, in 't Fransch of in 't Nederlandsch vertaald en door den Belgischen consulairen ambtenaar van het gebied gelegaliseerd zijn :
a) een bulletin van chemische en micro-biologische ontledingen; dit bulletin moet door een door de vreemde regeering erkend laboratorium afgegeven zijn;
b) een attest van de vreemde regeering ten blijke er van dat in het land van herkomst het water met dezelfde etiket verkocht wordt als zulks in België zal geschieden;
c) een attest van de vreemde regeering ten blijke er van dat de vermeldingen, welke op bewust etiket voorkomen, echt zijn ;d) een verbintenis van den aanvrager houdende dat de samenstelling zoals ze is gebleken uit de onder letter a) bedoelde ontledingen, niet zal gewijzigd worden.
Wanneer de onder letter d) voorziene verbintenis niet wordt gehouden of zoo de qualitatieve of quantitatieve samenstelling van het water, om een of andere oorzaak, merkelijk mocht afwijken van deze bij de onder letter a) bedoelde ontledingen vastgesteld, wordt de krachtens dit artikel verleende vrijstelling ingetrokken.
HOOFDSTUK III. _ LIMONADE.
Art.16. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
Art.17. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
Art.18. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
Art.19. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
Art.20. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
Art.21. (opgeheven) <KB 15-09-1975, art. 8, 1°>
HOOFDSTUK IV. _ IJS.
Art.22. Het is verboden ijs dat voor de consumptie of voor aanraking met eetwaren bestemd is, te verkoopen, of te koop te stellen, voor den verkoop of de levering in voorraad te houden of te vervoeren indien het voortkomt van water dat voor de consumptie ongeschikt is.
Art.23. Het is verboden bij vorenstaand artikel bedoeld ijs samen met drank op te dienen of met eetwaren in aanraking te brengen.
HOOFDSTUK V. _ ALGEMENE BEPALINGEN.
Art.24. De regeeringsambtenaren die voor de toepassing der krachtens de wet van 4 Augustus 1890 op de vervalsching der eetwaren genomen reglementen moeten waken, zijn belast met het toezicht over de toepassing van dit besluit.
Art.25. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden, naar gelang van het geval, gestraft met de straffen voorzien bij de wet van 4 Augustus 1890 op de vervalsching der eetwaren en bij deze van 14 Augustus 1933 op de bescherming van het drank-water, onverminderd de straffen bij het Wetboek van Strafrecht voorzien.
Art.26. De bepalingen van dit besluit omtrent het etiketteeren zoomede deze onder artikel 13 treden slechts op 1 October 1936 in werking.
Art. 27. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.