29 JUNI 1935. _ Koninklijk besluit. _ Aanvulling van de algemeene verordening inzake electrische installaties vervat in het koninklijk besluit van 28 December 1931. (Nota : alleen het hoofdstuk IV blijft van toepassing, als aanvulling bij de artikelen 81bis en 82 van het reglement CN:1931-12-28/30. Zie nota aldaar).
HOOFDSTUK IV. Strafbepalingen. Toezicht over de electrische installaties. - Afwijkingen.
Strafbepalingen.
Art. 22
Toezicht over de electrische installaties.
Art. 23
Officieren van gerechtelijke politie.
Art. 24
Afwijkingen.
Art. 25
HOOFDSTUK IV. _ Strafbepalingen. _ Toezicht over de electrische installaties. - Afwijkingen.
Strafbepalingen.
Art.22. (Nota : alleen het hoofdstuk IV blijft van toepassing, als aanvulling bij de artikelen 81bis en 82 van het reglement CN:1931-12-28/30. Zie nota aldaar). De overtredingen van de bepalingen van onderhavig besluit worden gestraft met de straffen voorzien bij artikel 24 der wet van 10 Maart 1925.
Nochtans worden de overtredingen, die betrekking hebben op de voorwaarden inzake energielijnen in de nabijheid van de telecommunicatielijnen, aangelegd door het Ministerie van Landsverdediging ten behoeve van 's Lands defensieve organisatie, of van de telecommunicatielijnen van de (BELGACOM), gestraft met acht dagen tot een maand gevangenis en met 26 tot 200 frank boete, of met slechts een van deze straffen. <W 1991-03-21/30, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 04-09-1992>
Toezicht over de electrische installaties.
Art.23. (Nota : alleen het hoofdstuk IV blijft van toepassing, als aanvulling bij de artikelen 81bis en 82 van het reglement CN:1931-12-28/30. Zie nota aldaar). De ingenieurs en de conducteurs van den Centralen Dienst voor Electriciteit en Electromechanica en, elk wat hem betreft, de behoorlijk aangestelde ambtenaren en agenten van het bestuur van Bruggen en Wegen, van het Ministerie van Verkeerswezen, van het Ministerie van Landsverdediging, van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, van de Vergunde Spoorwegen en van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, hebben opdracht te waken over de uitvoering van de voorschriften van onderhavige aanvulling van het algemeen reglement op de electrische installaties.
Officieren van gerechtelijke politie.
Art.24. (Nota : alleen het hoofdstuk IV blijft van toepassing, als aanvulling bij de artikelen 81bis en 82 van het reglement CN:1931-12-28/30. Zie nota aldaar). De onder artikel 23 van onderhavig besluit vermelde ambtenaren en agenten zijn bevoegd om, evenals alle andere officieren van gerechtelijke politie, de overtredingen van onderhavige aanvulling van het algemeen reglement op de electrische installaties vast te stellen.
Afwijkingen.
Art. 25. (Nota : alleen het hoofdstuk IV blijft van toepassing, als aanvulling bij de artikelen 81bis en 82 van het reglement CN:1931-12-28/30. Zie nota aldaar). Op eensluidend advies van de betrokken besturen, of van het Ministerie van Landsverdediging, of van de (BELGACOM), of van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen of van de Vergunde Spoorwegen of van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, mogen de vergunningen, afgeleverd ter uitvoering van de wetten van 10 Maart 1925, 13 October 1930 en 3 Januari 1934, afwijkingen van de voorschriften van onderhavig besluit bevatten. <W 1991-03-21/30, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 04-09-1992>