Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 MAART 1935. - Wet tot toekenning van een pensioen, wegens het bereiken van de leeftijdsgrens, aan de vrijwillige redders, en de vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. Pensioen wegens bereiking van de leeftijdsgrens.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. Vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen overgekomen aan vrijwillige redders.
Art. 4-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  2000003468 



Artikels:

HOOFDSTUK I. _ Pensioen wegens bereiking van de leeftijdsgrens.
Artikel 1. <W 1991-05-21/41, art. 39, § 2, 002; Inwerkingtreding : 01-07-1991> § 1. De personen die door het Bestuur van het Zeewezen zijn erkend als vrijwillige redders ten behoeve van de reddingsdienst aan de Belgische kust, houden van ambtswege op met hun werkzaamheden op het einde van de maand waarin zij de leeftijd van vijfenvijftig jaar bereiken.
  § 2. De vrijwillige redders die de in § 1 bepaalde leeftijdsgrens bereiken, krijgen ten laste van de Openbare Schatkist een pensioen dat wordt bepaald overeenkomstig de wetgeving op de burgerlijke pensioenen. In afwijking van artikel 1 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, wordt de vereiste leeftijd evenwel op vijfenvijftig jaar vastgesteld en het minimum aantal dienstjaren op tien.
  Het pensioen wordt berekend tegen een vijftigste, voor elke jaar dienst, van een bij koninklijk besluit bepaald gemiddeld inkomen; alleen de diensten bewezen als vrijwillig redder komen in aanmerking.

Art.2. (Opgeheven.) <W 1991-05-21/41, art. 67, 10°, 003; Inwerkingtreding : 01-07-1991>

Art.3. (Opgeheven.) <W 1991-05-21/41, art. 67, 10°, 003; Inwerkingtreding : 01-07-1991>

HOOFDSTUK II. _ Vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen overgekomen aan vrijwillige redders.
Art.4. De schade voortspruitende uit ongevallen aan vrijwillige redders overgekomen tijdens en ten gevolge van de uitoefening van hun beroep als redder, wordt ten laste van den Staat vergoed alsof die ongevallen voorgekomen waren tijdens en ten gevolge van de uitoefening van het hoofdberoep van belanghebbenden ten tijde van het ongeval.

Art.5. Wanneer de vergoeding van de schade voortspruitende uit ongevallen voorgekomen tijdens en ten gevolge van de uitoefening van het hoofdberoep van vrijwillige redders niet geregeld is bij eenige wetsbepaling, worden, voor de vergoeding van de schade voortspruitende uit ongevallen aan belanghebbenden voorgekomen tijdens en ten gevolge van de uitoefening van hun beroep als redder, de wet van "24 December 1903" en de latere wetten op de vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen, voorgekomen aan werklieden van bedrijven te land of te water, toegepast. <lezen 10 april 1971>
  In dit geval wordt de voor een dagdienst toegekende vergoeding beschouwd als zijnde het dagloon van den door het ongeval getroffene; het jaarloon wordt bekomen door vermenigvuldiging van het dagloon met 306.
  De graad van de onbekwaamheid, op grond waarvan de wettelijke rente berekend wordt, is de graad bepaald ten opzichte van het normaal beroep van de getroffenen.

Art.6. De schade voortspruitende uit ongevallen welke behooren bij het natuurlijke risico van den reddingsdienst, wordt gelijkgesteld met de schade, waarvan de vergoeding geregeld wordt overeenkomstig het bepaalde bij artikelen 4 en 5.
  Die artikelen zijn bovendien van toepassing in geval van ziekten, waarvan de rechtstreeksche oorzaak gelegen is in een ongeval, dat vergoed wordt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

Art. 7. (Opgeheven.) <W 1991-05-21/41, art. 67, 10°, 003; Inwerkingtreding : 01-07-1991>