20 JANUARI 1936. - Koninklijk besluit tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-01-2007 en tekstbijwerking tot 30-12-2016)
Art. 1-6
Artikel 1.Wanneer in strafzaken de wet voorschrijft dat een van een magistraat of een griffier uitgaande zending ter post moet aangeteekend zijn, wordt vrijstelling van die formaliteit toegestaan indien de geadresseerde zich in hechtenis bevindt, maar de (attaché-gevangenisdirecteur of adviseur-gevangenisdirecteur) [2 , de directeur van een inrichting bedoeld in artikel 3, 4°, c) en d) van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering]2 [1 of de directeur van een gemeenschapscentrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, of hun respectieve gemachtigde]1, levert bewijs van de overhandiging van het stuk aan den betrokken persoon, door hem een bericht van ontvangst te doen teekenen, dat onmiddellijk naar den afzender teruggestuurd wordt. <KB 2006-12-28/43, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
Indien de geadresseerde niet kan teekenen, daartoe niet bij machte is of het niet wil doen, wordt daarvan melding gemaakt in het attest van overhandiging.
----------
(1)<W 2014-12-19/24, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<W 2016-05-04/03, art. 237, 005; Inwerkingtreding : 23-05-2016>
Art.2.[1 Wanneer hij die verzet doet, zich in hechtenis bevindt, kan het verzet tegen de veroordelingen in strafzaken, uitgesproken door de hoven van beroep, de correctionele rechtbanken en de politierechtbanken, gedaan worden door middel van een verklaring aan de directeur of zijn gemachtigde van een gevangenis, van een inrichting of afdeling tot bescherming van de maatschappij of van een gemeenschapscentrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
In de gevangenissen en inrichtingen of afdelingen tot bescherming van de maatschappij worden deze verklaringen gedaan binnen de door de Koning te bepalen openingsuren van de griffie van deze instellingen.
Uiterlijk de eerste werkdag volgend op deze verklaring wordt daarvan een akte van verzet opgesteld, die bewaard wordt in een daartoe bestemd register.
De akte van verzet vermeldt minstens :
1° de identiteit van de persoon die de verklaring heeft afgelegd;
2° de datum waarop die verklaring heeft plaatsgevonden;
3° de bestreden rechterlijke beslissing;
4° de identiteit en de hoedanigheid van de persoon die de akte heeft opgesteld;
5° de ondertekening door de persoon die de verklaring heeft afgelegd en de persoon die de akte heeft opgesteld.
De directeur of zijn gemachtigde bezorgt dezelfde dag een kopie van deze akte van verzet via het snelst mogelijke schriftelijke communicatiemiddel aan de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank of het hof waarvan de beslissing waartegen verzet wordt gedaan, uitgaat.
De akte van verzet brengt van rechtswege dagvaarding mee op de eerstkomende terechtzitting na het verstrijken van de termijnen en wordt als ongedaan beschouwd indien de eiser in verzet niet verschijnt.
Onmiddellijk na de ontvangst van de kopie van de akte van verzet, roept de ambtenaar van het openbaar ministerie de eiser in verzet op voor deze terechtzitting, volgens de in artikel 1 beschreven vorm.]1
----------
(1)<W 2016-12-25/14, art. 52, 006; Inwerkingtreding : 09-01-2017>
Art.3.[1 De directeur of zijn gemachtigde mag van de krachtens artikel 2 opgestelde akten van verzet geen andere kopie afleveren dan die waarvan in dat artikel melding is gemaakt.]1
----------
(1)<W 2016-12-25/14, art. 53, 006; Inwerkingtreding : 09-01-2017>
Art.4.De berichten van ontvangst, [1 akten van verzet en registers]1, waarvan in de vorige artikelen melding gemaakt wordt zijn vrij van zegel en registratie.
----------
(1)<W 2016-12-25/14, art. 54, 006; Inwerkingtreding : 09-01-2017>
Art.5. <Wijzigingsbepaling van art. 1 van W 25-07-1893>
Art. 6. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.